Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Deeken, Hendrikus

Hendrikus Deeken
H. Deeken.jpg
Bron: Brabantse Gesneuvelden
Volledige namen Hendrikus Deeken
Geboortedatum 24-09-1908
Geboorteplaats Millingen
Adres Fabriekstraat 2
Woonplaats Tilburg
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Helena Maria Cornelia van Dun
Beroep Onderwijzer en soldaat infanterie
Overlijdensdatum 30-08-1943
Plaats van overlijden Hindato (TH)
Bijzonderheden Dwangarbeid aan de Birma-Siamspoorweg; overleden aan acute enteritis in een krijgsgevangenkamp.


Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Deeken, Hendrikus, geboren in Millingen (Gelderland) op 24-09-1908, onderwijzer en soldaat bij de infanterie. Gehuwd met Helena Maria Cornelia van Dun (1910), drie kinderen. Zoon van Wilhelmus Deeken (1874-1940) en Maria Diedenhoven (1873-1947). Hendrikus Deeken heeft gewerkt als dwangarbeider aan de Birma-Siamspoorweg en is daar op 30-08-1943 overleden in een krijgsgevangenkamp bij Hindato, Thailand.

Achtergrond

Hendrikus Deeken wordt geboren in Millingen (Gelderland) op 24 september 1908. Zijn vader Wilhelmus Deeken (Millingen 1874 – 1940), wegwerker bij Rijkswaterstaat, is de zoon van een venter die langs schepen gaat om zijn waren te verkopen. Zijn moeder Maria Diedenhoven (Millingen 1873-1947) is de dochter van een touwslager en een arbeidster. Wilhelmus en Maria trouwen in 1899 in Millingen en krijgen vier kinderen: twee dochters en twee zonen. De oudste wordt geboren in Duisburg, de anderen in Millingen. Hendrikus is het jongste kind. Het gezin woont in Millingen.[1]

Naar Nederlands-Indië

Hendrikus Deeken is onderwijzer. Vanuit Millingen verhuist hij in 1929 naar Asten en oefent daar zijn beroep uit. In november 1930 wordt hij benoemd tot hoofdonderwijzer in het openbaar lager onderwijs in Nederlands-Indië en hij besluit Asten te verlaten. In februari 1931 scheept hij in Rotterdam in op het MS ‘Baloeran’ en gaat naar Nederlands-Indië. Daar werkt hij vervolgens op meerdere standplaatsen, waaronder Modjokerto en Paré op Java en Benkoelen en Sibolga op Sumatra. In maart 1937 gaat Hendrikus wegens zesjarige dienst vanuit Sibolga voor acht maanden met verlof naar Europa. Hij reist met het MS ‘Christiaan Huygens’ van Batavia (Java) naar Amsterdam. In juni 1937 is hij terug in Millingen. In augustus 1937 verlaat hij Millingen en gaat naar Tilburg. Daar trouwt hij diezelfde maand met Helena Maria Cornelia van Dun (Tilburg 1910), de dochter van een kachelsmid. Het bruidspaar woont ruim een maand bij de moeder van Helena op Fabriekstraat 2 en vertrekt in oktober 1937 met het MS ‘Sibajak’ vanuit Rotterdam naar Batavia. Het echtpaar vestigt zich op Java, waar Hendrikus zijn werk als hoofdonderwijzer oppakt. Zijn standplaatsen zijn ditmaal Jogjakarta en Toeloeng Agoeng op Java. Hendrikus en Helena krijgen op Java drie kinderen, alle drie meisjes.[2]

Het MS ‘Baloeran’, 1935
Baloeran.jpg
Bron: Willem van de Poll, Nationaal Archief, Creative Commons
Het MS ‘Christiaan Huygens’, 1930
MS Christiaan Huygens, 1930.jpeg
Bron: Maritiem Digitaal
Het MS ‘Sibajak’, 1935
MS Sibajak, 1935.jpg
Bron: Stichting Maritiem-Historische Databank

