Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Huisbezoek

Gewoonlijk kwam de pastoor eenmaal per jaar op huisbezoek. Dan kwam ie ’t zieleboek controleren, zeiden wij dan. Pastoor Van Eijl kwam bij alle parochianen één keer in de twee jaar. Het andere jaar kwam er een kapelaan, zodat alle parochianen eenmaal per jaar bezoek kregen. Ziekenbezoek deed pastoor Van Eijl altijd zelf. Hij liet zich aankondigen door de koster, want niet thuis zijn als de pastoor langs komt, is erger dan vloeken. Bij de verst afgelegen buurtschappen liet de pastoor zich brengen in een rijtuigje. De mensen waar hij op bezoek kwam, moesten zorgen voor vervoer terug naar de pastorie. Meestal ging de pastoor te voet lezend in zijn brevier en met paraplu. Drie van de vier keer vergat hij zijn paraplu en dan moesten de mensen die terugbrengen op de pastorie. Als de pastoor kwam, ging hij mee naar de goei kamer ook al was daar de kachel niet aan. De ouders stuurden de kinderen naar buiten om te gaan spelen.