Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Franciscuskapel

Assisië
Franciscuskapel1.jpg
De kapel tijdens het Rijke Roomse Leven, rijkelijk versierd met kerkelijke kunst
Assisië
Franciscuskapel2.jpg
De kapel vlak na het tweede Vaticaans Concilie, alle sier is verdwenen
Assisië
Franciscuskapel3.jpg
De kapel in de jaren tachtig en negentig met kunst aan de muur, gemaakt door Jan Rieck
Assisië
Franciscuskapel4.JPG
De kapel in de recente jaren met tv-schermen op het priesterkoor

Rijksmonument De Franciscuskapel

Huiskapel

Voordat de kapel van Assisië werd gebouwd, hadden de broeders Penitenten in het hoofdgebouw een huiskapel. De kapel is destijds op 23 december 1903 ingezegend door de hoogeerwaarde provinciaal Pater Pacificus Bos van de Minderbroeders Kapucijnen. De eerste Heilige Mis werd door Pater Bos gelezen.

De bouw van Franciscuskapel

De kapel van Huize Assisië werd gebouwd in 1909. Het is gebouwd in neogotische stijl. De kapel was door middel van een zogenaamde tram verbonden met het hoofdgebouw. De architect was J. Heijkants uit Erp. Hij was de huisarchitect van de broeders Penitenten. De bouw werd uitgevoerd door aannemer W. Wijnen uit Helmond. Hij had ingeschreven voor ƒ20.670, -. Onder de vijfde steunbeer aan de westkant legde men een metalen bus. De vijfde steunbeer wordt geteld vanaf de ingang van de kapel. In de bus bevindt zich een geschrift waarin vermeld staat wie de plechtigheid verrichtte, wie de bisschop was van het Bisdom ’s-Hertogenbosch, wie de koningin was en wie de overste was op die datum. Ook werden er enige munten bijgevoegd. Op 26 mei 1909 legde Mgr. Pompen, de bisschop van Den Bosch, de eerste steen. Deze steen is nu niet meer te zien. Oorspronkelijk zat er een trap bij de kapeldeur en de eerste steen bevond zich naast die trap. Door de vele rolstoelgebruikers werd het plantsoen rondom de kapel vanaf alle drie de straatkanten geleidelijk aan opgehoogd totdat de trap was verdwenen en daarmee ook de eerste steen. Op 2 mei 1910 werd door Mgr. Pompen de kapel ingezegend. In 1916, op 22 juni werd er een nieuw hoofdaltaar geplaatst. Dit was een geschenk van de zussen Wilhelmina en Henrica van den Boogaard voor het zilveren kloosterfeest van broeder Laurentius van de Boogaard. Het altaar was gemaakt door de firma Van Bokhoven uit ’s-Hertogenbosch. Bij het plaatsen bleek dat het altaar te groot was. Broeder Gerardus heeft toen aan de timmerman Jos Kemps de opdracht gegeven om aan beide kanten de torens af te zagen, wat heel jammer was. In de eikenhouten opstand stond een beeld van het Heilig Hart van Jezus en van het Heilig Hart van Maria. Maar Assisië had deze beelden al en vroeg aan de firma om de beelden mee terug te nemen en andere beelden te leveren. Ze beloofden dit, maar hebben nooit andere beelden teruggegeven.

Versobering na Tweede Vaticaans concilie

De culturele en maatschappelijke ontwikkelingen na de oorlog, die wat het geloof betreft in een stroomversnelling kwamen met het Tweede Vaticaans Concilie, had ook enorme impact op de congregatie van de Broeders Penitenten. De broeders kwamen elke week bij elkaar om over de veranderingen te praten onder leiding van rector Van Hoek, die zo goed mogelijk de discussies en besluiten bij het Concilie toelichtte. Er heerste zoals in alle congregaties in die tijd verwarring. Enkele broeders namen afscheid van het religieuze leven en er kwam een einde aan nieuwe aanwas van broeders. De Franciscuskapel wordt flink onderhanden genomen. Het hoofdaltaar, de beide zijaltaren en de communiebank worden afgebroken. Het grote kruis boven het priesterkoor verdwijnt. De kruiswegstaties gaan weg. De koperen kandelaars voor de heiligenbeelden worden opgeruimd. De biechtstoel wordt omgebouwd tot Mariakapelletje. De Lourdesgrot wordt afgebroken. In de kapel komen een nieuw altaar en een nieuw tabernakel. Acht heiligenbeelden verdwijnen in een van de Leemputten. De laatste actie was in de nacht uitgevoerd, zonder vooraf de broeders te informeren. De dag erop was er groot verdriet.

