Houdoe
tw., hou je, 1. (gezegd bij het afscheid) vaarwel; 2. geroepen naar het paard, dat na een kort oponthoud bij het laden van koren weer moest aantrekken; tegelijk een waarschuwing voor degene die op de kar was, dat hij zich moest vasthouden.
tw., hou je, 1. (gezegd bij het afscheid) vaarwel; 2. geroepen naar het paard, dat na een kort oponthoud bij het laden van koren weer moest aantrekken; tegelijk een waarschuwing voor degene die op de kar was, dat hij zich moest vasthouden.