Louis Christiaan Toebosch (Maastricht 1916 - Tilburg 2009) studeerde bij Hendrik Andriessen aan de RK kerkmuziekschool te Utrecht, aan het Maastrichts Muzieklyceum en aan het Koninklijk Conservatorium Luik. Tijdens zijn studie ontwikkelde hij zich tot een groot concertorganist en orgelimprovisator. Hij was organist-directeur van de Sacramentskerk in Breda (1940-1965) en docent aan de Muziekschool Breda, het Conservatorium Maastricht en het
Brabants Conservatorium (vanaf 1943). Hier was hij ook dirigent van het
Tilburgs Stedelijk Orkest (1946-1950). Van 1965 tot 1974 was Toebosch directeur van het Brabants Conservatorium. Nadien zou hij zich volledig toeleggen op zijn werk als componist en concertorganist. Hij vervaardigde tussen 1938 en 2004 zo’n 190 composities, waaronder orgelwerken, missen, cantates, sinfoniettas, psalmen, kamermuziek, koorstukken en muziek voor symfonieorkest, fanfare en harmonieorkest. Memorabele concerten in Tilburg met zijn werk waren onder meer die bij de ingebruikname van de
Stadsschouwburg (1961), in
De Pont (2001) en zijn afscheidsconcert op het orgel van de
Heikese kerk (2001). Bij die laatste gelegenheid werd een cd uitgebracht met improvisatieconcerten van Toebosch. In 1951 won hij het Internationaal Orgelconcours Haarlem. Andere prijzen en onderscheidingen waren de Provinciale Prijs voor Schone Kunsten van Noord-Brabant (1962), Ridder in de Orde van Sint Gregorius de Grote (1965), de Sem Dresden-prijs (1966) en de Nassau-Breda-prijs (1969). In 1977 ontving hij een zilveren medaille van de Parijse Société Académique ‘Arts-Sciences-Lettres’ voor zijn vele interpretaties en uitvoeringen van de Franse orgelmuziek. Later volgden de Zilveren Legpenning van de gemeente Tilburg (1981), de Cultuurprijs van de Provincie Noord-Brabant (1986) en de erepenning van de
Tilburgse Kunststichting (2000). Toebosch vervulde ook diverse bestuursfuncties en zat in examencommissies van Nederlandse en Belgische conservatoria.
