Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Halve sigaar

Nel de Weijer kon zich ook nog herinneren dat ze al als meisje van 13, 14 jaar achter ’t kistje (de tap)van 't Gommelen stond. Dan kwam er een boerke genaamd Willeke Petere (Martens). Die liep elke dag even de bossen in en naar ’t Gommelen. Hij had een blikken doosje bij zich en in dat doosje zat een mesje. Willeke kwam iedere dag in het café een sigaar kopen van 3 cent. Met dat mesje sneed hij dan de pas gekochte sigaar doormidden. De ene helft stak hij vervolgens aan en de andere bewaarde hij in het doosje. Hierna vertrok hij weer. Dit tafereel herhaalde zich volgens Nel dagelijks.