Geestelijke zorgverlening en levensbeschouwelijke begeleiding

Eind jaren zeventig komt er een nota “Van Rectoraat naar pastoraat”, een nota namens de Nederlandse vereniging van zorginstellingen en de Vereniging van geestelijke verzorgers en zorginstellingen. Pastor Martien Hurkmans is de overleden rector Van Hoek opgevolgd. De broeders zijn intussen gaan wonen aan de rand van het terrein en enkelen zijn verhuisd naar Oisterwijk. Pastor Hurkmans verandert de traditionele liturgie in diensten op maat voor de bewoners. Hij laat op een activiteitencentrum materiaal maken waarmee hij Bijbelverhalen en andere vertellingen kan visualiseren, zoals Franciscus, de goede herder met zijn schapen en voor het scheppingsverhaal vogels, vissen, planten en mensen. Martien Hurkmans werd ziek, moest zijn werk beëindigen en werd op 1 oktober 1979 opgevolgd door Willy den Hartog als pastor en Peter Wouters als pastoraal werker. Peter was een getrouwde priester. In 1980 riep de paus de Nederlandse bisschoppen ter verantwoording over dit feit.

Natuurlijk bleven de kerkdiensten belangrijk, maar het accent op het pastoraat als alléén binnenkerkelijk wordt stilaan losgelaten. Er kwam aandacht voor wat intussen is gaan heten: Geestelijke verzorging en levensbeschouwelijke begeleiding. Er groeit een meer geïntegreerde benadering, die uitgaat van de gedachte dat mensen in de zorgsector erop gericht zijn om aan de totale persoon van de bewoner recht te doen in een open en volledige ontmoeting. De pastores schreven hierover: In de zorg voor onze bewoners willen wij met hen een weg gaan die aansluit bij hun levensvragen. Een weg van tastend zoeken, van aanvoelen, meer dan van begrijpen.

In 1984 trouwt pastor Willy den Hartog en krijgt om die reden ontslag als pastor, als de directie de strengere regels van de nieuwe bisschop van Den Bosch volgt, maar hij blijft wel parttime verbonden aan Assisië tot zijn benoeming op een psychiatrisch ziekenhuis te Venray in 1987.

Ontmanteling van de kapel

In 2017 maakte de kapel weer een grote verandering door. De kapel werd tijdens de Vastenperiode ontdaan van al zijn kerkelijke gebruiksvoorwerpen. Het grootste gedeelte van de voorwerpen zijn in de goede zorgzame handen van het historisch archief gekomen. Voor andere voorwerpen is zorgvuldig gezocht naar de juiste bestemming en die hebben ze dan ook gevonden. Dit ging gepaard met vele tranen van de bewoners, maar ook de begeleiding had het er moeilijk mee. Op verzoek van de bewoners werd het kruisbeeld teruggehangen.

Thans is Michael Kolen pastor. Steeds meer wordt het werk bepaald door vragen van cliënten. Hoewel zijn activiteit in kerkelijke vieringen, vooral bij uitvaarten, het meest zichtbaar blijft, liggen zijn taken niet meer primair op het vlak van geloof, kerk en liturgie. De inhoud van zijn werk heeft andere accenten gekregen. Hij is dagelijks bezig met zingevings- en levensvragen van bewoners en ethische vragen van medewerkers. Door de inhoud van zijn werk verschuift het aspect van geloofsbegeleiding naar geestelijke verzorging als levensbeschouwelijke begeleiding.