Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Karel de Grote

Midden zevende eeuw was Pepijn van Herstal de belangrijkste Frankische bestuurder. Hij nam de titel aan van hertog van de Franken. Hij bezat een eigen leger en hij verdeelde de belangrijkste rijksfuncties, honderd bisschopsstoelen en driehonderd graven- en hertogentitels. Pepijn stierf in 714. Na een machtsstrijd tussen zijn vrouw en zijn maîtresse won uiteindelijk de zoon van de maîtresse de strijd. Hij heette Karel en zou de eerste van drie sterke leiders zijn: Karel Martel, Pepijn de Korte en Karel de Grote. Dit geslacht is de geschiedenis ingegaan als de Karolingen. Karel de Grote was vanaf 768 maar liefst 43 jaar lang de absolute machthebber van het Frankische rijk en hij liet zich in 800 door de paus tot keizer kronen, als uiting van zijn macht. Het zorgde in elk geval voor een stabiele periode in West-Europa. Hij was niet uit op vergroting van zijn rijk, maar had wel wat te stellen aan de grenzen van zijn rijk. Veel belangrijker is de rol van Karel de Grote in zijn binnenlands bestuur. Hij ging er echt voor dat het leven op een hoger niveau kwam. Hij was bezig met marktrecht, rechtspraak en munt- en douanewezen, bouwkundige zaken. Hij is bekend van de introductie van het drieslagstelsel in de landbouw. Tot dan toe was het heel gebruikelijk een bos te kappen, de grond te gebruiken voor de landbouw en na uitputting van de grond die te laten voor wat het was en ergens anders een bos te kappen. Het drieslagstelsel voorziet erin door driejaarlijkse wisseling van gewas de bodem niet uit te putten, maar continu te kunnen blijven gebruiken.

Karel de Grote had veel macht gegeven aan bevriende hertogen, graven en bisschoppen in zijn rijk, die hem hadden geholpen in een oorlog of op een andere manier. Hij had zoveel macht uit handen gegeven dat het rijk voor zijn zoon en kleinzonen onbestuurbaar werd met familieruzies als gevolg. Terwijl het spel van de macht het rijk uiteen deed vallen, stond er tot overmaat van ramp een nieuwe vijand voor de deur: de Noormannen.