Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Campusontwikkeling

BalkTiu.jpg

Uitbreidingen

Campus betekent in het Latijn ‘vlakte’ of ‘veld’. De term wordt vooral gebruikt voor het bebouwde terrein van universiteiten die buiten de stad liggen, vaak in bosrijke omgevingen. Veel universiteiten zijn ontstaan in de binnenstad, maar verhuisden toen de studentenaantallen en het aantal opleidingen toenamen. Zo ging het ook in Tilburg, waar de toenmalige hogeschool in 1962 de locatie aan de Bosscheweg verliet om aan de rand van het Warandebos uit te groeien tot een campusuniversiteit. De campus telde bij ingebruikname één gebouw, intussen zijn het er 14. In 2018 wordt het nieuwe Onderwijs en Zelfstudie Centrum (OZC)* geopend, en er is een nieuw restaurant voorzien waar nu het Warande- en Prismagebouw staan.

Parkachtige omgeving

Architect Bedaux, de ontwerper van de eerste drie gebouwen op de campus (Cobbenhagen*-, Koopmans*- en Goossensgebouw*) werkte bij de inrichting van de openbare ruimte samen met Pieter Buys, tuin- en landschapsarchitect. De parkachtige omgeving is een belangrijke kwaliteit van de campus, die studenten en medewerkers blijkens enquêtes hooglijk waarderen. In het laatste kwart van de vorige eeuw kwam die kwaliteit onder druk te staan, vooral door de komst aan de noordzijde van tijdelijke barakken die er decennialang bleven staan.

Tijdgeest

De gebouwen representeren in zekere zin ook de tijdgeest. De barakken van het voormalige Simongebouw en het Prismagebouw dateren van eind jaren zeventig, een periode van economische tegenwind en bezuinigingen op het hoger onderwijs. Montesquieu en de Faculty Club, gebouwen met meer architectonische waarden, zijn zichtbaar het product van betere tijden.

Hoofdas

Tot in de jaren negentig liep de as van de campus van de toenmalige gebouwen A en B (nu Cobbenhagen- en Koopmansgebouw) naar de laagbouw waar Sociale wetenschappen en Psychologie waren gevestigd. Dat veranderde met de komst van de Universiteitsbibliotheek, Dantegebouw en Esplanadegebouw. De as kwam van west naar oost te liggen, zeker toen de universiteit steeds meer gebouwen aan de overkant van de Hogeschoollaan verwierf: respectievelijk het Simongebouw (ook van de hand van Bedaux), het Montesquieugebouw en Academia Building*. De hoofdas van de campus kreeg zelfs een naam: de Esplanade.

Naar het oosten

De ontwikkeling van de campus in oostelijke richting was nodig vanwege de enorme groei, van bijna 1.200 studenten in 1962 naar ruim 13.000 in 2016. In landschappelijke zin is de uitbreiding lastig te integreren in de campus. Het ontbreekt goeddeels aan een zoom van bomen en een vijver. Een duidelijke verbinding tussen het westelijk en oostelijk gedeelte is er echter wel. Die wordt vooral bepaald doordat bomen, bestrating en verlichting hetzelfde zijn.

Masterplan

Het groene karakter van de campus staat centraal in het Masterplan van Tilburg University, waarin de ontwikkelingen voor het komende decennium zijn opgenomen. Het groen van de campus leent zich uitstekend voor rust en ontspanning, maar in toenemende mate ook voor reflectie en studie. Het aantal buitenwerkplekken neemt sterk toe, evenals het gebruik ervan.