Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Levensschool

Toen in 1955 de leerplicht werd verlengd, mochten jongens vanaf 14 jaar gaan werken (meisjes nog niet). De wet bepaalde echter dat zij één dag per week naar school moesten. Hierin voorzag de in februari 1955 opgerichte Katholieke Levensschool. De jongens leerden hier geen vak, maar werden door cursussen en andere activiteiten wegwijs gemaakt in de maatschappij. Daarnaast had de school een niet te onderschatten sociale functie. In juli 1958 werden de eerste diploma’s uitgereikt.

Het college van B. en W. besloot vanaf december 1955 het gebouw van de Philharmonie gelegen aan de Kloosterstraat tijdelijk ter beschikking te stellen. Dit gebouw was echter niet geschikt en door medewerking van het kerkbestuur van de parochie 't Heike kwam de St. Dionysiusschool aan de St. Anthoniusstraat beschikbaar.

In 1956 namen negen Tilburgse bedrijven deel aan de Levensschool door jeugdige arbeiders in de gelegenheid te stellen een cursus te volgen: AaBe Wollenstoffen- en Wollendekenfabriek, Beka N.V. Wollenstoffenfabriek, Gebroeders Diepen Wollenstofenfabriek, H.F.C. Enneking N.V. Textielfabriek, N.V. Lakenfabriek Elias Eras, Janssens de Horion Wollenstoffenfabriek N.V., N.V. wollenstoffenfabriek A. van Spaendonck en Zn., Tilburgse Katoenspinnerij Tilburg en N.V. Volt Metaaldraadlampenfabriek.

In 1969 verhuisde de Levensschool naar een nieuw gebouw aan de Dr. Deelenlaan. Onder meer door verlenging van de leerplicht en het toegenomen aanbod aan beroepsopleidingen kwamen er steeds minder leerlingen. In 1971 ging de Levensschool op in het Streekcentrum.