Hofmeiers, hertogen en graven

De Frankische koningen konden natuurlijk niet in hun eentje hun rijk besturen. Vandaar dat er vanaf Clovis hoge functionarissen waren aangesteld, hofmeiers, die belangrijke posities aan het hof bekleedden. Zo was er een maarschalk verantwoordelijk voor de stallen, een kamenier voor de rijkskas, e.d. Belangrijke mensen aan het hof werden beloond en kregen bestuurlijke functies in de regio. Zo kwamen er hertogen en graven, die weliswaar verbonden waren aan de hof van de koningen, maar het toch echt zelf voor het zeggen hadden in hun eigen hertogdom of graafschap. Met de opkomst van het christendom kwamen er ook bisschoppen die politieke macht kregen in hun bisdom. De koningen waren niet meer de sterke koningen uit de tijd van Clovis en zijn zonen. Het centrale gezag kalfde af en er ontstonden overal hertogdommen, bisdommen, graafschappen en heerlijkheden met soms meer macht dan de koning.