Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Marcus, Max

Max Marcus
Marcus Max.jpg
Max Marcus
Volledige namen Max Marcus
Geboortedatum 30-01-1886
Geboorteplaats Filehne (DE)
Adres Tuinstraat 50
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Selma Neumann
Beroep Fabrikant van grammofoons
Overlijdensdatum 09-04-1943
Plaats van overlijden Sobibor (PL)

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Marcus, Max (geb. Filehne (PL) 30-01-1886, Sobibor (PL) 09-04-1943), fabrikant van grammofoons, zoon van Jakob Marcus and Minna Philipp. Achtereenvolgens gehuwd met Rosa Blum (1887-1922) met wie hij een dochter kreeg en met Selma Neumann (1890-1943).

Achtergrond

Max Marcus werd op 30 januari 1886 geboren in Filehne (Polen) als zoon van Jakob Marcus and Minna Philipp. Hij trouwde op 26 februari 1913 in Berlijn met Rosa Blum (Berlijn (DE) 17-02-1887, Berlijn (DE) 10-02-1922). Uit dit huwelijk werd een dochter, Gisela, geboren.
Op 10 april 1924 hertrouwde Max Marcus in Filehne met Selma Neumann. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Max Marcus werd in 1914 manager van ‘Sprechende Uhr AG’, een onderneming die klokken maakte die elk kwartier in gesproken vorm de tijd aangaven. In 1931 werd in het Handelsregister van Berlijn de firma ‘Tempophon’ van Max Marcus ingeschreven. Toen na de machtsovername in 1933 de situatie voor de Joden in Duitsland steeds grimmiger werd, besloot Max Marcus naar Nederland te vluchten. Op 13 november 1934 werd hij ingeschreven in Oisterwijk. Daar begon hij opnieuw met de fabricage van geluidsdragers. Al op 27 april 1935 verhuisde Max Marcus naar de J.P. Coenstraat 1d in Tilburg en enkele dagen later kwamen ook zijn vrouw en dochter vanuit Berlijn naar Tilburg. Ook de onderneming van Max Marcus, ‘Tempofoon’ werd van een loods aan de Gemullehoekenweg in Oisterwijk verplaatst naar een ruimte aan het Julianapark 44 in Tilburg.
In maart 1940 verhuisde Max Marcus met zijn vrouw naar Rijswijk, maar al op 4 oktober 1940 keerden zij terug naar Tilburg omdat de gehele kuststreek van Schiermonnikoog tot Zeeuws-Vlaanderen verboden gebied werd voor niet-Nederlandse vluchtelingen (voornamelijk uit Duitsland gevluchte Joden). Aanvankelijk woonden zij aan de Philips Vingboonsstraat 26 en vanaf 15 mei 1941 aan de Tuinstraat 50

Deportatie

Toen Max Marcus en zijn vrouw een oproep kregen om zich op 28 augustus 1942 te melden voor ‘werkverruiming’ in Duitsland doken ze onder bij N.H.C. van Dijk aan het Goirkepark 43,[1] naast het bedrijfspand van ‘Tempofoon’. Ook hun dochter en schoonzoon waren daar ondergedoken. Na een tip over mogelijk clandestien slachten doet de politie op 19 februari 1943 een inval bij Van Dijk. Daar wordt in een kast het echtpaar Marcus aangetroffen.[2] De vrouw van Max Marcus weet ongemerkt vergif in te nemen. Toen de eerste symptomen zich manifesteerden is haar maag bij de G.G. en G.D. schoongespoeld en vervolgens is zij opgenomen in het Sint Liduinaziekenhuis (hulpziekenhuis) aan de Pelgrimsweg. Op 21 februari 1943 zijn Max Marcus en Selma Neumann in de Polizei- und Untersuchungs Gefängnis Haaren ingeschreven onder de nummers 1735 en 1736. Op 29 maart 1943 zijn ze overgebracht naar Westerbork (barak 60). Op 6 april 1943 zijn ze op transport gesteld naar Sobibor waar ze bij aankomst op 9 april 1943 zijn vermoord.
Op 26 september 2021 zijn voor het huis Tuinstraat 50 twee struikelstenen geplaatst voor het echtpaar Marcus-Neumann.

Gebeurtenis

struikelstenen voor Max en Selma Marcus-Neumann

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Literatuur

  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002).
  • J. Bader, Kroniek van 'n Vervolging, Joden in Tilburg, Waalwijk en omstreken (Soesterberg 2018).
  • Stadsnieuws, 29 september 2021.

Externe links

Noten

  1. Vanaf 26 februari 1942 was het verboden om straten, parken, etc. te vernoemen naar nog in leven zijnde leden van het koninklijk huis. Voor Tilburg had dit consequenties voor het Wilhelminapark (> Noorderpark), het Julianapark (> Goirkepark), de Prinses Julianastraat (> Badhuisstraat) en de Beatrixhof (> Van de Coulsterstraat. De Beatrixhof was overigens niet genoemd naar prinses Beatrix maar naar Beatrix Back van Broekhoven). Na de bevrijding keerden de oorspronkelijke namen weer terug, m.u.v. de naam Beatrixhof
  2. Ook dochter Gisela en schoonzoon Max Maijer waren daar ondergedoken, maar werden niet aangetroffen. Zij doken onder bij de familie Heefer in de Klaverstraat en wisten de oorlog te overleven. Het bedrijf ‘Tempofoon’ werd na de oorlog door Max Maijer en later door diens zoon voortgezet.