Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Kok, Willem Adriaan Louis

Frater Claudius Kok
Frater Claudius.jpg
Bron: Verleden en heden van de congregatie der Fraters van Tilburg, nr. 5/maart 1946
Volledige namen Willem Adriaan Louis Kok
Geboortedatum 03-11-1899
Geboorteplaats Semarang (Java, ID)
Adres Capucijnenstraat 76
Woonplaats Tilburg
Beroep Missiefrater
Overlijdensdatum 03-01-1945
Plaats van overlijden Bangkinang (Sumatra, ID)
Bijzonderheden Door de Japanse bezetter geïnterneerd en overleden in het mannenkamp bij Bangkinang.


Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Kok, Willem Adriaan Louis, geboren in Semarang (Java, Indonesië) op 03-11-1899, ongehuwd, missiefrater op Sumatra (Indonesië). Zoon van Pieter Kok (1869-1911) en Joanna Adriana van Bremen (1869-1944). Frater Claudius Kok overlijdt op 03-01-1945 in het mannenkamp bij Bangkinang op Sumatra.

Achtergrond

Willem Adriaan Louis Kok wordt geboren in Semarang (ID) op 3 november 1899. Vader Pieter Kok (Amsterdam 1869 – Meester Cornelis, ID, 1911) is de zoon van een winkelier. Moeder Joanna Adriana van Bremen (Amsterdam 1869 – Raamsdonk 1944) is de dochter van een sergeant bij de marine. Zij is onderwijzeres. Vader Pieter is opgeleid tot militair aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. In 1890 wordt hij aangesteld als officier bij het wapen van de infanterie in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Hij vaart met het ‘SS Semarang’ naar zijn nieuwe bestemming. In 1893 trouwt hij met Joanna Adriana in Bandjermasin op Borneo. De echtelieden krijgen drie kinderen, alle drie zonen, die in Nederlands-Indië worden geboren. Vader Pieter wordt achtereenvolgens bij infanteriebataljons geplaatst op Borneo, Sumatra, opnieuw Borneo, de Molukken en Cebeles. Hij neemt deel aan krijgsverrichtingen in Atjeh (1894-1896) en op Celebes (1907-1908). Nadat hij zijn gezin naar Nederland heeft gestuurd, overlijdt hij 1911 door een schotwond in het hoofd.[1]

Willem Kok verblijft in 1911 met zijn moeder en broers in ’s-Hertogenbosch, waar zijn grootouders van moederskant wonen. In 1913 vertrekt hij naar Goirle en in 1917 vanuit Goirle naar Gasthuisstraat 68 in Tilburg. Op dit adres staat het moederhuis van de congregatie van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, beter bekend als de Fraters van Tilburg (CMM). Een congregatie is een vrome vereniging om het katholieke leven in gezinnen en samenleving te bevorderen. Bij deze congregatie wordt hij in april 1917 ingekleed en in augustus 1921 geprofest. In 1920 verhuist hij van het moederhuis naar het fraterhuis op Capucijnenstraat 76, vanwaar hij in 1923 als onderwijzer naar de missie van Padang op Sumatra (Nederlands-Indië) reist.[2]

Moederhuis van de Fraters van Tilburg aan de Gasthuisstraat, vanaf 1920
Bron: Collectie Regionaal Archief Tilburg.

Fraters van Tilburg

De congregatie van de Fraters van Tilburg is in 1844 door bisschop Joannes Zwijsen (1794-1877) gesticht om onderwijs te geven en pastoraal werk, jeugdwerk en missiewerk te doen. Bisschop Zwijsen had in 1832 in Tilburg al de congregatie opgericht van de Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van barmhartigheid. De fraters zijn hun werk begonnen met de opvang van weeskinderen en met onderwijs aan kinderen van fabrieksarbeiders. In de gebouwen van de congregatie aan de Gasthuisstraat richten zij een weeshuis voor jongens, een lagere school voor arme jongens, een drukkerij en een opleiding voor frater-onderwijzers op.[3]

