Hendrikus (Henri) van Groenendael (Tilburg 1833 – Tilburg 1921) was vanaf 1855 als altist en trompettist lid van de
Nieuwe Koninklijke Harmonie. In 1874 nam hij bij
Koninklijke Harmonie Orpheus het dirigeerstokje over van
Jacobus Krever, met wie hij sinds 1868 docent instrumentale lessen was aan de muziekschool van de parochie ’t Goirke. In 1884 verliet Van Groenendael Orpheus en legde hij ook zijn onderwijstaak neer. Vermoedelijk was hij in 1882 Krever als dirigent opgevolgd bij de muziekschool van de parochies Kerk (‘t Heike) en Heuvel. Daarnaast was hij ook dirigent van de fanfare Moed en Volharding in
Udenhout. In 1886 begon hij voor eigen rekening een zangschool voor meisjes, waar hij onder meer gregoriaanse koorzang doceerde. In 1907 verliet Van Groendael de muziekschool van Kerk en Heuvel, die vervolgens werd opgeheven.
