Gerard Knuvelder

Dr. Gerardus (Gerard) Petrus Maria Knuvelder (Arnhem 1902 – Tilburg 1982) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de RK Leergangen, onder dr. Hendrik Moller en prof. dr. Leonardus Cornelius Michels, die hem sterk beïnvloedden in zijn latere loopbaan als literair-historicus. Knuvelder zat in het bestuur van de studentenvereniging Sint Leonardus, en was redacteur van het Lustrum-jaarboek van de studenten aan de R.K. Leergangen 1922. Van 1921 tot 1923 was hij leraar Nederlands te Bergen op Zoom, en van 1923 tot 1967 te Eindhoven. Vanaf 1952 was hij directeur van het Sint-Joriscollege en vanaf 1966 rector van het Sint-Jorislyceum te Eindhoven. In 1961 werd hij doctor honoris causa in de letteren en wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Van 1965 tot 1972 was Knuvelder leraar Nederlands MO-B aan de Leergangen te Tilburg en Sittard. Hij was vanaf 1927 hoofdredacteur van het in Tilburg door Moller opgerichte maandblad Roeping, totdat dit blad in 1942 werd opgeheven door de Duitse bezetter. Van 1944 tot 1954 was hij hoofdredacteur van het weekblad De Nieuwe Eeuw, en vanaf 1962 hoofdredacteur van Brabantia. Knuvelder schreef een groot aantal artikelen en boeken. Zijn bekendste werk is het Handboek tot de geschiedenis van de Nederlandse Letterkunde (1948-1952), in vakkringen ook wel ‘De Knuvelder’ genoemd. Ook publiceerde hij zijn Handboek tot de moderne Nederlandse Letterkunde (1954) en Beknopt Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse Letterkunde (1961).