Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Groot, Lodewijk Jozef Adrianus

Lo Groot
LJA Groot.jpg
Bron: Tilburgse Sprokkelingen, 2003
Volledige namen Lodewijk Jozef Adrianus Groot
Geboortedatum 26-01-1914
Geboorteplaats Tilburg
Adres Boerhaavestraat 71
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Maria Magdalena Margaretha van Beurden
Beroep Rubberplanter / Wachtmeester cavalerie
Overlijdensdatum 25-02-1943
Plaats van overlijden Rintin (TH)
Bijzonderheden Overleden in een Japanse krijgsgevangenkamp.


Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden. Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Groot, Lodewijk Jozef Adrianus, geboren in Tilburg op 26-01-1914, gehuwd met Maria Magdalena Margaretha van Beurden, een kind. Employé bij een rubbermaatschappij in Nederlands-Indië en wachtmeester bij de cavalerie. Zoon van Adrianus Antonius Groot (1871-1947) en Anna Catharina Lamberdina van der Linden (1873-1954). Lodewijk Groot heeft gewerkt als dwangarbeider aan de Birma-Siamspoorweg en is daar op 25-02-1943 overleden in het krijgsgevangenkamp bij Rintin, Thailand.

Achtergrond

Lodewijk Jozef Adrianus (Lo) Groot wordt in Tilburg geboren op 26 januari 1914. Zijn ouders heten Adrianus Antonius Groot (Strijp 1871 – Tilburg 1947) en Anna Catharina Lamberdina van der Linden ('s-Hertogenbosch 1873 – Etten Leur 1954). Vader Adrianus, zoon van een stationsbeambte, is muzikant en muziekleraar. Hij wordt later muziekdirecteur. Moeder Anna is modiste. Adrianus en Anna trouwen in 1899 in ’s-Hertogenbosch. Zij krijgen vier kinderen: twee dochters en twee zonen. Lo is het jongste kind. De drie oudste kinderen worden geboren in ’s-Hertogenbosch. In 1909 vestigt het gezin zich vanuit ’s-Hertogenbosch in Tilburg. In Tilburg woont het gezin eerst op Lange Nieuwstraat 220 en vervolgens op Langestraat 26, Tuinstraat 69, Willem II straat 80 en tenslotte op Boerhaavestraat 71.[1]

Cavalerie van het depot te Salatiga op Java tussen 1923-1941.
Cavalerie Salatiga.jpg
Bron: Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Naar Nederlands-Indië

In oktober 1929 verlaat Lo Groot het ouderlijk huis en verhuist hij naar Boskoop. In juli 1932 woont hij weer bij zijn ouders op Boerhaavestraat 71. Vanuit deze woning vertrekt hij in oktober 1936 om naar Batavia op Java in Nederlands-Indië te gaan. Daar gaat hij voor een rubberonderneming als rubberplanter werken. Op Java vestigt hij zich in Walikoekoen. Begin mei 1938 trouwt Lo Groot in Tilburg met Maria Magdalena Margaretha van Beurden (Tilburg 1915). Zij is de dochter van een fotograaf en is huishoudster. Lo is niet aanwezig bij de huwelijksvoltrekking; hij is in Walikoekoen. Zijn broer Albert Jan Marie Groot treedt namens de bruidegom op als bijzonder gevolmachtigde. Eind mei 1938 reist Maria naar haar echtgenoot in Walikoekoen. In maart 1939 krijgen Lo en Maria in Solo op Java hun eerste en enige kind, een dochter.[2]

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen laten de Japanners een groot deel vrij. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel gaan de krijgsgevangenen op transport naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Overzichtskaart van Oost-Azië, 1900:, Java, Singapore en gebied Birma-Siamspoorweg omcirkeld
Kaart Oost-Azie, 1900-omcirkeld.jpg
Bron: commons.wikimedia.org
Dominee Hamel leest voor in kamp Rintin, 1943
Voorlezen Rintin 1943.jpeg
Bron: Delpher, Het Geheugen

