Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Thomas van Dooren

Thomas (Thomas) Josephus van Dooren (Tilburg 1754 - Tilburg 1836), broer van Martinus van Dooren, woonde sinds 1781 met tussenpozen in Rotterdam, waar hij in 1780 trouwde met de Antwerpse Antonia Delfontaine. Vanaf ongeveer 1789 verbleef hij vaak in Parijs, wat hem de bijnaam ‘Parijs van Dooren’ bezorgde. Hij had daar ongetwijfeld contact met de schilders Gerard van Spaendonck en Cornelis van Spaendonck.

Tijdens de Franse Revolutie werd in 1792 door de regering de verkoop van alle bisschoppelijke paleizen bevolen. Van Dooren kocht het aartsbisschoppelijk paleis van Parijs met inboedel als zijn tweede huis. Destijds moet hij een aanzienlijk fortuin hebben vergaard als bankier en zijdekoopman. Hij kocht de zijde in Lyon en exporteerde deze via Nederland naar Engeland.

Hij nam later onder meer een twintigtal schilderijen uit Parijs mee naar Nederland, waaronder twee die hij in 1829 aan de juist in gebruik genomen Heikese kerk schonk. Het betrof de Hemelvaart van Maria en de Kruisiging van Petrus. De eerste was een spiegelbeeldkopie van het retabel van Rubens op het hoogaltaar van de Antwerpse kathedraal en de tweede een zeventiende-eeuwse kopie van een Caravaggio in de Santa Maria del Populo te Rome.

Het voor die tijd grote woonhuis van Van Dooren in de Heuvelstraat (69-a) is er nog steeds. Hier logeerde ook zijn vriend, de latere koning Willem II. Van Dooren ligt met zijn vrouw begraven in het oudste grafmonument van begraafplaats Binnenstad. De veiling van zijn nagelaten inboedel duurde vijf dagen. Daaronder bevonden zich 62 schilderijen, onder andere van Jan Steen, Peter Paul Rubens, Anthonie van Dijck, Ludolf Bakhuizen en een enorme bibliotheek van 831 lotnummers. De opbrengst was meer dan tienduizend gulden.