Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Cappers, Eduard Theodorus

Pater Cappers
Pater Cappers.jpg
Bron: Oorlogsgravenstichting
Volledige namen Eduard Theodorus Cappers
Geboortedatum 31-08-1877
Geboorteplaats Geldrop
Adres Bredaseweg 204
Woonplaats Tilburg
Beroep Pater-missionaris
Overlijdensdatum 05-06-1945
Plaats van overlijden West-Java (Batavia of Tjimahi) (ID)
Bijzonderheden Door de Japanse bezetter geïnterneerd en later overleden in een interneringskamp.

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden

Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.


Cappers, Eduard Theodorus (geb. Geldrop 31-08-1877, gest. West-Java (ID) 05-06-1945), missiepater bij de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Zoon van Godefridus Joseph Cappers (1851-1918) en Hendrica van de Ven (1852-1884). Cappers overlijdt op 05-06-1945 in West-Java.

Achtergrond en jeugd

Eduard Theodorus Cappers wordt op 31 augustus 1877 in Geldrop geboren als oudste kind van Godefridus Cappers en Hendrica van de Ven. Godefridus Cappers is meesterknecht, reiziger en tenslotte kantoorbediende. Hendrica van de Ven is voor haar huwelijk dienstmeid. Het echtpaar krijgt vijf kinderen, een dochter en vier zonen, allen geboren in Geldrop. Twee van de jongens sterven binnen twee jaar na hun geboorte. Na het overlijden van zijn vrouw in 1884 hertrouwt vader Godefridus het jaar daarop in Geldrop met de dienstmeid Elizabeth Kreuger. Zijn tweede huwelijk is kinderloos.[1]

De ‘SS Goentoer’
SS Goentoer.jpeg
Bron: Maritiem Digitaal

In september 1890 verhuist Eduard Cappers vanuit Geldrop naar Tilburg. Hij wordt ingeschreven in het gloednieuwe klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus op Bredaseweg 204. Bij deze congregatie treedt hij in. In oktober 1893 vertrekt Cappers naar Borgerhout bij Antwerpen, in 1904 wordt hij in Leuven tot priester gewijd. Na zijn verblijf in België wordt hij onderdirecteur van het Kleinseminarie van zijn congregatie in Tilburg. Hij vraagt ontslag uit deze functie en vertrekt in 1906 als pater naar Nederlands-Indië om missiewerk te doen. Pater Cappers vaart vanuit Marseille met de ‘SS Goentoer’ van de Rotterdamsche Lloyd naar Nederlands-Indië. Vanuit Soerabaja reist hij met de ‘SS Rochussen’ naar Toeal, een plaats op Klein-Kei, een van de Kei-eilanden.[2]

De ‘SS Rochussen’
SS Rochussen.jpg
Bron: Stadsarchief Amsterdam-

Congregatie Missionarissen van het H. Hart van Jezus

Het klooster van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus op Bredaseweg 204 is bekend als het missiehuis van de ‘Rooi Harten’. De missionarissen droegen een vignet met een rood hart op hun habijt – vandaar de naam. De congregatie is in 1854 in Frankrijk gesticht door pater Jules Chevalier met als doel de verering van het Heilig Hart van Jezus en de verspreiding van de verering. De verspreiding gaat via onderwijs, gezondheidszorg, prediking en missie. Rond 1880 vestigt de congregatie zich in Nederland, eerst in Huize Gerra in Haaren en vervolgens in Tilburg. Aanvankelijk zit de congregatie in Tilburg in een oude wollenstoffenfabriek nabij het Wilhelminapark. Daarna betrekt de congregatie het missiehuis aan de Bredaseweg. Het missiehuis is ontworpen door architect Hubert de Beer (1844-1898), met bijdragen van Pierre Cuypers (1827-1921), en is ingewijd in 1890. Vanaf 1894 wordt het missiehuis het bestuurscentrum van de noordelijke provincie van de congregatie. Vanuit het missiehuis zijn talrijke paters en broeders uitgezonden naar overzeese missiegebieden.[3]

Missie

Vanaf het midden van de negentiende eeuw is vanuit Tilburg een groot aantal missies ondernomen. Het doel van deze missies is mensen met een andere religie te bekeren tot het christelijk geloof. Protestanten spreken over zending, Rooms-Katholieken over missie. Tilburg ontwikkelt een omvangrijke missie-infrastructuur. Centra daarvan zijn onder andere de Fraters van Tilburg, de Paters Oblaten, de Kapucijnen, de Fathers van Mill Hill (De Rooi Pannen) en de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus.

