Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Mortel, Joseph Marie van de

Joost van de Mortel
Volledige namen Joseph Marie van de Mortel
Geboortedatum 05-04-1919
Geboorteplaats Tilburg
Adres Sint Josephstraat 67
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Ongehuwd
Beroep Assuradeur
Overlijdensdatum 10-08-1944
Plaats van overlijden Vught

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Dankbetuiging van de Tilburgse gijzelaars in Haaren aan Joost van de Mortel, 1942. RATilburg, archief 1079, invnr. 10


Mortel, Joseph ‘Joost’ Marie van de (geb. Tilburg 5-4-1919 – gest. Vught 10-8-1944), verzetsstrijder. Zoon van Jan Christiaan Alphonse Maria van de Mortel (1880-1947), burgemeester van Tilburg, en Josephina ‘Fien’ Eleonora Arnolda Maria Houben (1887-1966). Hij werd op 10-8-1944 in Vught gefusilleerd. Van de Mortel was niet getrouwd.

Jeugd en achtergrond

Joseph Marie van de Mortel, roepnaam Joost, werd geboren op 5 april 1919 te Tilburg als het vijfde kind uit het huwelijk van Jan van de Mortel en Fien Houben. Het gezin Van de Mortel bestond uit acht kinderen; twee dochters en zes zoons. Van de Mortel senior bekleedde gedurende zijn leven verschillende openbare functies zoals griffier van het kantongerecht, voorzitter van de Raad van Arbeid, wethouder, burgemeester van Tilburg, lid van de Eerste Kamer van de Staten-Generaal. Joost groeide op in een villa aan de Sint Josephstraat 67. In 1934 vertrok hij naar Huize Katwijk, Raamweg 47 in Den Haag, een jongensinternaat onder leiding van Jezuïeten. Op het bijbehorende St. Aloijsiuscollege volgde hij de HBS. Alle jongens uit het gezin Van de Mortel verbleven in Huize Katwijk, behalve Caspar die het kleinseminarie in Sint Michielsgestel volgde.

Verzetsactiviteiten

Van de Mortel werkte de eerste jaren van de bezetting als ‘volontair’ op de gemeentesecretarie van Udenhout. Om de arbeidsinzet te ontlopen gaat hij in 1942 werken bij het A.A.Z. (Algemeen Afdelings Ziekenfonds) in de Willem II-straat, dat gevrijwaard was van Duitse bemoeienis. In het begin van de oorlog werkte Van de Mortel blijkbaar veel samen met Wiek Schrage (Wiecher Bote Schrage, 1917-1941).[1] Van de Mortel organiseerde steun en verzorging van gijzelaars, later politieke gevangenen, in Vught en Haaren. Hij stuurde pakketten naar krijgsgevangen officieren en soldaten in Duitsland, zamelde geld in voor gewezen mariniers, koopvaarders en marechaussees, ‘regelde’ wapens van de bezetter en zorgde ervoor dat deze in de Peel terecht kwamen, nam deel aan overvallen op gemeentehuizen en distributiekantoren (waaronder Bergen op Zoom) om distributiepapieren te verkrijgen voor onderduikers, gaf illegale passen en persoonsbewijzen uit, verzorgde onderduikers en geallieerde piloten, die hier waren neergeschoten. Van de Mortel hield er ook een geheime zender op na die hij in het zwembad aan de Ringbaan oost had ondergebracht. Blijkbaar hebben de Duitsers vaak in de omgeving van het zwembad gezocht naar de zender, maar hebben deze nooit gevonden. Foto’s van de koninklijke familie liet hij bij duizenden drukken en verspreiden. Hij hield zich ook bezig met het bevrijden van Nederlandse gevangenen; zo nodig kleedde hij zich in het uniform van de Feldwebel.

