Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Geen jaarmarkt...geen kermissen

Een tweehonderdjarige traditie gebroken…

‘Komt u met de jaarmarkt in 2020 ook bij ’t Boerke in Rijen een pilsje drinken? In het café-restaurant dat ooit ‘Landbouws Welvaren’ heette? Dat zou leuk zijn, want in dat jaar valt er iets te vieren. Het is dan tweehonderd jaar geleden dat de boeren op initiatief van Christoffel Houtepen en Cornelis van Dongen voor het eerst in hun dorp een veemarkt hielden. De huidige jaarmarkt in oktober is er nog altijd een overblijfsel van.’ Nietsvermoedend schreven we dit als heemkring acht jaar geleden in onze ‘Historische canon van Gilze en Rijen’. Hoe konden we ook weten dat er in 2020 een pandemie zou rondwaren, die zelfs door de Rijense jaarmarkt een streep haalt? Én door de kermissen in onze gemeente?

Het was in 1820 dat enkele boeren in Rijen een vergunning aanvroegen voor een jaarlijkse markt van rundvee en nering. Met als vast moment de dinsdag na de derde zondag in oktober. Maar Christoffel en Cornelis hebben toen vast niet beseft dat ze daarmee de basis legden voor een feestelijke traditie van jaarmarkt en kermis, die twee eeuwen later nog steeds bestaat. En jaarlijks heel veel oud-Rijenaren en bezoekers uit de wijde omgeving aantrekt.

Vastgemaakt aan de lindebomen

115 jaar lang werd de drukbezochte markt in de Kerkstraat (nu Hoofdstraat) gehouden. Hoe het er aan toeging, valt zo’n beetje uit het reglement van 1820 op te maken. Neem bijvoorbeeld punt 4: ‘Het vee zal door den gehele Kerkstraat in twee rijen geschaard worden. Het touw welkt aan de lindebomen te spannen en om de beesten vast te maken’. Of punt 6: ‘De kramers zullen hunne kramen, stallen en tafels zoodanig moeten plaatsen, dat zij aan de standplaats van het vee geen hinder toebrengen’. Kraamhouders en bezoekers kwamen overal vandaan, zeker toen Rijen in 1863 een station met spoorlijn rijker werd. Ook een deel van het vee kwam via het spoor. Alles bij elkaar een levendige handel en ook de plaatselijke winkeliers en cafés voeren er wel bij. Maar tegelijkertijd – met al dat vee - moet de stank ondraaglijk geweest zijn. Op den duur ging het gemeentebestuur uit hygiënisch oogpunt op zoek naar een andere, minder centrale plaats, om markten te houden. Dat werd in 1936 het Marktplein, wat nu (sinds 1942) Burgemeester Sweensplein heet.

Geen jaarmarkt en kermissen in 1849 – Bredasche Courant van 23 september 1849

Veiligheidssituatie onvoldoende

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam de aanvoer van vee helemaal stil te liggen en werd de koopwaar teruggebracht tot een paar bloempotjes. Na de oorlog probeerden de boeren de markt nieuw leven in te blazen. In eerste instantie lukte dat wel, maar door de opkomst van de Bossche veemarkt en de vele uitbraken van veeziektes ging de Rijense veemarkt uiteindelijk ten onder. Einde veemarkt, maar kermis en jaarmarkt bleven. En ze waren twee eeuwen lang een feest waar mensen naar uitkeken. Toch mogen we niet zeggen dat we dit jaar de ‘tweehonderdste jaarmarkt’ zouden vieren. Want het kwam in de geschiedenis vaker voor dat het festijn niet doorging. In 1831 bijvoorbeeld, toen de gouverneur van mening was dat de veiligheidssituatie markten en kermissen niet toeliet; er lagen zo’n twaalfduizend militairen in het Kamp van Rijen vanwege de Belgische Opstand. En in 1833 ging ie dan wel door, maar er mochten tijdens de markt ‘geen openbare vermakelijkheden’ georganiseerd worden en de herbergen moesten ’s avonds voor zonsondergang sluiten. Zestien jaar later, in 1849 gooide de cholera roet in het eten, in 1865 was een veeziekte spelbreker en in 1866 leden we opnieuw onder de cholera. Maar het jaar daarop was er weer een grootse jaarmarkt met 208 paarden, 70.000 pond boter, granen, wollen en linnen lakens, manufacturen en galanterieën.

Een plens water over je heen

In Rijen zijn jaarmarkt en kermis onlosmakelijk met elkaar verbonden. In Molenschot kennen ze de combinatie kermis en jaarmarkt ook. Maar daar houden ze die eind juli, omdat dan de feestdag van de Heilige Anna is; je weet wel die van ‘ieder Anneke gaat om een manneke en ieder manneke om een Anneke’. Vier dagen lang vieren de Molenschotters hun ‘Annafeesten’ compleet met feesttent, optredens en terrassen.

In Hulten organiseerden de verenigingen in juni hun kermis, maar die is inmiddels opgeheven.

De rodelbaan van Adriaan Botermans op de kermis in Gilze in 1918 (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Opmerkelijk was zeker de zestiende editie, in 1993. Het dorp zat midden in de emoties rond het Tilburgse ‘landje pik’ en wilde dat ook hier wereldkundig te maken. Geen Kop van Jut, maar de Kop van Broks. En op de ballonnen voor de jeugd stond ‘Hulten geen Hulturg’. Wie het verst van Tilburg wist weg te komen, won de wedstrijd. Maar het mocht niet meer baten. Zoals we allemaal weten ging de annexatie van een deel van Hulten gewoon door.

De Gilse kermis – vlak voor die van Rijen en ook in oktober - kent een speciale ‘mannekesdag’. Kermismaandag is dat en dan gaan van oudsher de mannen van het dorp, zowel jong als oud, op stap. Speciaal aan de kermis van 1918 was de rodelbaan die dorpsgenoot Adriaan Botermans in elkaar had gezet. Volgens zijn zoon ging je in een wagentje vanaf een podium naar beneden en probeerde je onderweg een houten speer in een ring te steken. Lukte dat niet dan kreeg je een plens water over je heen. De attractie was zo’n succes, dat iedereen wel wilde, zelfs burgemeester Van Poppel en pastoor Van Waes. De baan heeft een aantal jaren In Gilze dienst gedaan en - geloof het of niet – ook enkele keren op de kermis in Rijen.

Burgemeester Sweens nam op dinsdag 20 oktober 1936 het nieuwe Marktplein (nu Burgemeester Sweensplein) officieel in gebruik (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Die Rijense tweehonderdjarige

De veemarkt in Rijen rond 1950 (Beeldarchief Heemkring Molenheide).

Maar niets van dit alles in 2020. Geen kermissen, geen jaarmarkten….. Het is even niet anders. Intussen kijken we reikhalzend uit naar volgend jaar. Want die Rijense tweehonderdjarige laat zich er vast niet onder krijgen. Ze heeft de Belgische Opstand, allerlei veeziekten, de cholera en wie weet wat nog meer overleefd. Nieuwe ronde nieuwe kansen, zullen we maar zeggen. Volgend jaar pakken we er alsnog een pilsje op.





Tekst: Mariëlle van Hezewijk; Fotoredactie: Piet Weterings; Bronnen: De historische canon van Gilze en Rijen; www.heemkringmolenheide.nl; tijdmachinegilzerijen.nl; delpher.nl; Kwartaalblad De Mulder; (Foto)archief Heemkring Molenheide; Regionaal Archief Tilburg.

Dit artikel is in oktober 2020 in Weekblad Gilze en Rijen verschenen als themapagina van Heemkring Molenheide.