Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Caesarius Mommers

Martinus Josephus Cornelis Mommers (Frater Caesarius Mommers CCM Tilburg 1925 - Veldhoven 2007) trad in 1944 in bij de Fraters van Tilburg. Hij was leraar op een Tilburgse lagere school en aan de kweekschool in Goirle. Hij maakte een vergelijkende studie van 27 Nederlandse en buitenlandse leesmethoden die van 1945 tot 1957 waren uitgegeven. In 1958 kreeg hij van zijn superieuren de opdracht om een nieuwe methode voor aanvankelijk lezen te ontwikkelen. Mommers opperde om de bestaande analytisch-synthetische methode en de globaalmethode in een nieuwe structuurmethode te combineren. Hij begon met een werkgroep van fraters en onderwijsbroeders, en in 1960 verscheen de nieuwe methode Zó leren lezen (ook Veilig leren lezen) bij de Drukkerij van het RK Jongensweeshuis. De verspreiding verliep geleidelijk. In het schooljaar 1960-1961 kregen zo’n 1400 kinderen de leesmethode, in 1961-1962 waren dat er 6000 en in 1962-1963 ruim 12.000. Dat was vijf procent van alle eersteklassers in Nederland. De illustraties vormden een belangrijk aandachtspunt. De tekeningen van Toos Koedam waren destijds origineel en bepaalden tot in de jaren tachtig het gezicht van Zó leren lezen. Met hulpmiddelen als woordstroken, klapspelletjes en letterdozen leerden de kinderen de bekende reeks boom, roos, vis… Mommers, die in 2004 de D.A. Thieme-prijs ontving, werd ook wel de Leesvader van Nederland genoemd. De leesmethode wordt in aangepaste vorm nog steeds gebruikt in Nederland en Vlaanderen en inmiddels hebben enkele miljoenen kinderen ermee leren lezen.