Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Houtverwerkende bedrijven

Boomrooierij Weijtmans

Een belangrijke economische aktiviteit door al de eeuwen heen was het boomrooien. Er is nog een Udenhouts bedrijf in deze tak aktief: boomrooierij Weijtmans V.O.F. De eerste telg uit het geslacht Weijtmans, die we in de bronnen als boomrooier terugvinden, is Cornelis Weijtmans (1809-1882). Deze onder de bijnaam “Kiske d’n boomrooier” bekende man woonde de laatste jaren van zijn leven op de rand van Udenhout, net onder Berkel aan de Udenhoutseweg in een door hemzelf gebouwde zeer bescheiden woning. Zijn zonen Jan (1868-1962) en Jacobus (1871-1951) waren ook in het hout actief, maar als binders van musterd, die ze vooral in Tilburg onder de bakkers aan de man wisten te brengen. Jan’s zoon Kees (1898-1979) was naast landbouwer vooral boomrooier en houttransporteur, en stond bekend onder de bijnaam “voerman”. De boerderij had niet zijn hoogste aandacht. Alles draaide om het hout. Al zijn zonen kwamen ook in het hout terecht, waarvan twee met een eigen bedrijf, namelijk Piet en Wim. Wim begon in 1962 aan de Berkelseweg zijn boomrooierij en vertrok in 1968 naar de Kreitenmolenstraat over het spoor. Gedurende het rooiseizoen werd de hele familie ingeschakeld: vader Kees Weijtmans, zijn vier zonen, zonen en kleinkinderen van Peerke Vromans en Dries, Jan en Bart Schoenmakers. Werd er vroeger vooral met de mallejan gewerkt, later met tractoren type Fordson, nu nemen grote vrachtwagens dit over. Vroeger lag het werkterrein vooral in Midden-Brabant, nu ligt het werkterrein verspreid over heel Nederland, België en Duitsland. Het kenmerkende van houtbedrijf Weijtmans is de kleinschaligheid en de rustige manier van werken door de personeelsleden, die voor een groot gedeelte familie van elkaar zijn. In 2019 is het bedrijf verhuisd naar de Handelsweg (industrieterrein) in Udenhout.


Houtverwerkende bedrijven
7.8 voort houtwerf.jpg
Deel van de houtwerf van de Fa. J.C. van de Voort in 1966
Houtzagerij Van de Voort

Na het boomrooien volgt het zagen. Al meer dan honderd jaar is houtzagerij Van de Voort een prominente Udenhoutse onderneming. In 1892 begon Kees van de Voort,voluit Jan Cornelis van de Voort (1863-1954), in de volksmond Kees Voort, “voor zijn eigen”. In dat jaar trouw¬de hij met Maria Kruissen (1866-1947). In 1894 breidde Jan Cornelis zijn activiteiten op houtgebied uit met het oprichten van een stoomhoutzagerij in Udenhout aan de spoorlijn. Rond 1905 verplaatste Kees Voort de houtzagerij naar de huidige locatie aan de Kreitenmolenstraat, waar hij een woonhuis met stallen en schuur bouwde. De generaties volgden elkaar op en achtereenvolgens waren het de zoons Janus en Jan en daarna de broers Kees en Huub van de Voort, de beide zoons van Jan, die het bedrijf als firma en B.V. naar het eeuwfeest hebben gevoerd. In de loop der jaren is het bedrijf uitgegroeid tot een internationale houthandel, gespecialiseerd in eikehout, in hoofdzaak aangekocht in Frankrijk. Vervolgens werd het in eigen bedrijf gezaagd en gedroogd om te worden bestemd voor nieuwbouw, maar vooral voor de renovatie en restauratie van kerken, kastelen en molens. In 1992 verkreeg het bedrijf de titel Hofleverancier.


Houtverwerkende bedrijven
Klompenmakerij Bertens (BHIC PNB001068107).jpg
Klompenmakerij Bertens aan de Kuil.
18 klompenmakers

Zo dicht bij het hout mocht je in Udenhout klompenmakerijen verwachten. In 1855 waren er negen met in totaal 12 personeelsleden. In 1896 waren er 18 met 65 personeelsleden. In 1926 waren er nog 8 klompenmakerijen met 10 personeelsleden. De laatste klompenmakerij was die van Jo en Sjef Bertens, in de volksmond d’n Brem, aan de Kuil, die er de laatste jaren een toeristische trekpleister van hadden gemaakt.

Looiers

Ook de looierijen zijn verwant aan het hout. Bomen, takken en klippeltjes werden ontschorst. Deze schors werd fijngemalen tot run en gebruikt voor het looien van leer. Het aantal looierijen bedroeg 5 in 1855, 6 in 1861 en 8 in 1871. In 1916 was er nog maar één looierij, die van Rats aan de Kreitenmolenstraat ter hoogte van de oude waterpomp. De meest aanzienlijke leerlooiersfamilie van Udenhout was de familie Van den Bosch, onder andere te situeren op adres waar nu de Bloemenhal is gevestigd, dus naast de oude burgemeesterswoning. Een telg uit deze familie, Jan van den Bosch, liep voorop bij de verzelfstandiging van de Udenhoutse gemeente en was de eerste maire (burgemeester). De Udenhoutse leerlooierfamilies zijn Van den Bosch, Kasteleijns, Rats, Robben en Van de Ven (2x). Tot op de dag van vandaag heeft de familie Van Iersel een looierij, vroeger aan de Groenstraat, thans op het industrieterrein.

Schoenmakers

Van het leer maakte men schoenen. Het aantal schoenmakerijen groeide van 16 in 1855 tot 18 in 1861 en tot maar liefst 32 in 1871. In 1916 waren er nog maar 6 schoenmakers. De Brabantse schoenindustrie concentreerde zich in de Langstraat. De grootste Udenhoutse schoenmakerij was die van de familie Boom aan de Groenstraat (nu Ponderosa).

Timmer- en aannemersbedrijven en meubelmakers

Andere ambachten die alles met hout te maken hebben zijn wagenmaker en timmerman. Dat is de geschiedenis van de familie Van de Plas. Voorvader Jan van de Plas, gehuwd met Maria Elisabeth van Esch, was woonachtig aan de Groenstraat (huidig nummer 46 of 48). Daaruit ontstonden twee familietakken, te weten de Kreitenmolenstraatse tak en de Groenstraatse tak. Graard en Kiske van de Kreitenmolenstraatse tak dreven jarenlang een timmermans- en aannemersbedrijf dat ze overgenomen hadden van hun vader en dat ze zelf weer doorgaven aan twee nazaten. Dit waren Ad van de Plas (Graardzoon) (1903-1964) en Jo van de Plas (Keeszoon) (1908-1980) die als neven bleven samenwerken. Tegelijkertijd had Janus van de Plas (Keeszoon) (1904-1985) een meubelzaak en timmerbedrijf. De Groenstraatse tak uit het gezin Van de Plas-Van Esch ontstaat met zoon Piet (1837-1915), gehuwd met Anna van Iersel en later met Adriana van den Bersselaar.

Wagenmaker

Uit het eerste huwelijk stamt Jan van de Plas (1866-1947), gehuwd met de Udenhoutse Elisabeth Heijmans (1874-1947) en wagenmaker op het ouderlijk huis. Zijn zoon Toon nam dit wagenmakersbedrijf over.