Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Lillico, William Davidson

William Davidson Lillico
Lillico William.jpg
Volledige namen William Davidson Lillico
Geboortedatum 26-07-1920
Geboorteplaats Edinburgh, Schotland (GB)
Adres 30 Fairview Avenue
Woonplaats New York (US)
Burgerlijke staat ongehuwd
Beroep schrijver van contracten
Overlijdensdatum 25-05-1944
Plaats van overlijden Tilburg

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Achtergrond

William Davidson Lillico wordt geboren op 26 juli 1920 in Edinburgh, Schotland. Hij is de zoon van Walter Davidson Lillico (geb. 13 juli 1879, overl. 27 oktober 1948) en Gertrude Cresswell (geb. 1889). William heeft nog een zus geboren in 1912: Agnes Cresswell Lillico. Vader Walter is ontwerper en architect en voor zijn werk gaat hij regelmatig naar de Verenigde Staten. In 1915, wanneer dochter Agnes drie jaar is, reist het gezin voor eerst heen en weer over de Atlantische Oceaan[1]. Ten tijde dat William geboren wordt woont moeder met dochter Agnes in Schotland. Na drie maanden wordt het gezin met vader Walter herenigd, wanneer moeder met haar twee kinderen de oversteek vanuit Southampton maakt met het schip de Adriatic[2] van de White Star Line. Het schip brengt hen naar Ellis Island bij New York, waar het gezin in de wijk de Bronx[3]gaat wonen. William gaat naar school op The Barnard School in New York van 1926 tot 1938. In 1938 volgt hij een opleidingen voor adverteren voor 6 maanden aan Columbia University. In zijn vrije tijd beoefent William de volgende sporten: voetbal, basketbal, golfen, zwemmen, honkbal, vissen, bowlen, tafeltennis en tennis. Ook is hij in het bezit van een rijbewijs. In 1939 gaat William werken als assistent adverteerder bij Picard Advertising in New York. Hij maakt in 1940 een overstap voor een betere baan naar de British Purchasing Commision waar hij werkt als contract-opsteller totdat hij zich bij de Royal Canadian Airforce aanmeldt.

William Davidson Lillico
Lillico 2.jpg
Een foto uit zijn servicefile.

bron: Library and Archives Canada

Diensttijd

William meldt zich op 26 mei 1942 aan bij de Royal Canadian Air Force [4]. Hij wil graag een opleiding tot piloot gaan volgen. Echter blijkt na een tijdje dat hij daar niet bekwaam voor is en wordt hij omgeschoold naar boordschutter. Na een aantal basistrainingen vertrekt hij naar op 12 juni 1943 naar de No. 2 Air Gunner Ground Training School in Trenton. Op 6 augustus vervolgt hij zijn opleiding tot boordschutter op de No. 3 Bombing and Gunnery School in MacDonald, Manitoba. Zijn airgunners-badge ontvangt hij op 23 juli 1943 en tegelijkertijd volgt promotie naar de rang van Sergeant. In de haven van Halifax, Nova Scotia wordt William op 26 augustus ingescheept. Hij vertrekt in een konvooi richting Engeland, waar hij op 1 september aankomt. Via het No. 3 Personnel Reception Centre komt hij op 21 september 1943 bij het No. 22 O.T.U. [5].

No. 419 Squadron
Hoarty 1.png
Het logo van het "Moose" squadron was een aanvallende eland met het motto: Pas op voor de eland.

bron: www.rcafassociation.ca

Het graf van William Davidson Lillico begin jaren 50.
Lillico 3.jpg
Bron: Servicefile William Davidson Lillico. Library and Archives Canada, Second World War Service Files – War Dead, 1939 to 1947

De bemanning leert elkaar vermoedelijk kennen vanaf 21 januari 1944 wanneer ze ingedeeld worden bij 61 Base in Topcliffe[6]. De bemanning van William wordt op 6 maart 1944 ingedeeld bij het No. 419 squadron. Het No. 419 squadron was een Canadees squadron wat gestationeerd was op vliegbasis Middleton, St. George. Het squadron heeft als bijnaam het “Moose”-squadron. In het logo staat een aanvallende eland en het motto luidt: Moosa aswayita (pas op voor de eland).

Het graf van William Davidson Lillico op de begraafplaats in Bergen op Zoom.
Lillico 4.jpg
Bron: www.findagrave.com

Van de bemanning komt als eerste piloot Donald Matthews Robson in actie. Op 7 en 18 maart vliegt hij als 2e piloot mee met een andere Halifax-bemanning om zo ervaring op te doen en de vuurdoop te krijgen[7][8]. William (als staartschutter) en de andere bemanningsleden hebben hun vuurdoop in de nacht van 23 op 24 maart 1944, waarbij Laon het doelwit wordt. Echter is deze eerste vlucht met hun Halifax II (HR 780) niet succesvol, het doelwit kan door Gordon niet worden geïdentificeerd. Onverrichter zaken keren ze terug naar de basis, de bommen worden niet afgeworpen. William wordt op 23 april gepromoveerd naar Flight Sergeant.

