Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Jan Teurlings

Jan Teurlings was van 1972 tot 1999 hoofd van Antonius 3, een afdeling met laag-niveau-bewoners. Samen met zijn vrouw Riette Ros kijkt hij terug op zijn gevarieerde loopbaan op Assisië:

Jan is in 1964 op Assisië gaan werken

Hij wist dat er vacatures waren en dat de broeders graag boerenzonen hadden. Die hadden immers thuis geleerd om mee aan te pakken, de handen uit de mouwen te steken. Toenmalig hoofd van de verpleging broeder Rizzerius, die een maand later werd opgevolgd door broeder Wendelinus, heeft Jan met open armen ontvangen. Jan begon na een korte algemene cursus, gegeven door de docenten Van de Plas, Staps en Kuijpers, in september 1964 met de interne opleiding tot Z-verpleegkundige en kwam te werken op Jozef 2 in een gebouw met de naam De Koepel, ooit gebouwd als een hortus botanicus, met een grote glazen koepel en met cactussen van wel 5 meter hoog. Dat was de hobby van een van de broeders. Jozef 2 was een kinderafdeling met 27 kinderen en drie begeleiders. Het werk met de kinderen was leuk werk. Je kon echt goed contact hebben met de jongens en leerde van elke jongen wat ze wel of niet leuk vonden en hoe ze waarop reageerden. Ze voelden zich thuis bij elkaar.

Getrouwd met Riette Ros

Op Jozef 2 heeft Jan Teurlings Riette Ros leren kennen. Riette behoorde tot de allereerste groep vrouwelijke medewerkers in de verpleging. Destijds was het heel gewoon dat de verpleegsters werden ingezet op de kinderafdelingen. Zo ook Riette, die een baan kreeg op Jozef 2 en daar Jan leerde kennen. Jan en Riette trouwden met elkaar in 1970 in de kapel van Huize Assisië. En zoals toen heel gebruikelijk was, moest Riette na haar huwelijk stoppen met werken. Vele jaren later, in 1990, is Riette opnieuw op Huize Assisië gaan werken, nu als speltherapeute voor meervoudig complex gehandicapte kinderen. Riette werkte tien uur in de week en heeft dat tot 2003 gedaan. Wat Jan en Riette beiden moeilijk vonden bij Jozef 2 en daar nog altijd met zeer gemengde gevoelens op terugkijken is dat ouders de eerste zes weken nadat een jongen op Huize Assisië was komen wonen hun zoon niet mochten bezoeken. Dat had te maken met ideeën over onthechten. Maar er deden zich schrijnende situaties voor dat ouders hun zoon niet mochten zien. Zo was er een moeder die elke dag over het terrein fietste in de hoop haar zoon te zien. Een andere moeder raakte volstrekt overspannen van het gemis van haar zoon.

Hoofd Antonius 3

Jan heeft 27 jaar lang, van 1972 tot 1999, gewerkt als hoofd van Antonius 3, een afdeling voor laag-niveau-bewoners, die veel zorg nodig hadden en die veel vergden van de kracht van de begeleiding. De begeleiders moesten de bewoners in en uit bed tillen en in en uit bad. De bewoners hadden hulp nodig bij het eten, bij het aan- en uitkleden, bij alles. Dat was zwaar werk, dat Jan goed lag en waarvan de directie ook wist dat Jan bij deze bewoners optimaal kon functioneren. Maar het was heel zwaar werk. En het had z’n eigenaardigheden. Dit was een groep bewoners waarvan enkelen, die, ook als het midden in de zomer op de slaapverdieping onder het platte dak 45 graden was, in pyjama en onder een wollen deken wilden slapen. Dat was immers gewoonte. Wat het werk mooi maakte was de begeleiding van de bewoners gedurende de dag. Samen wandelen in het in 1964 aangelegde park, samen naar de speeltuin, zwemmen of picknicken met de bolderkar zorgde ook voor hen voor levensvreugde. Een bewoner poetste de schoenen voor het hele Antoniuspaviljoen, in totaal voor meer dan honderd bewoners die allemaal gemiddeld drie paar schoenen hadden.

Vernieuwing in het denken

De vernieuwing in het denken over de ontwikkeling van een geestelijke gezondheidszorg had vooral betrekking op de betere bewoners. Zij zouden in kleine groepen moeten wonen, in een gezinsvervangend huis, zij moesten worden opgenomen in de maatschappij, werk hebben in een fabriek, vrijwilligerswerk doen in een vereniging en een pilsje drinken in een café. Voor de bewoners met een lager niveau was weinig aandacht. Daar voerde immers de dagelijkse zorg de boventoon. En terwijl de eerste betere bewoners al in 1974 het terrein van Huize Assisië hebben verlaten voor het wonen in een gewoon huis in de straat, moest Jan Teurlings meer dan tien jaar later aandacht vragen voor vergelijkbare ontwikkelingen voor bewoners van een lager niveau en die veel zorg nodig hadden. Zo werd Antonius 3 in 1988 De Schakel, waar elke bewoner een eigen kamer kreeg van 11 m2, die ouders persoonlijk konden inrichten. En pas later werden ook uitwonende projecten gerealiseerd voor deze groep bewoners, met name in Raamsdonksveer.

Nachthoofd

In 1999 waren er op Assisië problemen bij de bezetting van het nachthoofd en Jan kreeg de vraag dat te gaan doen. Het leidde tot de afspraak dat Jan parttime nachtdiensten zou draaien en parttime voor de manege ging werken, het verzorgen van de paarden en met de bewoners met een huifkar over het terrein rijden. Op zijn zestigste verjaardag in 2007, toen Jan met vervroegd pensioen zou kunnen gaan, is Jan parttime nachtdienst gaan draaien. Bij de nachtdienst was je verantwoordelijk voor alle afdelingen op het hele terrein. Op veel afdelingen werkte ’s nachts maar één verpleger of verpleegster, die de verantwoordelijke voor de nachtdienst kon oproepen als er iets aan de hand was. Jan fietste van afdeling naar afdeling om te kijken of alles in orde was. Er waren nachten dat er tijd te kort was, als er veel incidenten waren of veel zieken. En speciaal voor zijn nachtdienstwerk volgde Jan nieuwe cursussen, want in die functie moest je alles kunnen, ook injecteren en verpleegkundige handelingen.