Missiehuis van de ‘Rooi Harten’, Bredaseweg 204
Bron: Collectie Regionaal Archief Tilburg

Deze laatste congregatie krijgt in 1881 van de Paus opdracht missiearbeid te verrichten. De congregatie heeft van het begin van de 20e eeuw tot de Tweede Wereldoorlog broeders en paters als missionarissen uitgezonden naar het toenmalige Nederlands-Indië (Molukken 1902; Celebes 1919; Midden-Java 1921), Nieuw Guinea (1902), Oceanië (1905), de Filippijnen (1908) en Brazilië (1911). In 1902 wordt de apostolische prefectuur Merauke voor Nederlands Nieuw Guinea opgericht. Onder deze prefectuur (een pauselijk missiegebied) vallen ook de Molukken. Het bestuur van de prefectuur wordt toebedeeld aan de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Monseigneur Neijens (1868-1941) is haar eerste apostolisch prefect. De hoofdzetel komt in Langgoer op de Kei-eilanden (Klein-Kei).

In 1920 wordt de apostolische prefectuur verheven tot apostolisch vicariaat (zo’n vicariaat is geen bisdom, maar kan het worden). Monseigneur Joannes Aerts wordt in dat jaar aangesteld als de apostolisch vicaris. In de Tweede Wereldoorlog zijn door de congregatie geen missionarissen uitgezonden.[4]

Kei-eilanden

In 1906 komt pater Cappers aan op de Kei-eilanden, van waaruit hij datzelfde jaar naar Merauke gaat.[5]Hij schrijft geregeld brieven en bijdragen voor het missietijdschrift Annalen van O.L. Vrouw van het H. Hart. Zo schrijft hij rond 1908 over zijn bezoeken aan de kustdorpen nabij Merauke: “In het begin, moet ik bekennen. was ik niet helemaal op mijn gemak in de dorpen en plantingen. Hoorde ik destijds maar schreeuwen of roepen, dan zag mijn verbeelding soms, toch nog maar in de verte en erg onduidelijk, mijn kop als versiersel voor de een of andere hut tentoongesteld; toen was ik nog "saham-ke" (kangoeroe, het beeld der vreesachtigheid); nu ben ik "basik" (varken, moedig). De mensen zijn zo kwaad niet, als men ze maar kent. Dat wil niet zeggen, dat ik hun mijn kop in bewaring zou durven geven, maar gerust durf ik met hen omgaan, hun dorpen te bezoeken. Daarstraks ben ik weer op bezoek geweest te Boeti en te Nowari.”” In 1909 verlaat pater Cappers Merauke en gaat hij naar Langgoer op Klein-Kei. In opdracht van Monseigneur Neijens vestigt hij zich in 1910 op Jamdena, een van de Tanimbar-eilanden. Op dit eiland begint zijn congregatie dat jaar een missie. Net als de Kei-eilanden horen de Tanimbar-eilanden bij de Molukken. Samen met pater Klerks en andere missionarissen sticht hij op Jamdena schooltjes in Sifnana, Laoeran (hier verblijft hij), Oliliet, Kabearat, Wowonda en Amtoefoe.[6]

Zendingskaart uit ca 1930, Batavia omcirkeld
Kaart Batavia.jpg
Bron: Vrije Universiteit Amsterdam (P. Noordhoff)

In oktober 1915 keert Cappers om gezondheidsredenen terug naar Tilburg, om in 1920 weer naar de missie te reizen. Hij werkt op de Kei-eilanden en het Molukse eiland Ambon. In 1930 gaat hij opnieuw met verlof naar Nederland. In augustus 1932 vaart hij vanuit Amsterdam naar Batavia op Java. In het Apostolisch Vicariaat van Batavia wordt hij directeur van het R.K. Militair Tehuis van zijn congregatie. Het Apostolisch Vicariaat van Batavia wordt bestuurd door de Orde van de Jezuïeten, met aan het hoofd vanaf 1934 Mgr. Peter Johannes Willekens S.J. (1881-1971), Apostolisch Vicaris. Standplaats van de vicaris is Batavia. De Jezuïeten werken samen met de Minderbroeders Franciscanen, de Minderbroeders Conventuelen en de Missionarissen van het H. Hart. Pater Cappers blijft in Batavia tot aan de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.[7]

