Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Cor Laurijssen

Maria Cornelia ‘Cor’ Laurijssen (geb. Tilburg 21-12-1906, gest. Tilburg 30-12-2002), actief in het Tilburgse verzet gedurende de Tweede Wereldoorlog, samen met haar echtgenoot Piet van Bommel alias ‘Blonde Piet van Brabant’. Dochter van Cornelis Laurijssen (1876-1931) en Joanna Francisca Theodora Arons (1881-?). Op 13 april 1931 trouwt zij te Tilburg met Petrus ‘Piet’ Henricus Adrianus van Bommel (1907-1961). Uit dit huwelijk krijgt zij vijf kinderen. Na zijn overlijden trouwt zij op 22 maart 1966 met Theodorus Gerardus Bogers (1902-1974).

Achtergrond en jeugd

Cor is het vijfde en jongste kind uit het gezin van Cornelis Laurijssen, kleermaker, en Francisca Arons. Zij wordt op 21 december 1906 te Tilburg geboren op Korvel. Zij heeft nog twee broers en twee zussen. In 1920 vertrekt haar moeder naar Rotterdam; zij keert in 1924 weer terug naar Tilburg. Twee broers werken in de textiel als chemisch wasser en strijker, een van haar zussen is naaister.

Op 13 april 1931 trouwt zij te Tilburg met Petrus ‘Piet’ Henricus Adrianus van Bommel. Zijn beroep is dan ‘fabriekswerker’, het hare ‘fabriekswerkster’. Eind augustus 1932 bevalt zij van een zoon, Petrus, die na acht dagen overlijdt. Tussen 1933 en 1943 krijgt zij nog vijf kinderen.

Verzetsactiviteiten

“Op een avond viel er een blanke enveloppe in de bus. Ik maakte hem open, daar stond in: Piet de persoon die jij vanavond ontmoet mag niet weten dat jij mij kent. ’t Was begin spertijd. Heb mijn kinderen in huis moeten achterlaten om mijn man te gaan zoeken. Gelukkig is dat gelukt. Achteraf bleek dat hij [de persoon die Piet ’s avonds zou ontmoeten] ’n gevaarlijk iemand was, die ik later de toegang tot mijn woning heb geweigerd.” Cor Laurijssen zit ruim vier jaar in het verzet, samen met haar man Piet. Zij weet niet meer precies wanneer haar man in het verzet is gegaan, maar zeker al in 1941: “Hij was nogal veel weg en dat kwam me een beetje vreemd voor. Toen ik ernaar vroeg zei hij mij dat het daarom ging. Ik verschrok wel, maar iemand moest het toch doen.” Laurijssen raakt vervolgens ook volop betrokken bij het verzetswerk. De verzetsgroep van Piet van Bommel houdt zich bezig met het ophalen en wegbrengen van geallieerde piloten, overvallen op distributie- en bevolkingsbureaus, veranderen van persoonsbewijzen, vervoer van buitgemaakte Duitse wapens, spionage, sabotagewerk en andere illegale activiteiten, zoals het in de lucht laten vliegen van munitieopslagplaatsen. Na de overval op de afdeling bevolking van de gemeente Tilburg op 25 januari 1944 bezorgt een van de leden uit de groep, Annie de Leeuw, de zegels ‘waar ze moeten zijn’. Na de arrestaties van Coba Pulskens en Leonie van Harssel op 9 juli 1944, ‘liepen’ er nog drie of vier piloten in Tilburg. Deze worden ongeveer vier dagen opgevangen in een zomerhuisje aan de Loonseweg in Tilburg, waar een van de groepsleden hen voorziet van eten en drinken. In juli 1944 doet de groep Van Bommel tweemaal een poging om Leonie van Harssel uit Polizeigefängnis Haaren te krijgen, wat beide keren mislukt.

Groep Van Bommel

Het huis aan de Van Grobbendonckstraat 41 is een ‘open huis’ voor de helpers en helpsters van de verzetsgroep waarvan haar man leider is. Cor staat dag en nacht voor hen klaar. In haar huis zijn volop wapens verborgen, de verzetsmensen leren schieten bij haar in huis, en ze vervoert wapens in de kinderwagen. “Ik deed samen met mijn man, met ’n pistool op mijn schoot, stamkaarten veranderen om de mannen en jongens uit Duitsland te houden”, zo vertelt ze zelf. Tweemaal gaat ze met haar man en vijf kinderen in een sjees op een zondag naar Oisterwijk om bonkaarten en distributiezegels op te halen. Een keer wordt er flink geschoten op de route. De tweede keer worden ze onderweg aangehouden door de ‘zwarte politie’: “We verschrokken hevig. Ze vroegen wat wij vervoerden. (…) Het antwoord was: hele hoop vuile luiers en kinderen. Gelukkig mochten wij doorrijden.” Laurijssen is ook zijdelings betrokken bij de verspreiding van illegaal drukwerk: “Illegale blaadjes werden ook in Tilburg gestencild om de bevolking op de hoogte te houden. Die moesten vanzelf[sprekend] onder grote voorzichtigheid bezorgd worden. Ook prentjes worden verkocht voor de studenten die in Duitsland zaten.” Het verzetswerk is gevaarlijk, zo ervaart Laurijssen: “Toen Henri Verbunt en [Rob] van Spaendonck gearresteerd werden zei hij [Piet] tegen mij: als ze spreken gaat ons gezin eraan. Ditzelfde is wel meer als eens herhaald. Daar moet je dan in berusten.” In 1944 wordt haar oudste zoon, 10 jaar oud, op het Piusplein gearresteerd en in een wagen met Duitse soldaten weggevoerd. Hij komt laat thuis met bloed aan zijn ondergoed. De Duitsers hadden hem ondervraagd over de activiteiten van zijn vader.

Na de oorlog

Na de bevrijding sluit Van Bommel zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en de Stoottroepen. Op negentienjarige leeftijd overlijdt hun zoon Cornelis Wilhelmus Johannes (26-9-1957). Op 30 januari 1961 sterft haar echtgenoot Piet. Op 22 maart 1966 trouwt Cor met Theodorus Gerardus Bogers (1902-1974). Ze krijgt voor haar verdiensten in het verzet het verzetsherdenkingskruis (1981). Op de voorlaatste dag van het jaar 2002 overlijdt Laurijssen in Tilburg.

Bronnen en literatuur

Regionaal Archief Tilburg,

  • 565, Collectie documentatie Tilburg 1940-1945, invnr. 99, map Piet van Bommel (1907-1961) alias Blonde Piet van Brabant. (Nrs. 5 en 6: 5. Verslag gesprek met mevr. M.C. Bogers-Laurijsen, 11.2.1984. 6. Aantekeningen van mevr. M.C. Bogers-Laurijsen, z.d.)


Hoeven, Liesbeth, Astrid de Beer, Haar verhaal. Het verzet van Tilburgse vrouwen in de Tweede Wereldoorlog (Tilburg 2019)