Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Hobbelen, Karel Johannes

Karel Johannes Hobbelen
Karel Hobbelen.jpeg
Bron: Brabantse Gesneuvelden
Volledige namen Karel Johannes Hobbelen
Geboortedatum 12-11-1912
Geboorteplaats Tilburg
Adres Philips Vingboonsstraat 12
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Caroline Nelly Mettler
Beroep Sergeant
Overlijdensdatum 26-06-1944
Plaats van overlijden Straat van Malakka
Bijzonderheden Overleden t.g.v. torpedering van het Japanse transportschip Harugiku Maru 4.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Hobbelen, Karel Johannes, geboren in Tilburg op 12-11-1912, gehuwd met Caroline Nelly Mettler (1916), twee kinderen. Sergeant. Zoon van Joseph Franciscus Hobbelen (1885-1945) en Arnolda Bekkers (1884). Karel Hobbelen is op 26-6-1944 gestorven in de Straat van Malakka. Hij was aan boord van het Japans transportschip Harugiku Maru 4. Het schip vervoerde krijgsgevangenen en was op weg naar de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra (ID) toen het werd getorpedeerd.

Het SS 'Slamat’
SS Slamat.jpg
Bron: Stichting Maritiem Historische Data
Het SS ‘Insulinde’ in de haven van Tandjong Priok
SS Insulinde.jpg
Bron: Stichting Martitiem-Historische Databank
Interneringskaart van Karel Johannes Hobbelen
Interneringskaart KJ Hobbelen.jpg
Bron: Nationaal Archief 2.10.50.03

Achtergrond

Karel Johannes Hobbelen wordt in Tilburg geboren op 12 november 1912. Hij is de zoon van Joseph Franciscus Hobbelen (Tilburg 1885 – Rantau Prapat 1945) en Arnolda Bekkers (Oisterwijk 1884). Vader Joseph, zoon van een metselaar, is gasfitter. Moeder Arnolda, dochter van een dagloner, is voor haar huwelijk dienstbode. Joseph en Arnolda trouwen in 1908 in Oisterwijk. Zij krijgen vier kinderen (een dochter en drie zonen), allen geboren in Tilburg. Karel is het derde kind. Het gezin woont in Tilburg achtereenvolgens op Lange Schijfstraat 88, Hesperenstraat 10 en Buitenstraat 13. In 1915 verhuist het gezin naar Bergen op Zoom en van daaruit in 1920 naar Medan op Sumatra (Nederlands-Indië). Daar blijft het gezin tot mei 1928; in die maand vertrekt het voltallige gezin met het SS ‘Slamat’ van Batavia op Java (Nederlands-Indië) naar Nederland. Rond het jaareinde van 1928 keren de ouders en twee van hun kinderen terug naar Nederlands-Indië. Karel en zijn broer Josephus blijven achter in Nederland. Beiden zitten, na een kortstondig verblijf in Breda, vanaf medio september 1928 in Oudenbosch op Saint Louis, een jongensinternaat van de Broeders van de H. Aloysius Gonzaga. In de zomer van 1931 keren de ouders vanuit Medan terug naar Nederland, om drie maanden in Tilburg op (Philips Vingboonsstraat 12) te verblijven. Karel en zijn broer komen bij hen wonen vanuit Oudenbosch. In december 1931 gaan de vier gezinsleden samen met het SS ‘Insulinde’ terug naar Medan. Vader Joseph werkt daar bij de waterleidingmaatschappij Ajer Beresi.[1]

Nederlands-Indië

In Medan op Sumatra wordt Karel Hobbelen in 1932 benoemd tot adjunct-brandmeester van de ‘Medansche Vrijwillige Brandweer’ (M.V.B) voor een wijk in Medan (‘Wijk I’). In de jaren 1920 was zijn vader een poos brandmeester van dezelfde wijk. In 1938 trouwt Karel in Medan met Caroline Nelly Mettler. Caroline is in 1916 geboren op Bengkalis, een eiland bij Sumatra. Karel en Caroline krijgen twee kinderen, een dochter en een zoon. Het dochtertje overlijdt op de dag van haar geboorte. Volgens zijn interneringskaart is Karel in Medan straatveger; hij is in 1941 echter hoofd van de Reinigingsdienst van Gemeentewerken in Medan.[2]

