Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Köstenmann Arthur Israel Erwin

Twee Oostenrijkse vluchtelingen van Joodse afkomst komen begin maart 1939 samen met de trein naar Udenhout en lopen met hun koffer naar Huize Sint Felix aan de Kreitenmolenstraat, waar de zusters zich over hen ontfermen. Artur Köstenmann is 54 jaar, Otto Wachtel vijftig jaar oud. De eerste wordt drie jaar later weggevoerd naar Westerbork om later in Auschwitz vermoord te worden. Otto Wachtel (ook van Joodse afkomst) ontspringt de dans en blijft tot zijn dood in 1956 in Udenhout wonen.

Artur Israel Erwin Köstenmann is op 20 mei 1884 in Wenen geboren uit Joodse ouders. Zijn vader Jacob komt uit Tarnopel (Oekraïne), zijn moeder Lotty is geboren in Tarnow (Polen).

Hoe fel Nazi’s tegen Joodse christenen gekant waren, toont het lot van de rooms-katholieke Joden in Nederland. Op 26 juli 1942 wordt zowel in de protestantse als in de rooms-katholieke kerken een gezamenlijk protest tegen de deportatie van Joden en het wegvoeren voor dwangarbeid voorgelezen. In de rooms-katholieke kerken wordt daarnaast ook de tekst voorgelezen van een telegram dat de kerkleiding op 11 juli aan de rijkscommissaris heeft gestuurd met daarin het verzoek om af te zien van de deportaties van Joden naar het oosten. Daarover zijn de Duitse autoriteiten zo kwaad, dat zij besluiten de rooms-katholieke Joden met voorrang te deporteren. Een week later, op zondag 2 augustus, worden alle rooms-katholieke Joden gearresteerd. Zij die gemengd gehuwd zijn, worden later weer vrijgelaten. Wanneer de niet-joodse partner van je is gescheiden, word je wel gedeporteerd. De gearresteerden gaan via Westerbork naar Auschwitz, waar zij bij aankomst werden vergast. Niemand van deze groep heeft het overleefd. Onder hen zijn een groot aantal nonnen en kloosterbroeders, zoals de filosofe Edith Stein (die later door de rooms-katholieke kerk heilig is verklaard). In Tilburg en omstreken worden 21 katholieke Joden gearresteerd, waaronder zeven leden van de familie Löb. De broers Ignatius, Nivardus en Linus waren ingetreden bij de trappisten de zussen Hedwigis, Maria-Theresia en Veronica bij de trappistinnen. De aankomst van vrouwen in kloosterkleed en mannen in habijt in Auschwitz veroorzaakte nogal wat verbazing bij de andere Joodse gevangenen.

Ook Artur wordt op die tweede augustus 1942 gearresteerd en weggevoerd naar Westerbork. De eenheid Einsatzstab Reichleiter Rosenberg die de inventaris opneemt van afgevoerde Joden gaat kijken bij Huize Felix maar treft daar geen eigendommen aan. Behalve een koffer met kleding en wat persoonlijke spullen kan hij die ook niet gehad hebben. In 1950 doet het ministerie van Justitie aangifte van zijn overlijden. Volgens de dodenboeken van Auschwitz overlijdt hij daar op 8 september 1942. De officiële doodsoorzaak is ‘Herzwassersucht’ (een hartkwaal), maar in feite wordt hij vergast. Zijn Nederlandse overlijdensakte vermeldt overigens 30 september als sterfdatum. In de akte van Auschwitz wordt hij katholiek genoemd.



Familienaam: Köstenmann
Voornamen: Arthur Israel Erwin
Geboortedatum: 20-5-1884
Geboorteplaats: Wenen
Adres: D 23
Woonplaats: Udenhout
Gemeente: Tilburg
Beroep: metaalbewerker
Huwelijkse staat: gehuwd
Overlijdensdatum: 30-9-1942
Leeftijd: 58 jaar
Plaats overlijden: Auschwitz
Individuele gebeurtenis: Hij kwam in februari 1940 in Udenhout wonen en in november 1942 werd hij als 'vertrokken onbekend waarheen' uit het bevolkingsregister geschreven. Later is gebleken dat hij op 30 september 1942 in Auschwitz is vergast.


Bronnen

1188 Archief van het Gemeentebestuur van Udenhout, 1926-1996, inv.nr. 1131