Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jet van Oijen

thumbs
Jet-van-Oijen-uitsnede-013714.JPG

Hendrika Johanna van Oijen, roepnaam Jet of Jetty (geb. Maastricht 16-07-1914, gest. Enschede 15-12-1983), actief in het Tilburgs verzet gedurende de Tweede Wereldoorlog. Dochter van Johannes Hendrikus Hubertus van Oijen (1883-1959) en Maria Mechtildis Bergervoet (1881-1948). Tijdens de Tweede Wereldoorlog is zij verloofd met de Limburgse verzetsman Henricus ‘Harrie’ Hubertus Tobben (1917-1945). Na zijn dood trouwt Van Oijen op 27-1-1947 met Gregorius Grein (1917-1975). Zij krijgt twee kinderen.

Achtergrond

Jet van Oijen wordt op 16 juli 1914 in Maastricht geboren als dochter van Johannes Hendrikus Hubertus van Oijen, politieagent, en Maria Mechtildis Bergervoet. Over haar jeugd is verder niets bekend.

Verzetsactiviteiten

Van Oijen verhuist op 10 december 1942 van Sittard naar Tilburg, als het verzet in Nederland actiever wordt en een steeds meer georganiseerde vorm begint te krijgen. De invoering van de Arbeitseinsatz en het persoonsbewijs, de steeds strengere Duitse maatregelen jegens de Joden (de start van de deportaties naar Polen in juli 1942) en het Judenrein maken van met name Amsterdam zorgt ervoor dat het verzet in Brabant steeds groter wordt. Veel Joden en piloten proberen via het zuiden van Nederland te vluchten of daar een onderduikplek te zoeken. Van Oijen woont eerst op de Heuvel 103, vanaf 17 juni 1943 woont zij in bij de Tilburgse verzetsvrouw Coba Pulskens aan de Diepenstraat 49. Van Oijen maakt onderdeel uit van de ‘Groep Bongaerts’, een Limburgse verzetsgroep. Dat rechtvaardigt de conclusie dat zij mogelijk voor 1942 reeds actief is in het Limburgs verzet. Haar verloofde Harrie Tobben, die enige tijd bij Coba ondergedoken zit, is een prominent lid van de verzetsgroep Bongaerts.

De verzetsactiviteiten van Van Oijen bestaan in de eerste plaats uit het ophalen, begeleiden en vervoeren van piloten. Zij werkt geregeld samen met Pulskens, aangezien de piloten naar haar huis moeten worden gebracht. Daarnaast is zij actief als koerierster: zij vervoert geld en voedselbonnen naar huizen waar (Joodse) onderduikers zitten. Hiervoor reist zij geregeld tussen Limburg en Brabant. In de zomer van 1943 weten drie Nederlandse V-Männer (Hans Vastenhout, Rodo Jordens en Sjef van Wezenmaal) te infiltreren in de groep-Bongaerts. Op 6 augustus reizen Tobben, Van Oijen en Paul Gulikers, ook een verzetsman, met vier piloten naar Apeldoorn. Vanuit een doorgangshuis worden de piloten vervolgens naar Engeland gebracht. Ook Tobben en Gulikers zouden met hen meegaan naar Engeland. Van Oijen krijgt het verzoek terug te keren naar Tilburg, later kan zij, als Harrie naar Engeland gaat, afscheid van hem nemen. Bij aankomst in het doorgangshuis worden Tobben, Gulikers en de vier piloten echter door de Sipo gearresteerd, en kort daarop valt de hele groep Bongaerts in Duitse handen. Enkele dagen na haar terugkeer in Tilburg komt V-man Vastenhout vertellen dat Tobben en Gulikers inmiddels naar Engeland vertrokken zijn. Doordat Van Oijen niet meteen gearresteerd wordt, kunnen de Duitsers hun infiltratie in de pilotenlijnen voorlopig voortzetten.

Op 30 september 1943 heeft Van Oijen een afspraak met Vastenhout, Jordens en Van Wezenmaal om de Poolse kapitein Forski weg te brengen. Van Oijen en Forski worden die dag in Eindhoven gearresteerd. Via o.a. Amersfoort en Vught komt zij op 8 september 1944 in Ravensbrück terecht. Op 15 oktober 1944 arriveert Van Oijen in Dachau. Daar blijft zij tot de bevrijding van Dachau, op 29 april 1945. Haar verloofde Harrie overlijdt in een kamp in Duitsland in 1945.

Na de oorlog

Na haar terugkeer in Nederland gaat Van Oijen weer in Limburg wonen, in Schaesberg. Daar trouwt zij op 27 januari 1947 met de uit Maastricht afkomstige Gregorius Grein. In 1948 verhuizen Van Oijen en Grein naar Tegelen. Daar wordt in 1949 en in 1952 een zoon geboren. In 1963 verhuist de familie naar Enschede. Daar overlijdt Van Oijen op 14 december 1983. Van Oijen krijgt het verzetsherdenkingskruis.

Bronnen en literatuur

Regionaal Archief Tilburg:


  • Ad de Beer, Zo maar een stad. Tilburg 1940-1945 (Tilburg 1994). Hoofdstuk 5 is hiervoor van belang: ‘Tweevoudig drama in de Diepenstraat. Het onderduikwerk van Coba Pulskens: een reconstructie’, p. 115–143.
  • A.P.M. Cammaert, Het verborgen front. Een geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog, deel I, (Leeuwarden 1994) 239-298.
  • Liesbeth Hoeven en Astrid de Beer, Haar verhaal. Het verzet van Tilburgse vrouwen in de Tweede Wereldoorlog (Tilburg 2019)
  • Frans P.M. Janse, “Tante Coba, een eenvoudige vrouw. Coba Pulskens (1884-1945, Tilburgse pilotenhelpster in de Tweede Wereldoorlog”, in: Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 22, nr. 2, oktober 2004, 43–68.
  • Frank Visser, De zaak Antonius van der Waals (Den Haag, 1974) 359-360

Websites