Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Den Uylenvanger

Hoe komt Bar-Disco Den Uylenvanger aan zijn naam?

Sticker Den Uylenvanger - wiki.jpg

Uilskuiken gevonden

Het was in het voorjaar van 1972, zo rond mei, juni, dat Els en Ad Soeters terugreden van een autoritje van Ewijk naar hun huis op de Keizersdijk in Raamsdonksveer. Ze namen een alternatieve weg huiswaarts en reden al voorbij Ammerzoden, maar nog voor Heusden, toen ze 2 felle oogjes ontwaarden in de berm van de weg. Ze stopten en zagen tot hun verbazing een jong uiltje zitten, een uilskuiken, zogezegd, en waarschijnlijk uit het nest gevallen. Els wilde het uiltje oppakken, maar na wat gefladder van het beestje heeft ze toch maar een jas eroverheen gedaan en het zo mee genomen. ’s Avonds thuis hebben ze het uiltje wat stukjes rauwe kotelet gevoerd.

Een vraag om raad

De volgende dag is Ad naar Dongen gereden, naar de kweekschool, waar hij een aantal jaren eerder zijn opleiding had voltooid. Hij vroeg broeder Montanus, een broeder die 6-voudig doctorandus was, om raad. Deze zei dat je het ransuiltje, het was namelijk die soort uil, het beste levende muizen, ratten of iets dergelijks kon voeren. Maar met rauwe stukjes vlees zou het ook goed moeten kunnen gaan.

Eten geven

Met die bevredigende informatie ging Ad weer huiswaarts, dat zou hem zeker en vast gaan lukken. Nou wilde het toeval dat in het huis van Els en Ad een opgezette (rans)uil stond. Die had Ad van de ouders van een kind gekregen waar hij intussen als onderwijzer op een basisschool in Dongen stond. En dan eten geven. Ad deed een stukje rauw vlees aan de bek van de opgezette uil, liep daarmee een aantal rondjes door de kamer om zodoende moeder uil na te bootsen (moet een komisch gezicht zijn geweest), bracht daarna het voedsel naar de bek, tikte even het bekje van het uilskuiken aan, die het stukje vlees zich liet welgevallen.

Vliegen binnenshuis

Een tijdje later verdween van lieverlee het uilendons en kon het uiltje vrij snel goed vliegen. Op de eerste verdieping, het woongedeelte van het huis, was hij al snel gewend. Hij kon daarna vliegen naar de bovenste verdieping en naar de begane grond. De bovenste verdieping was verhuurd aan een drietal verpleegsters in opleiding. De dames schrokken zich bij thuiskomst regelmatig het lazarus van die overvliegende vogel. Maar op de begane grond, in de schoorsteen van de oude keuken, op een oude ketel, vond hij zijn slaapplek. Hier kreeg hij ook zijn eten. Het uiltje ging dan bij Ad op de schouder zitten, die een stukje vlees voor hem hield, en pikte dat zo uit zijn hand.

De eerste en de uiteindelijke ontsnapping

Na een kleine vier maanden volgde zijn eerste ontsnapping. Een buitendeur was open blijven staan en zijn eerste vlucht was zover. Nergens meer te zien, foetsie, weg. Korte tijd later kwam Ad ter ore dat in de Smidssteeg bij Bertus Keijzers een uil was gezien, hemelsbreed maar amper een honderdtal meter van hem vandaan. Ad ging eens kijken bij Bertus en die zei “mijn oudste zoon heeft een uil in een kooitje zitten, als het die van jou is, nou, neem maar gelijk mee”. Dat bleek inderdaad zo te zijn en het uiltje ging weer terug naar de Keizersdijk. Drie maanden later, het uiltje was een echte uil geworden, stond opnieuw een buitendeur open en opnieuw was het foetsie, weg, nergens meer te zien. En deze keer definitief.

Opening van de bar en naamgeving

Na een grootscheepse verbouwing werd eind 1974, om precies te zijn vrijdag 13 december, de bar aan de Keizersdijk 6 geopend. Enkele weken daarvoor zaten Els en Ad bij elkaar. “Hoe zullen we onze bar gaan noemen” vroeg Els. Ad dacht even na en zei: “de naam wordt de Uylenvanger”, naar het uiltje dat we twee jaar geleden in huis hebben gehad.

Voorkant boek Ransje het uilejong - wiki.jpg

Ransje het uilejong

Een paar jaar later ging Ad zich toeleggen op het schrijven van kinderboeken. Hij heeft er vele geschreven, maar het allereerste boekje noemde hij “Ransje het uilejong”, een boekje met op waarheid berustende inhoud.

Na de eerste druk van het boekje, groot 16.000 exemplaren, werd de tweede druk voorzien van een vernieuwde omslag en nieuwe mooiere tekeningen. Bij elkaar zijn er circa 40.000 van gedrukt en verkocht.

Heeft u meer informatie over deze personen? opdekaart@veerserfgoed.nl