Japanse internering

Eind 1941 valt Japan de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Daarmee begint de oorlog in de Stille Zuidzee. In januari 1942 valt Japan Nederlands-Indië binnen. Op 8 maart 1942 capituleert het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Nederlands-Indië komt onder Japans bewind te staan. Omdat Japan Nederlands-Indië wil opnemen in een nieuwe Aziatische politieke en economische orde, moeten alle westerse invloeden worden uitgebannen. Een van de maatregelen daartoe is de onmiddellijke internering van Nederlandse burgers in burgerkampen. Volgens schattingen zijn 100.000-110.000 Nederlandse burgers door de Japanners geïnterneerd, inclusief missionarissen. In 1940 zijn 570 priesters, 1860 zusters en 530 broeders van 58 verschillende ordes en congregaties actief in de missie in Nederlands-Indië. Het grootste deel van hen wordt geïnterneerd; Japan betitelt hun aanwezigheid als gevaarlijk en ondermijnend, omdat zij de christelijke religie verspreiden. Gaandeweg de oorlog worden de leefomstandigheden van de geïnterneerde burgers steeds slechter. In het laatste jaar van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië groeit het aantal sterfgevallen onder hen snel door ziekte, uitputting en ondervoeding. De schattingen van het aantal geïnterneerden dat in de Japanse burgerkampen is omgekomen variëren van 13.000 tot 16.800 personen. Onder hen zijn 27 leden van de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus.[8]

Overlijden op West-Java

Pater Cappers wordt door de Japanners geïnterneerd, maar over zijn internering zijn nauwelijks gegevens beschikbaar. Ook worden voor zijn overlijden twee kamplocaties in West-Java genoemd: Tjimahi en Batavia. Bij Tjimahi zijn de volgende acht interneringskampen voor burgers opgericht: ‘4e en 9e Bataljon’ (mannen en jongens), ‘Baros 5’ (mannen en jongens), ‘Baros 6’ (vrouwen, mannen en jongens), ‘Padalarang/Gadobankong’ (vrouwen en kinderen), ‘Treinkampement’ (vrouwen en kinderen), ‘Goenoeng Haloe’ (jongens), ‘Pasir Benteng’ (jongens) en ‘Militair Hospitaal’ (oude mannen, zieke mannen, zieke jongens). Mocht pater Cappers in een kamp bij Tjimahi zijn gestorven, dan komen de volgende kampen vanwege hun kamppopulatie het meest in aanmerking: ‘4e en 9e Bataljon’, ‘Baros 5’, ‘Baros 6’ en ‘Militair Hospitaal’.[9]

Voor Batavia noemen de bronnen het kamp Bidara Tjina als sterfplaats van pater Cappers. Daarmee wordt het kampziekenhuis in het Sint Vincentius weeshuis bedoeld, dat Bidara Tjina 76 als adres heeft. Het weeshuis omvat een kerk en een aantal grote zalen in een vierkant rondom een binnenplaats. Het gebouw wordt in maart 1945 ingericht als ziekenhuis voor de zieken uit vrouwenkampen in de omgeving, maar er verblijven ook zieke mannen. Zo komt later in 1945 een groep zwaar zieke mannen binnen.[10]

Gebeurtenis

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de noten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

  • Gerrit Kobes en Ad de Beer, Het leven gebroken in het Verre Oosten. De geschiedenissen van de Tilburgers die om het leven kwamen in de strijd tegen Japan, als gevolg van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1941-1945), de Indonesische kwestie (1945-1949) en het conflict in Korea (1950-1953), in: Tilburgse sprokkelingen. Bijdragen tot de Tilburgse geschiedenis Tilburg 2003 (THR 11)
  • Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006.
  • J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988.
  • J. Boelaars, Met Papoea's samen op weg, Deel 1: De pioniers. Het begin van een missie, Kok, Kampen 1995.

