Kleine Academie

In 1915 werd de Tilburgsche RK Volksuniversiteit Kleine Academie opgericht, na Amsterdam (1913) en Groningen (1914) de derde volksuniversiteit in Nederland. De doelstelling was wetenschap en kunst toegankelijk te maken voor volwassenen in de lagere bevolkingsklassen. Mede om die reden werd de naam Kleine Academie in de communicatie toegepast. In 1915 werd de eerste expositie georganiseerd in een patronaat. In 1942 werd het archief van de Kleine Academie door de NSB in beslag genomen en is nooit meer teruggevonden. Na de Tweede Wereldoorlog volgde een bloeiperiode met onder meer talencursussen voor emigranten. In 1946 telde de academie 4500 leden. In 1961 werd de Stadsschouwburg geopend, waardoor er een vast onderkomen was voor cursussen, lezingen, concerten en toneeluitvoeringen. Het ledenaantal was in 1964, de tijd dat de tv gemeengoed werd, gedaald tot 1400 particulieren en 20 bedrijven. Vanaf toen richtte de volksuniversiteit zich op maatschappelijk georiënteerde educatie, zoals taalcursussen voor gastarbeiders en cursussen omtrent vrouwenemancipatie, alfabetisering en creatieve vakken. In 1968 hield G.K. van het Reve nog een voordracht voor de Kleine Academie in de Nieuwe Koninklijke Harmonie. De Kleine Academie stopte in 1972. In 1964 publiceerde A.M. Lauret het boek Stroomversnelling (Een gedenkschrift bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Kleine Academie te Tilburg).