Van de Mortel hielp – onder de schuilnaam “Lion”- bij de terugkeer van de Franse generaal Henri Giraud naar Frankrijk. Deze ontsnapte in 1942 uit een Duits concentratiekamp. Via een tip van Duitse illegale werkers bracht Van de Mortel Giraud vanuit Limburg naar Hilvarenbeek via een pilotenlijn. Hij vervoerde Giraud via een bakkersbakfiets, een boerenwagen en een Duitse Rode Kruisauto, die Van de Mortel langs de weg aanhield. Vanuit Eindhoven werd Giraud gedeeltelijk lopend, gedeeltelijk achter op een fiets vervoerd naar Hilvarenbeek, waar een andere illegale groep hem overnam.

Op 20 oktober 1942 werd Van de Mortel gearresteerd in Turnhout (België). Hij werd gevangen gezet in de Kriegswehrmachtsgefängnis in Antwerpen en verhoord, ‘Maar wist zich als relatief onschuldig voor te doen’. Op 30 oktober 1942 werd hij vrijgelaten.

Jan van de Mortel

Joost was niet de enige Van de Mortel die in het verzet zat. Zijn oudste broer, Jan (1914-1956), was kort na de bezetting al actief in het verzet. Hij had contacten met verzetsgroepen en maakte deel uit van een pilotenlijn. Door verraad werd hij op 14 december 1941 gearresteerd en overgebracht naar Scheveningen, vervolgens naar Amersfoort en Buchenwald. In verband met procesvoering werd hij later terug naar Scheveningen gebracht. Via Amersfoort kwam hij in Vught terecht en daarna in het Duitse kamp Sandborstel, waaruit hij in 1945 werd bevrijd door de Amerikanen. In hoeverre beide broers weet hadden van elkaars activiteiten of juist samenwerkten, is niet duidelijk. Het zou ook kunnen dat Joost van de Mortel na de arrestatie van zijn broer, diens werkzaamheden overnam en op deze wijze in het verzet is gekomen, maar ook daarover is geen duidelijkheid.

Trouw

Van de Mortel was een van de hoofdfiguren van de verzetsgroep Trouw in het zuiden. Het illegale blad Trouw was opgericht op 30 januari 1943. Trouw was een afsplitsing van Vrij Nederland en ontwikkelde zich in de oorlog tot een van de meest gelezen illegale bladen. Hoewel het blad uit gereformeerde hoek stamt, waardeerden ook andersdenkenden, zoals katholieken, het blad vanwege de felle principiële taal en de gehechtheid aan de Oranjes. Trouw had ook het meest geperfectioneerde koerierssysteem en 'werkte alsof er een officiële dienstregeling bestond'.[2] De Tilburgse Trouw-groep bestond (voor zover bekend) uit Joost van de Mortel, Céline Diepen, Frans van Spaendonck, Petrus ‘Piet’ van Gils en de heer Breuker, leraar Frans aan het St. Odulphuslyceum. Van Gils, ook wel ‘Piet’ of ‘Harry’ genoemd, bracht de bladen vanuit Roosendaal naar Tilburg. De groepsleden verspreidden vervolgens Trouw in Tilburg. Gerrit van Yperen was hoofdverspreider voor Tilburg. Behalve het verspreiden van Trouw, hield de groep zich ook bezig met het afleveren van bonkaarten. Onderduikers kwamen meestal door bemiddeling van de heer Breuker. De groep hied zich ook bezig met het ophalen en wegbrengen van geallieerde piloten. Op Dennenheuvel (Bredaseweg 421), het huis dat Diepen en Van Spaendonck na hun huwelijk betrokken, verbleven regelmatig ontvluchtte Franse krijgsgevangenen en Engelsen. In de kelder van het huis lagen wapens opgeslagen voor het geval die bij een overval noodzakelijk zouden zijn. Ook het gewonde Trouw-kopstuk Kees Streef werd er verborgen gehouden.