Japanse bezetting en krijgsgevangenen

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert Nederland, wat de volgende dag bekend wordt gemaakt. Nederlands-Indië komt onder Japans bewind en de militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine worden krijgsgevangen gemaakt. Van de gevangengenomen Indonesische KNIL-militairen wordt een groot deel vrijgelaten. De 38.386 overige krijgsgevangenen zijn vrijwel allen van Nederlandse en Nederlands-Indische afkomst; 7552 van hen komen door hun gevangenschap om. Van de Koninklijke Marine zijn 3847 Nederlanders als krijgsgevangenen afgevoerd; 648 van hen komen te overlijden.[3]

Krijgsgevangenkampen in Nederlands-Indië en daarbuiten

Verspreid over Nederlands-Indië richt de Japanse bezetter krijgsgevangenkampen op. Dit gebeurt op Java, Sumatra, Molukken, Flores, Celebes en Borneo. De kampen zitten in uiteenlopende gebouwen waaronder ziekenhuizen, loodsen, scholen en gevangenissen. Krijgsgevangenen komen ook elders in Oost-Azië in kampen terecht zoals in Japan, Malakka, Indochina, China, Korea, Birma en Thailand. Onder deze krijgsgevangen zijn behalve Nederlanders ook Britten, Amerikanen en Australiërs.[4]

Dwangarbeid

Vanaf het najaar van 1942 gebruiken de Japanners de krijgsgevangenen als arbeidskrachten. Ze moeten vliegvelden, wegen en spoorwegen aanleggen of in mijnen en op scheepswerven werken. Voor dit doel worden de krijgsgevangenen getransporteerd naar kampen die over Oost-Azië zijn verspreid. De werkdagen van de krijgsgevangenen zijn lang en hun leefomstandigheden zijn slecht. De voeding is gering en van slechte kwaliteit. Gevangenen lijden aan tropische ziektes, worden mishandeld en terechtgesteld. Berucht is het werk aan twee spoorwegen. Het werk aan de Pakanbaroe-spoorweg tussen Pakanbaroe en Moearo op Sumatra leidt tot zo’n 700 doden onder de Nederlandse krijgsgevangenen. Bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg tussen Birma en Thailand komen ongeveer 3000 Nederlandse krijgsgevangenen om.[5]

Overzichtskaart van Oost-Azië, 1900:, Java, Singapore en gebied Birma-Siamspoorweg omcirkeld
Kaart Oost-Azie, 1900-omcirkeld.jpg
Bron: commons.wikimedia.org

Krijgsgevangene op Java

Hendrikus Deeken wordt vanwege de Japanse inval opgeroepen voor militaire dienst in het KNIL. Hij wordt in de rang van soldaat ingedeeld bij de infanterie. Op 9 maart 1942 wordt hij door de Japanners krijgsgevangen gemaakt en geïnterneerd. Ook zijn vrouw Helena en hun kinderen worden geïnterneerd. Hendrikus komt in krijgsgevangenkampen op Java terecht, inclusief het kamp ‘10e Bataljon’ in Batavia. Dit kamp is ingericht in een kazerne in het centrum van de stad. Het fungeert als doorgangskamp voor krijgsgevangenen naar Sumatra en gebieden buiten Nederlands-Indië, waaronder Birma en Thailand. Op 15 januari 1943 gaat Hendrikus met de ‘Harugiku Maru 2’, een schip dat krijgsgevangenen vervoert, op transport naar het eiland Singapore. Hendrikus maakt deel uit van het 9e transport van krijgsgevangenen dat Java verlaat (‘Java Party 9’). Singapore is onderdeel van de Britse kolonie Straits Settlements en is door Japan bezet. Het genoemde schip is een van de ‘hell ships’ die zo worden genoemd vanwege de slechte omstandigheden aan boord.[6]

Kaart van de Birma-Siamspoorweg met kamp Hindato en andere kampen
Kaart Birma-Siamspoorweg.jpg
Bron: Brabantse Gesneuvelden (F. van Doorn)

