In 1852 schreef mr. J.I.D. Nepveu in zijn bundel Studie en uitspanning het verhaal Tobias Morello (1669-1674) over de partisane Lijs de Saint Mourel. Het verhaal begint in 1669 in herberg De Gekroonde Zwaan op de
Heuvel. In een novembernacht van dat jaar speelde zich daar een drama af, toen een Franse zakenman er verbleef en viel voor de charmes van het Franssprekende kamermeisje Lijs de Saint Mourel, dochter van een in Oisterwijk wonende Fransman. Hij wou haar meenemen naar haar vaderland om haar zogenaamd terug te brengen naar haar rijke familie. Maar de zakenman kwam ten val en werd aan zijn eigen degen geregen. Een ander verhaal vertelt dat Lijs hem met een mes had neergestoken. Hoe dan ook vluchtte ze verkleed als man de grens over. In het Belgische Dendermonde ging ze als Tobias de Morello in Spaanse dienst. Zo ging ze lange tijd als man door het leven en nam ze deel aan de guerrillastrijd tegen de Fransen (1672). ‘Tobias’ werd op 17-jarige leeftijd bevorderd tot bevelhebber van een halve compagnie. In 1673 raakte de vaandrig bij de verovering van Bonn gewond aan de borst en werd ze ontmaskerd. Hiermee kwam een einde aan Lijs’ militaire loopbaan. Ze werd ontboden op het hoofdkwartier van stadhouder Willem III in Breda, waar ze met een jaargeld van tweehonderd gulden een herberg begon op de Oude Markt. Vervolgens trouwde ze met de Tilburger Jacob Weijerman. Zij kregen een zoon, de later bekend geworden publicist Jacob Campo Wijerman.
