Gijsbertdreef (Tilburg)
Stadsdeel: | Oud Noord |
---|---|
Wijknaam: | De Hasselt |
Datum besluit: | B & W 29 december 1981 |
Jaar: | 1981 |
Het woonerf, gelegen ten westen van de Kasteeldreef, ten zuiden van de Van Hogendorpstraat en ten oosten van het Diederikdreef.
[Copyright foto: www.elsfranken.nl (2008)]
Herkomst
Gijsbertus Jacobus graaf van Hogendorp (1783-1845),
kleinzoon van Gijsbertus Steenbergensis, rijksgraaf
van Hogendorp, vrijheer van Tilburg en Goirle.
Gijsbert Steenbergensis, Rijksgraaf van Hogendorp,
Vrijheer van Tilburg en Goirle (1754-1785) werd geboren te
Rotterdam op 5 augustus 1729 (> Van Hogendorpstraat) als zoon
van Mr. Diederik Johan, Rijksgraaf van Hogendorp en Vrijheer van
Hofwegen (1697-1744), baljuw van Steenbergen, en Anna Maria du
Peyrou (1704-1747). Gijsbert trouwde te 's-Gravenhage op 8 juli
1753 met Jacoba Soetje Broncken (geb. Vlissingen 16 oktober 1730,
overl. Brussel 6 maart 1788, begr. 's-Gravenhage 17 maart 1788).
Hij was van 21 augustus 1782 tot 15 september 1785 Raad en
rentmeester-generaal der domeinen in Stad en Meijerij van
's-Hertogenbosch. Hij kocht in 1754 de heerlijkheid Tilburg en
Goirle met alle daarbij behorende heerlijke rechten en goederen,
zoals kasteel, hoeven en molens, van Prins Wilhelm VIII van Hessen
Kassel (> Kasteeldreef/Stenen-Kamperpark) geheel laten afbreken
en vervangen door een nieuw na den hedenda(a)gsche smaak
ontworpen, vierkant, hoog en fraaij gebouw. Gijsbert overleed
te 's-Hertogenbosch op 15 september 1785. Zijn vrouw Jacoba Soetje
Broncken volgde hem in 1785 op als douairière van de heerlijkheid
Tilburg en Goirle. Haar zoon Mr. Diederik Johan, Rijksgraaf van
Hogendorp, Vrijheer van Hofwegen, werd in 1788 Vrijheer van Tilburg
en Goirle (> Diederikdreef). Een van de zoons van Mr. Diederik
van Hogendorp heette ook Gijsbert, naar zijn grootvader. Het was
Gijsbertus Jacobus Graaf van Hogendorp, geboren te Amsterdam op 9
mei 1783. Hij was eerst student te Leiden, nam deel aan de Slag bij
Waterloo, waarvoor hij de Militaire Willemsorde ontving en ging
daarna in diplomatieke dienst. Hij werd referendaris bij de Raad
van State en secretaris van de ministerraad. Op het laatst van zijn
leven woonde hij-
hij was ongehuwd -als houtvester op het
landgoed Nieuwkerk onder Goirle en hield hij zich bezig met het
ontginnen en beplanten van heidegronden. Hij overleeddoor een ongelukkige val, twee dagen eerder, van
zijn paard in de Schijfakker ter hoogte van de Bredaseweg te
Tilburg op 4 november 1845 en werd bijgezet in de grafkelder van de
familie op Nieuwkerk. Deze grafkelder was in 1823 gebouwd en in
1861 ontruimd, waarna de overblijfselen van drie leden van de
grafelijke familie naar Dordrecht werden
overgebracht.
Bron: Ronald Peeters, De straten van Tilburg (1987).