Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Ik

pers. vn., 1e pers. enk.; wanneer ik achter het werkw. staat en geen klemtoon heeft (‘k) wordt het, vooral bij veel voorkomende werkwoorden bv. hulpww., daarmee verbonden: zak, zal ik; hek, heb ik; zek, zeg ik, zei ik, ben ik; doek, doe ik; gok, ga ik; stok, sta ik; hak, had ik; zok, zou ik; wok, wou ik.