Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Eerste vaste bewoners

In 2015 is archeologisch onderzoek gedaan op het terrein van de latere wijk Den Bogerd in Udenhout. Al bij het begin van de opgraving troffen de archeologen enigszins onverwachts drie erven uit de bronstijd aan. Ze vonden het fundament van het hoofdgebouw, een grote boerderij met een woon- en een staldeel onder één dak. In de buurt van het hoofdgebouw stonden ook kleine bijgebouwen zoals graanspiekers en schuurtjes. Ook lagen op het erf kuilen die mogelijk dienden als ondergrondse graansilo’s.

Mensen leefden niet meer van jagen alleen, maar leerden ook gebruik te maken van de bodem door er gewassen te verbouwen. Er kwam geleidelijk aan een eind aan het nomadenleven. Dankzij de landbouw konden mensen zich in een gebied vestigen en er boerderijen bouwen. De boerderijen en bijgebouwen bestonden uit palen en/of gebinten met vlechtwerkwanden van bijvoorbeeld wilgentenen, dichtgesmeerd met leem. Na verloop van tijd waren de houten staanders verrot en bouwde men elders een nieuwe boerderij.

Bij de opgraving op het terrein van ASVZ in de hoek van Schoorstraat en Groenstraat is een bijzondere vondst gedaan, namelijk een 1,9 meter lange eiken boomstamtrap. De trap lag plat in het veen en was door de natte omstandigheden goed bewaard gebleven. We moeten eigenlijk spreken van een boomtaktrap, want hij is gemaakt van een forse, gekliefde boomtak. De trap dateert uit het laatste kwart van de derde eeuw v.C. Dergelijke eenvoudige trappen zullen in de prehistorie veel zijn gebruikt, maar worden toch niet veel gevonden.

Uit kaarten, waarop de tot nu toe bekende archeologische vondsten in Udenhout en Biezenmortel zijn weergegeven, kunnen we opmaken dat de vondsten vooral zijn gedaan tussen de Loonse Molenstraat en de Schoorstraat en aan de zuidoostkant van de Groenstraat en de Biezenmortelsestraat. Misschien is er op andere plaatsen nog minder gegraven. Maar in elk geval was de Groenstraat wat hoger gelegen in het natte Ödenhout.

In 1906 werd door J.van de Ven een grote bruin gekleurde urn opgegraven, waarin zich drie metalen bijltjes bevonden van het type kokerbijl. De vindplaats is de grote akkerwei achter de Slijkhoef. De urn werd direct na het vinden in stukken geslagen. De drie bijltjes zijn kort daarna aan 'de meester van de school' gegeven. Met vrij grote zekerheid mag worden aangenomen dat de bijltjes van brons waren en dateren uit de Late Bronstijd, zo'n 3000 jaar geleden.

Zie ook