Het No. 419 squadron schakelt in deze maand over van de Halifax II vliegtuigen naar de Lancaster X, waarbij vele bemanningsleden een omscholing moeten krijgen om de Lancaster te kunnen vliegen en bedienen. Na iets meer als een maand hervat de bemanning van William de operationele vluchten met een missie op St. Valery in de nacht van 9 op 10 mei 1944. Op 11 mei volgt een nachtmissie op Boulogne, 12 mei een aanval op Leuven. Na de missie wordt rapport uitgebracht:

Succesvol "A". Doel Leuven met 17 x 500 LB MC[9]. Helder weer, een beetje nevel. Doel geïdentificeerd door 3 TI's[10] in de vorm van een driehoek. Centrum van concentratie van rode TI’s. Het bommenrek bleef een paar seconden hangen, maar werkte weer toen deze werd teruggeduwd. Het lossen ging daarna prima. Zeer grote explosie gevolgd door een rookuitbarsting tot op 450 meter hoogte. We konden onze bommen zien exploderen tussen de TI’s. De aanval leek succesvol.

Op 22 mei is Dortmund het volgende doelwit van een bomaanval door het No. 419 squadron. Helaas mislukt de missie doordat navigator Phillip Seagar Smith zijn zuurstofmasker niet goed aangesloten heeft op het zuurstofdistributiesysteem in de Lancaster, waardoor hij bijna flauwvalt. Als gevolg hiervan wordt het vliegtuig op een verkeerde koers gezet en moeten ze onverrichter zaken terugkeren naar de basis.

Gebeurtenis

De nacht van 24 op 25 mei 1944 wordt een drukke nacht voor de Luchtbeschermingsdienst. Even na middernacht wordt het eerste luchtalarm gegeven. Meerdere vliegtuigen passeren de stad van west van oost. De geallieerden zijn weer op weg naar een doel in Duitsland. Een groep van totaal 432 vliegtuigen valt Aken aan. Op de hoek Tuinstraat–Willem II straat vallen twee bommen.

Er is zeer veel glasschade, gelukkig slechts één lichtgewonde. Richting Middelbeers wordt vuur gezien. Rond 02.00 uur worden opnieuw veel vliegtuigen waargenomen, nu van oost naar west. Zeven vliegtuigen storten brandend neer in diverse richtingen in de omgeving van Tilburg. Ruim drie kwartier later komt de tweede golf over Tilburg. Twee vliegtuigen storten neer: Eén nabij de Dongense Vaart en de tweede, in hoofdzaak bemand met Canadezen van het 419. Squadron van de Royal Canadian Air Force, komt neer onder de gemeente Tilburg, ten westen van de weg Tilburg-Loon op Zand, genaamd ‘Moleneind’. Het vliegtuig is opgestegen van de basis Middleton St. George en behoort tot de No. 6 Group Bomber Command. Rond 02.50 uur wordt het toestel aangeschoten door een Duitse jager, explodeert in de lucht en stort brandend neer. Van de zevenkoppige bemanning komen er zes direct om het leven. Lillico overlijdt op 26 mei aan zijn verwondingen.

In opdracht van de Duitse instanties worden de mannen op 30 mei 1944 begraven aan de Gilzerbaan. William Davidson Lillico wordt in 1948 herbegraven op de Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom. [11]

Behalve Lillico sneuvelden:

Graf

William Davidson Lillico is begraven op het Canadese oorlogskerkhof in Bergen op Zoom, vak 5, rij H, graf 1 en hij wordt herdacht op Bomber Command Memorial Wall in Nanton.

Externe Links

Noten

  1. www.findmypast.co.uk Passenger Lists Leaving UK 1890-1960 New York, United States
  2. www.findmypast.co.uk New York Passenger Lists & Arrivals, NARA publication number M237 and T715
  3. www.findmypast.co.uk US Census 1930, Bronx, New York, United States
  4. Library and Archives Canada: Genealogy / Military / Second World War Service Files – War Dead, 1939 to 1947. LILLICO, WILLIAM DAVIDSON
  5. Nr. 22 O.T.U. (Operational Training Unit) werd in april 1941 opgericht op RAF Wellesbourne Mountford als onderdeel van No.6 Group RAF Bomber Command om bemanningen van nachtbommenwerpers te trainen met de Vickers Wellington.
  6. Op 61 Base in Topcliffe was No. 1659 Heavy Conversion Unit gestationeerd, waarbij bemanningsleden werden getraind om te vliegen met zware viermotorige bommenwerpers
  7. The National Archives. 419 RCAF (Royal Canadian Air Force) Records of Events. AIR 27/1823/6, AIR 27/1823/8, AIR 27/1823/10
  8. The National Archives. 419 RCAF (Royal Canadian Air Force) Summary of Events: AIR 27/1823/5, AIR 27/1823/7, AIR 27/1823/9
  9. Bommenlast van 17 x 500 pond Medium Capacity, General Purpose.
  10. TI staat voor target indicator, doelen werden door Pathfinders, veelal Mosquito’s gemarkeerd door lichtfakkels. Zo kon men toch in het donker het doel onderscheiden en de bommenlast lossen tussen de markeringen (TI's) in.
  11. Bron: G. Kobes, De Tilburgse Koerier, 12 oktober 1989.