Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jan Ulaeus

Ds. Johannes (Jan) Uleaus (Amsterdam 1640 – Tilburg 1734), door zijn vrienden Jan den Uyl genoemd, studeerde letteren, rechten, filosofie en theologie in Leiden, Franeker en Utrecht. In 1684 werd hij predikant van Tilburg en Goirle. Ulaeus en zijn vrouw bleven tot hun dood in Tilburg wonen. Hij maakte een dichterlijke vertaling van Virgillius’ Mar’s Eclogae, die hij volgens zijn biograaf in één boek naast de burlesque van zijn vriend Willem van Focquenbroch liet drukken, namelijk De Herders-sangen van Virgilius Maro, in neerduyts gesongen, op twee verscheydene toonen: Door I.H. en W.V.F. (1666). Ulaeus publiceerde in samenwerking met Focquenbroch ook het boek Verdubbelt zegen-sangh, der negen musen over den gedempten hooghmoed der Engelschen en de triumpheerende dapperheyt der Hollanders (1666). Op eigen naam staan de publicaties: Nieuwe-modische oorlog, of Mars in conjunctie met de Vreede in 1701 en 1702 (1702) en Salomons spreuken en Prediker in dichtmaat (jaar onbekend). In Tilburg schreef hij twee treurdichten naar aanleiding van het overlijden van Philippe Claude de Saint Amant (1646-1717) en zijn vrouw Elisabeth de Claer (?-1716), bewoners van Huize Moerenburg. Deze gedichten uit respectievelijk 1716 en 1717, bevinden zich in de bibliotheek van het British Museum in Londen.