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen laten de Japanners een groot deel vrij. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel gaan de krijgsgevangenen op transport naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Locatie van de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra
Locatie Pakan Baroe Spoorweg.jpg
Bron: nos.nl/bevrijdingsjaar/
Plattegrond van kamp Gloegoer in Medan op Sumatra
Plattegrond kamp Gloegoer.jpg
Bron: Japansekrijgsgevangenkampen.nl
Hell Ship ‘Harugiku Maru 4’, z.d.
Harugiku Maru 4.jpg
Bron: 2/4th Machine Gun Battalion
Onderzeeboot HMS 'Truculent'
HMS Truculent.jpg
Bron: worldnavalships.com
Straat van Malakka (gemarkeerd)
Straat van Malakka.jpg
Bron: Wikimedia Commons

Krijgsgevangene in kamp Gloegoer

De bronnen bevatten geen aanwijzingen voor een militaire loopbaan van Karel Hobbelen. Wel weten we dat hij ten tijde van de Japanse inval op Sumatra deel uitmaakt van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Op 28 maart 1942 maken de Japanners hem namelijk krijgsgevangen bij Kabanjahe op Sumatra, een plaats die ongeveer 75 kilometer bezuiden Medan ligt. Hij is op dat moment sergeant bij -vermoedelijk- de genie van het KNIL. De genoemde datum markeert het einde van de strijd om Noord-Sumatra: hoewel Nederland op 8 maart capituleert, weigert territoriaal commandant generaal-majoor Roelof Overakker zich met zijn troepen in Noord- Sumatra over te geven. Hij probeert tevergeefs een guerrilla-oorlog te voeren en geeft op 28 maart de strijd op. Uit de bronnen valt af te leiden dat Karel als krijgsgevangene terecht komt in kamp Gloegoer in het noorden van Medan. De krijgsgevangenen in dit kamp worden ondergebracht in koeliebarakken.[6]

Pakanbaroe-Spoorweg

Net als de andere krijgsgevangenen in kamp Gloegoer moet Karel Hobbelen op transport om de Pakanbaroe-spoorweg aan te leggen. Tussen maart 1943 en augustus 1945 laat de Japanse bezetter op Midden-Sumatra van noordoost naar zuidwest deze spoorweg aanleggen, met een lengte van ongeveer 220 kilometer. De Japanners hebben de spoorweg nodig voor hun oorlogsinspanningen, met name om steenkool te vervoeren uit de mijnen op Sumatra. Het tracé van de spoorweg loopt van Pakanbaroe richting Padang naar Moearo. Voor de aanleg zijn naar schatting 20.000-30.000 Romusha’s (Indonesische werksoldaten) en 5000 krijgsgevangenen ingezet. Onder de krijgsgevangenen zijn vooral Nederlanders, maar ook Britten, Australiërs en Amerikanen. Van de Romusha’s sterft ongeveer 80% en van de krijgsgevangenen zo’n 12% onder de zware werk- en leefomstandigheden.[7] De spoorweg is niet gebruikt.[8]

Dood op zee

De krijgsgevangenen van kamp Gloegoer worden overgebracht naar Belawan, de havenstad van Medan aan de noordoostkust van Sumatra. Daar gaan zij aan boord van het schip ‘Harugiku Maru 4’. Het schip is een van de transportschepen voor krijgsgevangenen, die ‘hell ships’ worden genoemd vanwege de slechte omstandigheden voor de gevangenen. Op 25 juni 1942 zet de ‘Harugiku Maru 4’, als onderdeel van een konvooi, koers naar de Pakanbaroe-spoorweg. Het schip bereikt zijn bestemming niet. Op 26 juni om 13:55 uur wordt het schip, terwijl het door de Straat van Malakka vaart, geraakt door twee torpedo’s van de Britse onderzeeboot HMS ‘Truculent’. De Straat van Malakka ligt tussen Sumatra en Maleisië. Het schip breekt in tweeën en zinkt binnen een vijftiental minuten. Circa 180 Nederlandse, Britse en Australische krijgsgevangenen gaan die dag met het schip ten onder. Karel Hobbelen is een van hen. De overlevende krijgsgevangenen worden gered door een van de Japanse tankers in het konvooi.[9]

