De luxe van de jaren zestig
Na de oorlog begon eerst het herstel van alles wat in de oorlog was vernietigd, maar al snel tekende zich een periode af van grote economische groei. Er werden veel woningen gebouwd, wijken en wegen aangelegd, geïnvesteerd in bedrijven. Nieuwe in de oorlog gegroeide technologieën, zoals automatisering, vonden toepassingen. Sterke vakbonden konden ervoor zorgen dat ook de arbeiders profiteerden van de economische groei, deels in de vorm van inkomen, deels ook in de vorm van arbeidsvoorwaarden. Al snel werd de zesdaagse werkweek een vijfeneenhalf daagse werkwerk en vanaf de jaren zestig een vijfdaagse werkweek. In de jaren zestig werd ook de schoolweek teruggebracht naar vijf dagen. Mensen kregen het weekend voor zichzelf. Mensen konden ook meer geld besteden. In de jaren vijftig beschikten nagenoeg alle huishoudens wel over een radio. Jongelui luisterden naar Veronica. En langzaamaan kregen meer huishoudens een auto. Mensen konden met hun auto vaker naar winkels of naar familie buiten het dorp. Gezinnen gingen op zondagmiddag zomaar een eindje met de auto rijden als vertier. Men kon genieten van meer plaatsen en meer natuur dan alleen het eigen dorp, hoe mooi ook. Mensen kregen telefoon waardoor het bespreken van onderwerpen sneller ging, voor bedrijven, bij het in- en verkopen, maar ook voor particulieren om vaker mensen te spreken. De volgende enorme stap was de aanschaf van een televisie, een enkeling midden jaren vijftig, heel veel mensen midden jaren zestig; vooraf aan de Olympische Spelen van Tokio in 1964 kon Philips de productie van televisies niet aan.
Vooral de televisie maakte de wereld groter, heel veel groter. Via de nieuwsbulletins kreeg men dezelfde dag verslag van dingen die gebeurden, waar ook ter wereld. Men raakte betrokken bij politieke verwikkelingen, maar vooral bij natuurrampen, die als het ware dichterbij kwamen. De hongersnood van Biafra leidde tot een vermaarde inzamelingsactie via radio en televisie. En intussen was het heel gebruikelijk dat nagenoeg alle jeugd na de basisschool naar een middelbare school ging in Tilburg, Oisterwijk of Vught, met steeds hogere percentages HBS en Gymnasium. Udenhoutse jongeren gingen doorstuderen en vonden daarna werk ergens in het land of ergens in de wereld.
Kortom, de wereld werd groter, mensen voelden zich meer wereldburger, meer in de regie, sterker. De stoere jongelui die op brommers naar dansles gingen in Oisterwijk of samen op vakantie in Luxemburg was een zichtbaar symptoom van vrijheid en zelf kiezen. De populairste popgroepen kwamen uit Engeland, The Beatles en de Rolling Stones, maar de voorbeelden van nieuwe vrijheid kwamen uit Amerika, ideaalbeelden van hippies, de hippiestad San Francisco, de musical Hair of het festival Woodstock. In het dorp hoorbaar en voelbaar via de transistorradio, de jongerensoos De Barak en misschien ook wel de friettent.