Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur

In 1924 werd door de Fraters van Tilburg de Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur opgericht, waarin zes congregaties van mannelijke onderwijsgevenden waren vertegenwoordigd (Tilburg, Maastricht, Utrecht, Dongen, Oudenbosch en Huijbergen). De Keurraad werkte mee aan de realisatie en het verspreiden van ‘goede roomsche lectuur’. Frater Sigebertus Rombouts CMM was de initiatiefnemer van de Keurraad, en hij uitte zijn bezwaren tegen ‘neutrale’ lectuur in zijn boek Wat laat ik m’n kinderen lezen? (1925). Tussen 1925 en 1960 werd door de Drukkerij van het RK Jongensweeshuis de jaarlijkse Rafaëlcatalogus uitgegeven, waarin de goedgekeurde jeugdboeken stonden. ‘Geschikte’ boeken kregen een Keurraadstempel. Dit stempel gaf een waarborg voor de inhoud, namelijk een ‘positief goed’ rooms-katholiek jeugdboek. Deze boeken werden op scholen, via de scholen en onder de ouders gepropagandeerd. Tegen Sinterklaas werden met de boekhandels tentoonstellingen van goede jeugdboeken op de scholen verzorgd. Later werd de naam gewijzigd in Katholieke Keurraad voor Jeugdlectuur. In 1949 wierp de Informatie-Dienst Inzake Lectuur zich op als strijder voor het goede jeugdboek. Spoedig gaven de Keurraad en de IDIL gezamenlijk boekenlijsten uit. In 1957 fuseerde de Keurraad met de IDIL. Het archief van de Keurraad bevindt zich bij de fraters.