Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

De tweede wereldoorlog maakte een eind aan het Rijke Roomse Leven

Het zal ongetwijfeld niet gelden voor steden en grotere plaatsen als Oisterwijk, maar in Udenhout en Biezenmortel regeerde het Rijke Roomse leven. Elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en een leven lang van doop tot dood stond in het teken van het geloof en de regeltjes van de kerk. Morgengebed, avondgebed, bidden voor en na het eten, het angelus om 12 uur, ’s avonds de rozenkrans, wie kon ’s morgens naar een H. Mis, een keer in de week biechten, op school de katechismus van buiten leren, etc. etc. En de pastoor koesterde spelregels om de goede zeden in het dorp te behoeden. Een aantal van die spelregels riepen permanent weerstand op. Bekend is natuurlijk de wet van mijnheer pastoor dat er geen toneel- of muziekvoorstellingen mochten worden gegeven voor een gemengd publiek van mannen en vrouwen. Jongens mochten geen lid worden van de harmonie of de schuts onder hun 18de jaar. Een voetbalvereniging voor de jeugd, anders dan verbonden aan het patronaat van de parochie, was taboe. Een aantal mensen kwam natuurlijk weleens in de stad of in Oisterwijk en constateerden dat de regels in Udenhout strenger waren, dat de pastoor van Udenhout zijn parochie meer in de greep had dan elders gebeurde. De pastoor wist dat ook wel. Hij noemde Udenhout “het dorp van de Goede God”.

Met de Tweede Wereldoorlog kwamen er soldaten in het dorp met andere achtergronden, andere opvoeding, andere normen en waarden. Het dorp ontmoette mensen die niet naar de kerk gingen, een ander geloof aanhingen, op de socialistische partij stemden, communist waren, en noem maar op. De geallieerde bevrijders vierden feest, organiseerden danspartijen voor uiteraard mannen en vrouwen. Hoe het zij, na de oorlog was er geen plek meer voor dat oude Rijke Roomse leven van voor de oorlog, niet tussen de oren van mensen. Natuurlijk, men bleef aanvankelijk keurig naar de kerk gaan, biechten en bidden voor en na het eten, maar toch, er was ruimte voor verandering.