Mater Amabilis
De Mater Amabilis stichting was bestemd om meisjes op eigen benen leren te staan vanuit het katholieke beginsel. De vrouwelijke jeugd moest worden klaargestoomd voor het moment waarin de beschermende invloed van huis en eigen omgeving plaats maakte voor werk of het huwelijk. Om voor plaatsing op een Mater Amabilisschool in aanmerking te komen moesten de meisjes 17 jaar oud zijn en buitenshuis werken. Dochters, die in het eigen boerenbedrijf werkzaam waren, vielen hierdoor af. In Udenhout ging het met name om de meisjes die in Tilburg in de fabrieken of als dienstmeid werkten. Er was een winterprogramma, beginnend in september dat zes maanden duurde. In de winterperiode hielden docenten op medisch-religieus en elk ander gebied voordrachten. In de zomerperiode waren er op twee avonden meer ontspannende activiteiten zoals excursies, film, dans, muziek en dergelijke. Omdat het Amabilis-werk veel steun vanuit de maatschappij ontving was er voldoende geld om de bijdragen voor de leerlingen laag te houden, zodat het financiële aspect geen enkele belemmering kon vormen voor deelname. Het was zuster Adèle, directrice van de huishoudschool, die in het voorjaar van 1956 de oprichting van een Mater Amabilisschool initieerde. In september 1964 startte de Mater Amabilisschool met 32 nieuwe leerlingen; 22 tweede jaars en 12 derde jaars. In 1965 kwam er een nieuwe leidster: Mej. R. Verhoeven. Het aantal leerlingen bleef teruglopen en in 1969 kwam er een einde aan de Mater Amabiliscursussen. De geringe aanmelding in dat jaar noopte het bestuur de Nationale Stichting te schrijven dat er geen activiteiten zouden zijn in het schooljaar 1969-1970.