Arrestatie en executie

In september 1943 lukte het SD-agent Erich Gottschalk om enkele Trouw-leden te arresteren. Het 'doorslaan' van een van de arrestanten leidde vervolgens tot massale arrestaties door heel het land. Op 13 april 1944 werd Van de Mortel, die werkte op het kantoor van het ziekenfonds A.A.Z. in de Willem II-straat, op weg naar huis door Gerrits en Thijssen in de Tuinstraat gearresteerd en naar Haaren gebracht. Gerrits en Thijssen handelden in opdracht van de SD in Den Bosch, Aben en Gottschalk. Piet van Gils was een maand eerder al, op 13 maart, gearresteerd. Begin mei arresteerden Gerrits en Thijsen ook Frans van Spaendonck op zijn onderduikadres aan de Broekhovenseweg. Deze arrestaties hadden te maken met de actie van de Duitsers tegen de groep “Trouw”. Uiteindelijk werden er in kamp Haaren ruim 40 medewerkers van Trouw gevangen gezet en ongeveer evenveel drukkers. Ondanks de arrestaties bleef Trouw nog steeds uitkomen, zelfs in grotere oplages, tot grote irritatie van de bezetter. De groep werd in juli overgebracht naar kamp Vught. Van de Mortel komt hier in contact met Leonie van Harssel, die daar ook gevangen zat. Op 5 augustus 1944, tijdens het ‘Trouw’-proces, werden 23 medewerkers van Trouw door een polizeistandgericht ter dood veroordeeld, waaronder Van de Mortel en Van Gils. Van Spaendonck werd veroordeeld tot jarenlange tuchthuisstraf. De terdoodveroordeelden werden vervolgens overgebracht naar de ‘bunker’ van kamp Vught, de gevangenis van het kamp. Om een einde te maken aan de uitgave van Trouw, stelden de Duitsers een ultimatum: stoppen met Trouw, zo niet dan worden de 23 medewerkers gefusilleerd. De Trouw-groep besloot niet te zwichten voor dit dreigement. Het ultimatum liep af op 9 augustus om 10.00 uur in de ochtend. Op 9 en 10 augustus 1944, in de avond, werden bij kamp Vught de 23 verspreiders van het verzetsblad Trouw gefusilleerd. Joost van de Mortel was op 10 augustus aan de beurt. Later bleek dat de Duitsers dit besluit al hadden genomen, ongeacht of de groep zou stoppen met de krant.

Na de oorlog

Op 13 februari 1946 begon de rechtszaak tegen Piet Gerrits in het Paleis van justitie in Den Bosch. Ofschoon Gerrits van diverse feiten verdacht werd, berustte zijn veroordeling ‘slechts’ op twee zaken: de arrestatie en uitlevering aan de vijand van twee jonge Tilburgse verzetsstrijders, Joost van de Mortel en Frans van Spaendonck, die als gevolg daarvan zijn omgekomen.[3] Het Bijzonder Gerechtshof veroordeelde Gerrits op 26 februari 1946 ter dood. Koningin Wilhelmina wees een gratieverzoek af. Op 29 mei 1947 werd Piet Gerrits geëxecuteerd.

Sinds 1950 heeft Tilburg een Joost van de Mortelstraat.

Gebeurtenis

Bronnen

Regionaal Archief Tilburg

Niod

Literatuur

  • Peter Bak, Duivels dilemma. De dood van 23 verspreiders van verzetsblad Trouw (Hilversum 2019)
  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 (Tilburg 2002), p. 94-95
  • Rob van Putten, ‘Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent’, in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 37, okt. 2019, nr. 2
  • Lydia Winkel, herzien door Hans de Vries, De ondergrondse pers 1940-1945 (1989)

Websites

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg, Archief 565, Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, invnr. 198
  2. Lydia Winkel, herzien door Hans de Vries, De ondergrondse pers 1940-1945 (1989), p. 51
  3. Rob van Putten, ‘Piet Gerrits, Tilburgs meest gehate politieagent’, in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 37, okt. 2019, nr. 2