Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Driekoningenbrood

Vroeger was Driekoningen (6 januari) een huiselijk winterfeest. Op de avond voor Driekoningen werd het driekoningenbrood gegeten, waarin – bijvoorbeeld – een amandel verstopt zat. Degene die de amandel trof was koning en had het in huis even voor het zeggen.

Bereidingstijd

langer dan twee uur

Aantal personen

6

Ingrediënten

  • 500 gram bloem
  • 1 theelepel zout
  • 50 gram suiker
  • 1 geraspte citroenschil
  • 1 deciliter melk
  • 40 gram gist
  • 125 gram boter
  • 2 eierdooiers
  • 75 gram amandelspijs
  • 1 gepelde amandel
  • bloem
  • boter
  • poedersuiker

Bereiding

Zeef de bloem met het zout boven een kom en meng er de suiker en de geraspte citroenschil door. Verwarm de melk lauwwarm en los de gist op in de lauwe melk. Smelt de boter in een pannetje en laat het afkoelen. Maak een kuiltje in de bloem en doe hier de gistoplossing, de gesmolten boter en de eierdooiers in. Kneed alles tot een mooi soepel deeg. Laat het deeg, afgedekt met een vochtige doek, 1 uur op een warm plekje rijzen. Kneed dan de amandelspijs door de deeg, druk de amandel erin en maak van het deeg een bol. Beboter een bakplaat, leg de deegbol erop en strooi er wat bloem overheen. Laat de bol, afgedekt met een vochtige doek, nog eens 45 minuten op een warm plekje rijzen. Bak daarna het brood, iets onder het midden, in een voorverwarmde oven (225°C) in 45 minuten goudbruin en gaar. Smelt intussen wat boter in een pannetje en laat het afkoelen. Laat het brood op een rooster uitdampen en bestrijk de bovenkant met de gesmolten en afgekoelde boter. Bestrooi het driekoningenbrood voor het opdienen met poedersuiker in de vorm van een ster, of bestrooi het brood helemaal met poedersuiker en leg er een uitgeknipte goudgekleurde ster op ter versiering.