Krijgsgevangene

Vanwege de Japanse inval in Nederlands-Indië wordt Lo Groot ingelijfd in het Koninklijk Nederlands-Indië Leger (KNIL). Hij wordt aangesteld als wachtmeester bij het depot van de cavalerie in Salatiga op Java. Op 8 maart 1942 nemen de Japanners hem gevangen in de cavaleriekazerne in de Javaanse stad Bandoeng. Hij wordt ofwel geïnterneerd in kamp ‘Kampong Makassar’ bij Meester Cornelis, of in kamp ‘10e Bataljon’ in Batavia. Op 13 januari 1943 gaat Lo vanuit Tandjong Priok, de havenstad boven Batavia, met het schip ‘Wien’ op transport naar Singapore. Het eiland Singapore is onderdeel van de Britse kolonie Straits Settlements en is door Japan bezet. Lo maakt deel uit van het 8e transport van krijgsgevangenen dat Java verlaat (‘Java Party 8’). De meeste Java Parties gaan naar Singapore. Het genoemde schip is een van de ‘hell ships’ die zo worden genoemd vanwege de slechte omstandigheden aan boord. Dergelijke schepen worden gebruikt om krijgsgevangenen te vervoeren naar kampen overzee.[6]

Kaart van de Birma-Siamspoorweg met kamp Rintin en andere kampen
Kaart Birma-Siamspoorweg.jpg
Bron: Brabantse Gesneuvelden (F. van Doorn)

Naar de Birma-Siamspoorweg

De krijgsgevangenen die met de ‘hell ships’ naar Singapore gaan, worden ingezet bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg. Deze 415 kilometer lange spoorweg loopt van Non Pladuk in Thailand (tot 1939 Siam geheten) naar Thanbuyuzayat in Birma. De spoorweg moet het de Japanners gemakkelijker maken om troepen en materialen naar het front in Birma te brengen. De krijgsgevangenen verblijven voor dit werk in een reeks kampen langs de rivieren Khwae Yai en Khwae Noi. Vanuit zo’n kamp moeten zij een deel van de spoorweg aanleggen. Als dat deel klaar is, dan gaan de gevangenen naar een volgend kamp om aan een ander deel te werken. Op deze manier schuiven groepen krijgsgevangenen telkens op. Het werk aan de spoorweg, dat onder zware omstandigheden moet gebeuren, begint in 1942 en is in oktober 1943 klaar. Ook Lo Groot moet aan de spoorweg werken.[7]

Plattegrond van kamp Rintin
Plattegrond Rintin.jpg
Bron: 2/4th Machine Gun Battalion (2nd4thmgb.com.au)

Op 17 januari 1943 komt het transportschip ‘Wien’ aan op Singapore. Dezelfde dag worden Lo Groot en zijn medegevangenen ondergebracht in het Changi-kamp op dit eiland. Het kamp bestaat uit barakken op een kazerneterrein. Vanuit het Changi-kamp gaat het transport op 27 januari verder met de trein (‘Trein 41’) naar Ban Pong in Thailand. Deze locatie wordt op 31 januari 1943 bereikt. Ban Pong ligt nabij Non Pladuk, de plaats die aan het begin van de spoorweg ligt. Per vrachtauto of te voet gaan de krijgsgevangenen vervolgens naar het kamp van hun bestemming om daar een deel van de spoorweg aan te leggen. De bestemming van Lo is het kamp bij het dorp Rintin in Thailand.[8]

Graf van L.J.A. Groot op Kanchanaburi War Cemetery in Thailand
Graf LJA Groot.jpeg
Bron: Oorlogsgravenstichting

Dood in Rintin

Kamp Rintin ligt op 181 kilometer afstand van Non Pladuk, op minder dan de helft van de spoorweg. Kamp Rintin is berucht door het grote aantal sterfgevallen onder de krijgsgevangenen die daar dwangarbeid aan het spoor verrichten. Het krijgt de bijnaam ‘dodenkamp’ en wordt in mei 1943 na drie maanden gesloten vanwege een uitbraak van dysenterie. Daarna wordt het een doorgangskamp voor groepen die verderop aan het spoor moeten werken. John Coast, een van de Britse krijgsgevangenen die in mei 1943 door kamp Rintin trekken, beschrijft (in vertaling) het kamp als volgt: "Het was de griezeligste en smerigste plek die we in Thailand hadden gezien en twee dingen vielen ons meteen op; eerst de scherpe stank van vuil en bederf, en nog iets ergers; en ten tweede, een angstaanjagende stilte." De doden worden begraven op de begraafplaats van het kamp.[9]

