In een document uit 1569 is voor het eerst sprake van een ‘scole’. Verder bestond er rond 1600 ook al een
Latijnse school. De hoofdschool stond bij de kerk en elders in het dorp stonden ‘bijschooltjes’. Aan het begin van de negentiende eeuw waren er vier openbare scholen, met samen ruim vierhonderd leerlingen. Er was veel schoolverzuim, en de kwaliteit van het onderwijs was ver onder de maat. Iemand die zich het lot van de kinderen aantrok, was pastoor Joannes Zwijsen (mgr.
Joannes Zwijsen). Hij verordende dat kinderen niet tot de Eerste Communie mochten worden toegelaten als ze niet konden lezen en schrijven. Voor de jongste kinderen richtte hij ‘armenscholen’ op, voor de ouderen waren er de
zondagsscholen. De eerste armenschool voor meisjes werd in 1832 opgericht bij de
Zusters van Liefde. Die voor jongens kwam in 1849 in de wijk Kerk (Heike). Deze Vincentiusschool was ook de eerste fraterschool in Tilburg (
Fraters van Tilburg). Ze stond op de hoek van de tegenwoordige Schoolstraat en de Vincentiusstraat. Aan het einde van de negentiende eeuw waren er vijf openbare en acht katholieke lagere scholen. De openbare scholen stonden in de wijken Kerk, Heuvel,
Korvel,
De Veldhoven en
De Heikant. Voor jongens waren er
Saint Denis en een fraterschool in de wijk Kerk, twee fraterscholen op
't Goirke en één op Korvel. Zusterscholen voor meisjes waren er in de wijken Kerk, Goirke en Korvel.
Zie ook