Missie van de Fraters

Vanaf het midden van de negentiende eeuw is vanuit Tilburg een groot aantal missies ondernomen. Het doel van deze missies is mensen met een andere religie te bekeren tot het christelijk geloof. Protestanten spreken over zending, Rooms-Katholieken over missie. Tilburg ontwikkelt een omvangrijke missie-infrastructuur. Centra daarvan zijn onder andere, de Paters Oblaten, de Kapucijnen, de Fathers van Mill Hill (De Rooi Pannen), de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus en de Fraters van Tilburg. De Fraters van Tilburg starten met hun missiewerk op de Nederlandse Antillen (1886). Daarna volgen Suriname (1902), Indonesië (1923), Kenya (1958), Congo (1958-1975), Namibië (1959) en Brazilië (1960).[4]

Missie in Nederlands-Indië

De missie van de fraters in Nederlands-Indië start in 1923 op Sumatra, eerst in Padang en daarna in Medan. Onder het bestuur van de missie op Sumatra, dat wordt gevormd door drie fraters, ressorteren twee fraterhuizen. In Padang staat het fraterhuis van de ‘H. Fidelis van Sigmaringen’. De fraters hier werken op een MULO-school, een Europese School en een Hollands-Chinese School. In Medan staat het ‘Huis van Christus Koning’, de fraters werken er op de Hollands-Chinese school.[5]

Frater in Padang

Frater Claudius Kok is vanaf het begin betrokken bij de missie in Padang, samen met de fraters Paulus Jacobs, Severinus Aarts, Hermenigildus Fromm en Theodatus van Oers. Dit vijftal opent in Padang twee lagere scholen: de Europese School en de Hollands-Chinese School. Frater Claudius zal 22 jaar in Padang werken met tussendoor, na de eerste tien jaar missiewerk, vakantie in Nederland.[6]

Missiegebieden van de Fraters van Tilburg ca 1930: Padang op Sumatra omcirkeld
Kaart Sumatra.jpg
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam (P. Noordhoff)

Japanse bezetting

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Nederlands-Indië komt onder Japans bewind te staan. Omdat Japan Nederlands-Indië wil opnemen in een nieuwe Aziatische politieke en economische orde, moeten alle westerse invloeden worden uitgebannen. Een van de maatregelen daartoe is de onmiddellijke internering van Nederlandse burgers in burgerkampen. Volgens schattingen zijn 100.000-110.000 Nederlandse burgers door de Japanners geïnterneerd, inclusief missionarissen. In 1940 zijn 570 priesters, 1860 zusters en 530 broeders van 58 verschillende ordes en congregaties actief in de missie in Nederlands-Indië. Het grootste deel van hen wordt geïnterneerd; Japan betitelt hun aanwezigheid als gevaarlijk en ondermijnend, omdat zij de christelijke religie verspreiden. Gaandeweg de oorlog worden de leefomstandigheden van de geïnterneerde burgers steeds slechter. In het laatste jaar van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië groeit het aantal sterfgevallen onder hen snel door ziekte, uitputting en ondervoeding. De schattingen van het aantal geïnterneerden dat in de Japanse burgerkampen is omgekomen variëren van 13.000 tot 16.800 personen. Onder hen zijn leden van de congregatie van de Fraters van Tilburg.[7]

Plattegrond van het mannenkamp bij Bangkinang
Bangkinangkamp.jpg
Bron: Indische Kamparchieven
Tekening van het mannenkamp bij Bangkinang
Bangkinangtekening.jpg
Bron: H. van den Bos, Padang en Bangkinang, 2006

