Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Louis Bleijs

Pater Ludovicus (Louis) Adrianus Bleijs (Tilburg 1906 – Gorinchem 1945) trad in 1925 in het Redemptoristenklooster te Den Bosch. Hij werd in 1931 tot priester gewijd in Wittem. Van 1932 tot 1938 was hij lector aan het Sint Alfonsus Seminarie te Nijmegen en van 1939 tot 1944 kapelaan aan de Kapel in ’t Zand. Hij was tevens hoofdaalmoezenier van de Binnenlandse Strijdkrachten en in 1944 verbonden aan de Staf van prins Bernhard te Londen. Onder de schuilnaam Lodewijk werkte hij samen met ds. Fredrik Slomp (Frits de Zwerver) en hielp hij onderduikers in de Landelijke Organisatie.

Bleijs kwam op 17 augustus 1945 bij een auto-ongeluk om het leven. Hij werd vanuit de Munsterkerk in het zwaar gehavende Roermond begraven in aanwezigheid van Bernhard, de bisschoppen van Roermond en Den Bosch en veel vertegenwoordigers van de illegaliteit. Een compagnie Stoottroepers bewees hem de laatste militaire eer. De enige die aan zijn graf sprak, was zijn vriend Bernhard.

In 1948 werden hem postuum het Kruis van Verzet en het Kruis van Verdienste toegekend voor zijn ondergrondse activiteiten tegen de Duitsers. In 1988 publiceerde journalist Jan van Lieshout een biografie van Bleijs, getiteld De aal van Oranje. Hierin refereert hij aan de oude verdenking dat het ongeluk van Bleijs het gevolg was van sabotage aan zijn auto.