Volgens zijn interneringskaart wordt Lo Groot op 20 februari 1943 ziek en sterft hij op 25 februari 1943 in kamp Rintin aan de gevolgen van acute darmontsteking. Lo wordt begraven op de begraafplaats van het kamp. Later wordt hij herbegraven op het ‘Kanchanaburi War Cemetery’ in Thailand, vak 5, rij C, graf 74. In Arnhem staat het ‘Birma-Siam en Pakan Baroe Spoorwegen Monument’ met daarop de namen van de mensen die zijn omgekomen bij de aanleg van de spoorwegen. Lo is ook vermeld.[10]

Weduwe Maria

De Japanners hebben niet alleen Lo Groot gevangen gezet. Ook Maria, de echtgenote van Lo, en hun dochtertje zijn door hen geïnterneerd. Moeder en kind komen terecht in de kamp Tjihapit in Bandoeng, kamp ADEK in Batavia en kamp Tjideng in Batavia. Na de capitulatie van Japan worden zij gerepatrieerd naar Nederland.[11]


Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1986 nr. 3, 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.

Externe links

Noten

  1. Oorlogsbronnen L.J.A. Groot; Oorlogsgravenstichting L.J.A. Groot; Tweede Kamer der Staten-Generaal, Erelijst van gevallenen 1940-1945 f70; Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 L.J.A. Groot; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 26.1.1914 akte 114; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand overlijden Tilburg 8.11.1947 akte 990; Regionaal Archief Tilburg 410 Bidprentjesverzameling, bidprentje L.J.A. Groot 26.2.1943; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f236; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f68; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f68; Regionaal Archief Tilburg 1182 Collectie adresboeken van Tilburg; BHIC 50 Burgerlijke Stand geboorten 's-Hertogenbosch 26.8.1873 akte 542; BHIC 50 Burgerlijke Stand huwelijken 's-Hertogenbosch 7.2.1899 akte 27; FamilySearch, Geboorte Strijp 7.8.1871 akte 27; HUA 1221-1 Burgerlijke Stand overlijden Vinkeveen en Waverveen 27.7.1954 akte 27.
  2. Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 L.J.A. Groot; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 11.6.1915 akte 775; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand huwelijken Tilburg 3.5.1938 akte 144; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f68 en f123; NA 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996.
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; roll-of-honour.org.uk; japansekrijgsgevangenkampen.nl; powresearch.jp; hellships.nl; Oorlogsgravenstichting L.J.A. Groot; Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 L.J.A. Groot; Oorlogsbronnen L.J.A. Groot; Brabantse Gesneuvelden L.J.A. Groot; wikipedia.org.
  7. japansekrijgsgevangenkampen.nl; wikipedia.org; historiek.net; oorlogsverhalen.com; shbss.nl; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischhistorisch.nl.
  8. japansekrijgsgevangenkampen.nl; Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; roll-of-honour.org.uk; Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 L.J.A. Groot; Brabantse Gesneuvelden L.J.A. Groot; powresearch.jp.
  9. japansekrijgsgevangenkampen.nl; John Coast, Railway of Death, Myrmidon Books 2014, op britain-at-war.org.uk.
  10. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; Oorlogsgravenstichting L.J.A. Groot; Oorlogsbronnen L.J.A. Groot; Commonwealth War Graves Commission; Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 L.J.A. Groot; Brabantse Gesneuvelden L.J.A. Groot; japansekrijgsgevangenkampen.nl; Database Nederlandse dwangarbeiders Birmaspoorweg; Online-begraafplaatsen.nl; 4en5mei.nl; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11).
  11. japanseburgerkampen.nl; Regionaal Archief Tilburg 565 map 228 L.J.A. Groot; Oorlogsgravenstichting L.J.A. Groot.