Kamp bij Bangkinang

In maart 1942 begint de internering van Nederlandse burgers in Midden-Sumatra. In Padang worden vanaf 7 april ruim 1000 mannen en jongens ouder dan 15 jaar opgesloten in de Moeara gevangenis (‘De Boei’), en circa 1300 vrouwen en kinderen in het Missiecomplex van de stad. De mannen en oudere jongens verlaten gevangenis ‘De Boei’ op 17 en 18 oktober 1943 in twee groepen van elk zo’n 500 personen. Zij komen terecht in een mannenkamp bij Bangkinang. Hun plaats in de gevangenis wordt ingenomen door de vrouwen en kinderen uit het Missiecomplex. Het mannenkamp bij Bangkinang, een dorp in West-Sumatra dat in de rubberbossen ligt, is ingericht in een verlaten rubberfabriek. Het kamp bestaat uit fabrieksgebouwen zoals droogloodsen en een walsenloods, en een aantal nieuwe barakken van bamboe met bladerbedekking. De omheining van het kamp wordt gevormd door een houten schutting en prikkeldraad. In december 1943 gaan de vrouwen en kinderen uit ‘De Boei’ op transport naar een nieuwgebouwd vrouwenkamp, ook bij Bangkinang. Het vrouwenkamp, een barakkenkamp, ligt een tweetal kilometers van het mannenkamp vandaan. Tussen beide kampen is een begraafplaats aangelegd.[8]

De commandant van het mannenkamp is kapitein Hashimoto Hadejiro. Heiho’s (Indonesische hulpsoldaten van de Japanse bezetter) bewaken het kamp. De kampleider is de gevangen genomen resident van Sumatra’s Westkust, drs. Gerardus Arnoldus Bosselaar (1893-1969). In 1950 wordt hij onderscheiden met de Verzetsster Oost-Indië, omdat hij, aldus de motivatie, met groot persoonlijk risico hardnekkig verzet heeft gepleegd.[9]

Dood in Kamp Bangkinang

Ook frater Claudius Kok wordt in het mannenkamp van Bangkinang geïnterneerd, zo blijkt uit een naoorlogse namenlijst van het kamp. In december 1943 verblijft hij in Barak A. In het kamp overlijden 131 gevangenen. Frater Claudius is een van hen, net als medefrater Hermenigildus Fromm. Frater Claudius sterft op 3 januari 1945, nadat hij is voorzien van de H.H. Sacramenten. Overleden gevangenen worden begraven op de begraafplaats tussen het mannenkamp en het vrouwenkamp. Hun stoffelijke resten worden in 1947-1948 overgebracht naar het Nederlandse Ereveld in Padang en in 1962 naar het Ereveld Leuwigajah in Cimahi op Java. Het graf van frater Claudius is niet bekend.[10].

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.
  • Charles van Leeuwen, 'De helpende hand van de fraters. 175 jaar fratergeschiedenis in hoofdlijnen', in: Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 27 nr. 1, 2019.
  • H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006.