Naar de Birma-Siamspoorweg

De krijgsgevangenen die naar Singapore worden vervoerd met schepen zoals de ‘Harugiku Maru 2’, worden ingezet bij de aanleg van de Birma-Siamspoorweg. Deze 415 kilometer lange spoorweg loopt van Non Pladuk in Thailand (tot 1939 Siam geheten) naar Thanbuyuzayat in Birma. De spoorweg moet het de Japanners gemakkelijker maken om troepen en materialen naar het front in Birma te brengen. De krijgsgevangenen worden voor dit werk ondergebracht in een reeks kampen langs de rivieren Khwae Yai en Khwae Noi. Vanuit zo’n kamp moet een deel van de spoorweg worden aangelegd. Als dat deel klaar is, dan gaan de gevangenen naar een volgend kamp om aan een ander deel te werken. Op deze manier schuiven groepen krijgsgevangenen telkens op. Het werk aan de spoorweg, dat onder zware omstandigheden moet worden uitgevoerd, begint in 1942 en is in oktober 1943 klaar. Ook Hendrikus Deeken moet aan de spoorweg werken.[7]

Plattegrond van kamp Hindato
Plattegrond Hindato.jpg
Bron: Britain at War (www.britain-at-war.org.uk)

Op 18 januari 1943 komt Hendrikus Deeken met het transportschip ‘Harugiku Maru 2’ aan op Singapore. Met vrachtauto’s worden de krijgsgevangenen van Java Party 9 vervoerd naar het Changi-kamp op Singapore, waar zij op 19 januari arriveren. Het kamp bestaat uit barakken op een kazerneterrein. Vanuit het Changi-kamp gaat het transport van Hendrikus en zijn medegevangenen op 30 januari verder met de trein (‘Trein 44’) naar Ban Pong in Thailand. Deze locatie wordt op 4 februari 1943 bereikt. Ban Pong ligt nabij Non Pladuk, de plaats die aan het begin van de spoorweg ligt. Per vrachtauto of te voet gaan de krijgsgevangenen vervolgens naar het kamp van hun bestemming. Voor Hendrikus is het kamp bij het dorp Hindato de bestemming.[8]

Graf van H. Deeken op Kanchanaburi War Cemetery in Thailand
Graf H Deeken.jpg
Bron: Oorlogsgravenstichting

Dood in Hindato

Kamp Hindato ligt op 198 kilometer afstand van Non Pladuk, op bijna de helft van de spoorweg. Het kamp is door krijgsgevangenen gebouwd en bestaat uit barakken. Het is eerst een werkkamp en later een verzamelkamp. In de omgeving van het kamp zijn hete waterbronnen, waardoor het kamp ook wordt aangeduid als ‘Hot Springs’. De krijgsgevangenen -Nederlanders en Britten- werken vanuit het kamp in de periode maart-oktober 1943 aan de spoorweg. Zij leggen ter plaatse ook een rangeerterrein aan. Op 30 augustus 1943 wordt Hendrikus Deeken ziek. Hij lijdt aan acute enteritis (acute darmontsteking) en sterft dezelfde dag. Hij wordt begraven bij Hindato. Later wordt hij herbegraven op het ‘Kanchanaburi War Cemetery’ in Thailand, vak 7, rij 7, graf 47. In Arnhem staat het ‘Birma-Siam en Pakan Baroe Spoorwegen Monument’ met daarop de namen van de mensen die zijn omgekomen bij de aanleg van de spoorwegen. Hendrikus is ook vermeld.[9]

Helena, de vrouw van Hendrikus Deeken, en de drie dochters overleven hun internering. Helena verneemt na de Japanse capitulatie dat haar man is gestorven. In mei 1946 worden Helena en haar dochters geëvacueerd naar Nederland. Dit gebeurt nadat ze in Halmaheira hebben gezeten, een opvangkamp in Semarang op Java. Ze gaan inwonen bij de moeder van Helena op Fabriekstraat 2 in Tilburg.[10]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V, Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010
  • J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985;
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8. Martinus Nijhoff, Den Haag 1969.
  • Militaire Spectator jrg. 1986 nr. 3, 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3
  • Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16.