Familieleden

Karel Hobbelen is binnen zijn familie niet het enige slachtoffer van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Zijn broers Franciscus en Josephus, beiden soldaat in het KNIL, worden ook krijgsgevangen gemaakt en geïnterneerd. Zij overleven de oorlog. Vader Joseph komt terecht in het burgerkamp Si Rengorengo bij Rantau Prapat, een stad die op zo’n 300 kilometer ten zuidoosten van Medan ligt. Hij overlijdt op 6 juni 1945 in dit kamp. Karel’s echtgenote Caroline wordt geïnterneerd in een vrouwenkamp in Medan. Zij overleeft de oorlog, hertrouwt met Willem Victor Alberts (1916-1995), krijgt met hem drie dochters en overlijdt in 2009 in Sunbury, Australië.[10]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1941 nr. 1, jrg. 1986 nr. 3, jrg. 1995 nr. 8, jrg. 1998 nr. 3, jrg. 2011 nr. 5.
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.
  • Lachlan Grant, They called them ‘Hellships’. Prisoners at sea faced an uncertain future, Wartime, no. 63, pp. 30-36, 2013.

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief Tilburg 565, 229 K.J. Hobbelen; Oorlogsgravenstichting K.J. Hobbelen en J.F. Hobbelen; Oorlogsbronnen K.J. Hobbelen; Tweede kamer der Staten-Generaal Erelijst van gevallenen 1940-1945, K.J. Hobbelen; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 12.11.1912 akte 1485; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 23.3.1885 akte 253; Regionaal Archief Tilburg 915 Burgerlijke Stand geboorten Oisterwijk 14.11.1884 akte 84; Regionaal Archief Tilburg 915 Burgerlijke Stand huwelijken Oisterwijk 15.10.1908 akte 12; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f136; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f204; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f141; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f303; West-Brabants Archief 0032 Bevolkingsregister Bergen op Zoom 1900-1920 f68; roosjeroos.nl, Burgerlijke Stand overlijden K.J. Hobbelen 26.6.1944, aangifte Batavia 1948; wierookwijwaterenworstenbrood.nl; West-Brabants Archief Bevolkingsregister Oudenbosch 1926-1940 09 Saint Louis f49; Delpher, De koerier 8.5.1928; Delpher, De Maasbode 13.12.1928 en 10.1.1929; Delpher, De locomotief 30.6.1931 en 5.1.1932; Delpher, Algemeen Handelsblad 16.12.1931.
  2. Delpher, Deli courant 9.1.1926 en 25.4.1928; Delpher, De Sumatra post 27.2.1932 en 10.5.1938; Familytrees.genopro.com, Linda van Mettler, The Mettler Family Tree; Delpher, De Sumatra post 23.9.1941.
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Brabantse Gesneuvelden K.J. Hobbelen; Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, K.J. Hobbelen; japansekrijgsgevangenkampen.nl; Militaire Spectator jrg. 180 nr. 5, 2011; oorlogsbronnen.nl; indischekamparchieven.nl.
  7. In de bronnen lopen de aantallen voor de krijgsgevangenen en Romusha’s uiteen; met name het aantal ingezette Romusha’s kan een onderschatting zijn.
  8. oorlogsbronnen.nl; indischhistorisch.nl; tracesofwar.nl; pekanbarudeathrailway.com; japansekrijgsgevangenkampen.nl; H. Neumann en E. van Witsen, De Sumatra Spoorweg, een documentatie van gegevens, in en direct na de oorlog verzameld, Studio Pieter Mulier, Middelie, 1985 (in: Militaire Spectator jrg. 155 1986 nr. 3); niod.nl; J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; Regionaal Archief Tilburg 565 map 229 K.J. Hobbelen; roll-of-honour.org.uk; indischekamparchieven.nl.
  9. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, K.J. Hobbelen; Oorlogsgravenstichting K.J. Hobbelen; Brabantse Gesneuvelden K.J. Hobbelen; roll-of-honour.org.uk; japansekrijgsgevangenkampen.nl; wikipedia.org; powresearch.jp; 2nd4thmgb.com.au; Lachlan Grant, They called them ‘Hellships’. Prisoners at sea faced an uncertain future, Wartime, no. 63, pp. 30-36, 2013; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11).
  10. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP) Stamboekgegevens KNIL-militairen met Japanse Interneringskaarten 1942-1996, K.J., F.J.M. en J.F. Hobbelen; oorlogsgravenstichting; japanseburgerkampen.nl; Familytrees.genopro.com, Linda van Mettler, The Mettler Family Tree.