Koster Peerke Liebregts

Peerke Liebregts, geboren in de Rôomepap aan de Brandse kerkpad, werd na de lagere school eerst manusje van alles op het kasteel en later bij burgemeester Joseph van Iersel. Hij leerde aanvankelijk het boerenvak en werkte daarna op leerlooierijen in Udenhout, Oisterwijk en Amsterdam. Ondanks het hoge salaris daar kwam Peerke terug naar Udenhout. Pastoor Van der Heijde benoemde hem in 1903 niet alleen tot koster, maar belastte hem ook met het onderhoud van de Pauluszaal en met de bediening van de acetyleenfabriek waarmee de lichtvoorziening in kerk en school werd geregeld. Onder pastoor Van Eijl onderhield hij ook de sportvelden van het patronaat en de hertenwei. Vanaf 1911 was Peerke ook doodsgraver. Bovendien woonde hij met zijn gezin van 10 kinderen in een huisje van de parochie aan het Kloosterpad voorbij de poort van de school. Op verzoek van de pastoor nam hij vaak lange tijd zwervers op in huis. Hij scheerde ook elk week de kruintjes van pastoor en kapelaans. Hij was medeoprichter van de Werkliedenbond en hij speelde hoofdrollen in toneelstukken die de Werkliedenbond opvoerde. Hij is koster geweest tot 1933. Op zaterdagavond 29 juli van dat jaar kreeg Peerke terugkerend van een feestje in den Duin een auto-ongeluk. De chauffeur reed op de gevaarlijke draai van de Schoorstraat tegen een boom. In den nacht per brancard thuisgebracht met een verbrijzeld been werd hij zondag naar het Gasthuis Tilburg vervoerd. Het heeft er lange tijd om gehangen, of het been moest worden afgezet. Adriaan Kremers, misdienaar, 16 jaar oud, nam voorloopig de voornaamste kostersfuncties waar en werd 20 augustus den ganschen dag als vice-koster aangesteld. De keuze was een gelukkige. Peerke bleef wel doodsgraver tot aan zijn tachtigste verjaardag in 1952. Na 1952 bleef hij het kerkhof mee verzorgen tot zijn vrouw Dora van de Laar overleed en Peerke naar Tilburg verhuisde om bij zijn oudste dochter in te wonen. Nog even kwam Peerke terug naar Udenhout, waar hij in 1963 negentig jaar oud overleed.