In 1901 trad de leerplichtwet in werking, waarna kinderen van 6 tot 12 jaar verplicht waren om onderwijs te volgen. Tilburg telde in 1901 vijf openbare lagere scholen met in totaal 552 leerlingen. Het totaal aantal leerlingen van de inmiddels elf katholieke scholen bedroeg toen bijna het tienvoudige, namelijk 5227. Door de sterke bevolkingsgroei nam het aantal katholieke scholen tussen 1900 en 1965 in snel tempo toe, terwijl het leerlingenaantal van de openbare scholen een dramatische daling vertoonde. In 1940 waren er nog drie openbare scholen, in de Molenstraat, in de Korte Schijfstraat en een ulo in de Langestraat. De school aan de Molenstraat werd in 1950 gesloten, waarna hier de bijzonder-neutrale
Jan Ligthartschool kwam. In 1965 telde Tilburg 29 parochies met samen 27 jongensscholen, 27 meisjesscholen en vijf gemengde scholen. Verder waren er een openbare, een bijzonder-neutrale en twee protestants-christelijke lagere scholen. Voor het bijzonder lager onderwijs waren er twaalf scholen, zoals voor verstandelijk gehandicapten, de scholen van Huize
Nazareth en
Charlotte Oord en de school voor woonwagenkinderen. Ook waren er drie scholen voor voortgezet gewoon lager onderwijs. Door de ontkerkelijking en de secularisering van het onderwijs verdwenen vanaf halverwege de jaren zestig de fraters (
Fraters van Tilburg) uit het onderwijs. In 1985 werden
kleuterschool en lagere school samengevoegd tot de basisschool en in 1995 fuseerden twintig Tilburgse basisscholen tot negen grote scholen. Nu zijn er in Tilburg zo’n 50 basisscholen: 33 katholieke, negen openbare, vier bijzonder-neutrale, een islamitische, een protestants-christelijke en een vrije school. Daarnaast zijn er nog zeven basisscholen voor speciaal onderwijs.
Zie ook