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg 565, invnr. 231 W.A.L. Kok; Oorlogsgravenstichting W.A.L. Kok; japanseburgerkampen.nl; Regionaal Archief Tilburg 410 Bidprentjesverzameling 3.1.1945; Regionaal Archief Tilburg Burgerlijke Stand overlijden Raamsdonk 11.4.1944 akte 38; Regionaal Archief Tilburg 2517 Bevolkingsregister Hooge en Lage Zwaluwe 1880-1890 f127; Regionaal Archief Tilburg 2706 Bevolkingsregister Raamsdonk 1891-1927 f53; Stadsarchief Amsterdam 5009 Burgerlijke Stand Geboorten Amsterdam 10.6.1869 f47; Stadsarchief Amsterdam 5009 Burgerlijke Stand Geboorten Amsterdam 7.10.1869 f108; Stadsarchief Amsterdam 5000 Bevolkingsregister Amsterdam 1874-1893 f44; Stadsarchief Amsterdam 5416 Bevolkingsregister Amsterdam 1921-1925 (1904-1910) f187; Stadsarchief Amsterdam 5182 Militieregisters Amsterdam 1827-1940; Regerings-Almanak voor Nederlandsch-Indië 1895 p.305 (roosjeroos.nl) Huwelijk Bandjermasin 30.11.1893; Regerings-Almanak voor Nederlandsch-Indië 1912 p.122 (roosjeroos.nl) Overlijden Meester Cornelis 5.2.1911; Regerings-Almanak voor Nederlandsch-Indië 1901 Tweede gedeelte p.639; Nationaal Archief 2.10.50 Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën, Stamboeken en pensioenregisters van Militairen KNIL in Oost- en West-Indië 1815-1949 (1954) 41 controleboek 14 1815-1949 (1876-1899) f3572; Delpher, De Preanger-bode 7.2.1911; Delpher, Nieuwsblad van het Noorden 6.2.1911.
  2. Regionaal Archief Tilburg 565, invnr. 231 W.A.L. Kok; Regionaal Archief Tilburg 0906 Bevolkingsregister Goirle 1910-1937 f3932; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f79 en f158; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f76; Regionaal Archief Tilburg 1182 Collectie adresboeken van Tilburg; Oorlogsgravenstichting W.A.L. Kok; wierookwijwaterenworstenbrood.nl; wikimiddenbrabant.nl/Congregaties; BHIC 550 BS overlijden Den Bosch 26.2.1913 akte 125; Delpher, Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 8.2.1911.
  3. erfgoedkloosterleven.nl; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; wierookwijwaterenworstenbrood.nl/; cmmbrothers.org.
  4. erfgoedkloosterleven.nl/; cmmbrothers.org; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; wikimiddenbrabant.nl/Missie; Charles van Leeuwen, De helpende hand van de fraters. 175 jaar fratergeschiedenis in hoofdlijnen, Tilburg, Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 27 nr. 1, 2019.
  5. cmmbrothers.org; Delpher, Pius-Almanak jrg. 57 1931, jrg. 59 1933, jrg. 60 1934, jrg. 61 1935, jrg. 62 1936, jrg. 66 1940, jrg. 67 1941, jrg. 68 1942; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie.
  6. Regionaal Archief Tilburg 565, invnr. 221 en 231 W.A.L. Kok; cmmbrothers.org; Delpher, Pius-Almanak Jaarboek van katholiek Nederland jrg. 57 1931, jrg. 58 1932; Delpher, De Tijd 5.1.1934; Delpher, De Sumatra post 28.6.1934.
  7. Indischekamparchieven.nl; tweedewereldoorlog.nl; isgeschiedenis.nl; indischherinneringscentrum.nl; oorlogsbronnen.nl; niod.nl/nl/veelgestelde-vragen/japanse-bezetting-en-pacific-oorlog-cijfers; brabantsegesneuvelden.nl/; brabantserfgoed.nl; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16; erfgoedkloosterleven.nl.
  8. H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006; indischekamparchieven.nl; japanseburgerkampen.nl; Netwerk oorlogsbronnen.
  9. H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006; indischekamparchieven.nl; japanseburgerkampen.nl; wikipedia.org; Nationaal Archief 2.02.32 Inventaris van het archief van de Kanselarij der Nederlandse Orden 1815-1994 G.A. Bosselaar; Erfgoed Leiden e.o. 0351 Burgerlijke Stand geboorten Oegstgeest 22.2.1893 akte 24; Haags Gemeentearchief 335-01 Burgerlijke Stand overlijden ’s-Gravenhage 24.3.1969 akte L221; indonesischearchipel.wordpress.com.
  10. H. van den Bos, Padang en Bangkinang (Sumatra’s Westkust) 1942-1945, Tweede druk, Zoetermeer 2006; Regionaal Archief Tilburg 410 Bidprentjesverzameling WAL Kok 3.1.1945; Regionaal Archief Tilburg 565 map 231 W.A.L. Kok en map 221; Oorlogsgravenstichting W.A.L. Kok; Oorlogsbronnen.nl W.A.L. Kok.