Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Kasteel Broekhoven

In 1309 droeg Walterus Bac van Baescot aan zijn zoon Willelmus de antiqua bona de Broechoven over. Dat hier over ‘antiqua bona’ (oude goederen) wordt gesproken, betekent dat Broechoven al langer bestond. Broechoven was een huis of hof, al dan niet omgeven met een wal en een gracht en verbonden met een of meer aangrenzende hoeven. Het goed, dat steeds niet-leenroerig bezit bleef en nooit aan de hertog van Brabant werd overgedragen, was tot in de zestiende eeuw eigendom van het geslacht Van Broechoven. Jonffr. Beatrijs van Broechoven trouwde vóór 1494 met joncheer Gerbrand van Coulster en zij overleed in 1532. In 1561 ging het huis over op het geslacht Van Merode. In juni 1581 werden de twee kastelen van Tilburg (ook Kasteel van Tilburg) door de Staatse troepen belegerd en verwoest. Broekhoven was in de loop der tijd van een ‘mansio’ uitgegroeid tot een omwaterd kasteel. Hiervan waren alleen de fundamenten overgebleven, en het moet herbouwd zijn tussen 1600 en 1675. In 1675 is joncheer Matthijs de Cannart, schout van de heerlijkheid Venloon, eigenaar. In 1755 gingen het huis en de bijbehorende landerijen van joncheer Engelbert François de Cannard d’Hamale, heer van Turnhout en Beerse over op Johan van Hanswijk. Van de familie Van Hanswijk ging het goed aan het einde van de achttiende eeuw over op de familie Van Rijswijk en in de negentiende eeuw achtereenvolgens op de families Peijnenburg en Brouwers. Omstreeks het midden van de achttiende eeuw moet het huis in verval zijn geraakt. De laatste eigenaar was Johannes Kerstens, die in 1904 in de nabijheid een villa liet bouwen. Op dit terrein werd later de Tilburgsche Wolwasscherij gebouwd en in 1979 kwam hier de Wolkat. In 2007 werd op de plek van de afgebrande bedrijfspanden aan de Berglandweg archeologisch onderzoek naar het kasteel verricht.