Externe links

Noten

  1. Regionaal Archief 565, map 227 H. Deeken; Oorlogsgravenstichting H. Deeken; Oorlogsbronnen H. Deeken; Tweede Kamer der Staten-Generaal, Erelijst van gevallenen 1940-1945 H. Deeken f42; Gelders Archief 0207A Burgerlijke Stand geboorten Millingen 24.09.1908 akte 61; Gelders Archief 0207A Burgerlijke Stand geboorten Millingen 24.4.1903 akte 20; Gelders Archief 0207A Burgerlijke Stand geboorten Millingen 19.9.1905 akte 49; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand geboorten Millingen 3.8.1874 akte 40; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand geboorten Millingen 1.12.1873 akte 65; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand huwelijken Millingen 2.6.1899 akte 9; Gelders Archief 0207A Burgerlijke Stand overlijden Millingen 15.12.1940 akte 44; Gelders Archief 0207A Burgerlijke Stand overlijden Millingen 1.6.1947 akte 13; Gelders Archief 0207 Burgerlijke Stand overlijden Millingen 2.12.1902 akte 30.
  2. Regionaal Archief Tilburg 565, map 227 H. Deeken; Oorlogsgravenstichting H. Deeken; Oorlogsbronnen H. Deeken; Nationaal Archief 2.10.36.21 Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën: Stamkaarten Oost-Indische Ambtenaren, 1917-1952; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand geboorten Tilburg 11.9.1910 akte 1258; Regionaal Archief Tilburg 16 Burgerlijke Stand huwelijken Tilburg 3.8.1937 akte 395; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f53; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f53; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1921-1939 f731; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 13030 Bevolkingsregister Asten 1920-1930 f115; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 13030 Bevolkingsregister Asten 1920-1930 f183; Delpher, De koerier 4.3.1931; Delpher, Soerabaijasch handelsblad 16.3.1937; Delpher, De locomotief 5.11.1937.
  3. oorlogsbronnen.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischekamparchieven.nl; Militaire Spectator jrg. 1995 nr. 8 en jrg. 1998 nr. 3; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016.
  4. Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl.
  5. J.E. Ellemers en R.E.Vaillant, Indische Nederlanders en gerepatrieerden, Muiderberg Coutinho 1985; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016; Herman Burgers, De garoeda en de ooievaar: Indonesië van kolonie tot nationale staat, Hoofdstuk V Indonesië onder Japanse Bezetting, Brill 2010; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; oorlogsbronnen.nl; pekanbarudeathrailway.com.
  6. Nationaal Archief 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; roll-of-honour.org.uk; Regionaal Archief Tilburg 565 map 227 H. Deeken; Brabantse Gesneuvelden H. Deeken; japansekrijgsgevangenkampen.nl; wikipedia.org.
  7. japansekrijgsgevangenkampen.nl; wikipedia.org; historiek.net; oorlogsverhalen.com; shbss.nl; Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 11b Hoofdstuk 8, Martinus Nijhoff, Den Haag 1969; indischekamparchieven.nl; japansekrijgsgevangenkampen.nl; indischhistorisch.nl.
  8. japansekrijgsgevangenkampen.nl; Database Nederlandse dwangarbeiders Birmaspoorweg; powresearch.jp.
  9. japansekrijgsgevangenkampen.nl; britain-at-war.org.uk; NA 2.10.50.03 Inventaris van het archief van de Stichting Administratie Indische Pensioenen (SAIP), Stamboekgegevens KNIL-militairen, met Japanse Interneringskaarten 1942-1996; Regionaal Archief Tilburg 565, map 227 H. Deeken; Brabantse Gesneuvelden H. Deeken; Oorlogsgravenstichting H. Deeken; Commonwealth War Graves Commission; Kobes, Gerrit en Ad de Beer, 'Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953)', in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg, 2003 (THR 11); 4en5mei.nl.
  10. Regionaal Archief Tilburg 565 map 227 H. Deeken; oorlogsbronnen.nl.