Externe links

Noten

  1. Oorlogsgravenstichting E.T. Cappers; Regionaal Archief Tilburg 565 invnr. 226 E.T. Cappers; BHIC 50 Burgerlijke Stand geboorten Geldrop 31.8.1877 akte 63; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 10530 Burgerlijke Stand geboorten Geldrop 29.10.1851 akte 57; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 15379 Burgerlijke Stand geboorten Oerle 13.12.1852 akte 14; BHIC 50 Burgerlijke Stand geboorten Heeze 31.8.1843 akte 39; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 10530 Burgerlijke Stand huwelijken Geldrop 6.11.1876 akte 19; BHIC 50 Burgerlijke Stand huwelijken Geldrop 23.11.1885 akte 14; BHIC 550 Burgerlijke Stand overlijden Geldrop 1.9.1918 akte 43; BHIC 50 Burgerlijke Stand overlijden Geldrop 3.3.1884 akte 57; BHIC 550 Burgerlijke Stand overlijden Geldrop 9.7.1928 akte 44; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 10530 Bevolkingsregister Geldrop 1860-1890 f464; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 10530 Bevolkingsregister Geldrop 1890-1910 f159.
  2. Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1890-1900 f5; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1900-1910 f8; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f116; wikimiddenbrabant.nl/Congregaties; erfgoedkloosterleven.nl/; misacor.nl/geschiedenis/; antwerpen.be; J. Boelaars, Met Papoea's samen op weg, Deel 1: De pioniers. Het begin van een missie, Kok, Kampen 1995; Delpher, de Maasbode 23.8.1904; Delpher, De Locomotief 10.2.1906; Delpher, Soerabaijasch handelsblad, 10.2.1906 en 5.3.1906.
  3. Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006; wikimiddenbrabant.nl/Missiehuis_Rooi_Harten; erfgoedkloosterleven.nl; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; misacor.nl/geschiedenis/; kerknet.be/; wierookwijwaterenworstenbrood.nl/; monumententilburg.nl/.
  4. erfgoedkloosterleven.nl/; resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; misacor.nl/geschiedenis/; wikimiddenbrabant.nl/Missie; J.F.L.M. Cornelissen, Pater en Papoea, Kok, Kampen 1988; Jan Willemsen, Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden, Nijmegen 2006; J. Boelaars, Met Papoea's samen op weg, Deel 1: De pioniers, Het begin van een missie, Kok, Kampen 1995; kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/.
  5. Pater Cappers heeft op een reeks verschillende plaatsen gewerkt. De belangrijkste staan hier vermeld.
  6. J. Boelaars, Met Papoea's samen op weg, Deel 1: De pioniers. Het begin van een missie, Kok, Kampen 1995; Oorlogsgravenstichting E.T. Cappers; Delpher, De Maasbode 7.12.1905; Delpher Tilburgsche Courant 26.5.1928.
  7. Oorlogsgravenstichting E.T. Cappers; Regionaal Archief Tilburg 918 Bevolkingsregister Tilburg 1910-1920 f116; https://resources.huygens.knaw.nl/repertoriumzendingmissie/; erfgoedkloosterleven.nl; Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 15375 Burgerlijke Stand geboorten Reusel 6.12.1881 akte 33; https://www.catholic-hierarchy.org/bishop/bwillp.html; Delpher Tilburgsche Courant 28.12.1915, 26.5.1928 en 12.9.1932; Delpher, Limburger Koerier 31.12.1915; Delpher, De Koerier 10.11.1928 en 27.1.1933; Delpher, De Amsterdammer 3.9.1932; Delpher, Eindhovensch Dagblad 3.12.1929; Delpher, Algemeen handelsblad voor Nederlandsch-Indie 31.10.1932; Delpher, Pius-Almanak Jaarboek van katholiek Nederland.
  8. indischekamparchieven.nl; tweedewereldoorlog.nl/; isgeschiedenis.nl/; indischherinneringscentrum.nl; oorlogsbronnen.nl; niod.nl/nl/veelgestelde-vragen/japanse-bezetting-en-pacific-oorlog-cijfers; brabantsegesneuvelden.nl/; brabantserfgoed.nl/; https://malukupapua1942-1945.nl/; Renske Krimp, De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien, Nationaal Comité 4 en 5 Mei, Amsterdam 2016, p.16; erfgoedkloosterleven.nl/.
  9. Regionaal Archief Tilburg 565 invnr. 226 E.T. Cappers; Netwerk Oorlogsbronnen E.T. Cappers; Oorlogsgravenstichting E.T. Cappers; indischekamparchieven.nl/; japanseburgerkampen.nl/; J. Boelaars, Met Papoea's samen op weg, Deel 1: De pioniers. Het begin van een missie, Kok, Kampen 1995.
  10. Regionaal Archief Tilburg 565 invnr. 226 E.T. Cappers; Netwerk Oorlogsbronnen E.T. Cappers; Oorlogsgravenstichting E.T. Cappers; indischekamparchieven.nl/; japanseburgerkampen.nl/.