Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Brown, David Lloyd George

David Lloyd George Brown
Brown 2.jpg
Volledige namen David Lloyd George Brown
Geboortedatum 16-10-1922
Geboorteplaats Leamington, Ontario (CA)
Adres 522 Sandwich Street
Woonplaats St, Amherstburg, Ontario (CA)
Burgerlijke staat Gehuwd
Naam echtgeno(o)t(e) Marigold Arkless Curtis
Beroep Student
Overlijdensdatum 14-07-1943
Plaats van overlijden Drunen
Bijzonderheden Sneuvelde bij een vliegtuigcrash nabij Drunen (Fellenoord).

Geef de oorlog een gezicht!

Kun jij ons helpen met het schrijven van het levensverhaal van deze persoon?

Hoewel het meer dan 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog blijft het belangrijk de slachtoffers te herdenken. We willen door hun verhaal te vertellen de slachtoffers eren en de herinnering levend houden Alle Tilburgse oorlogsslachtoffers zijn opgenomen in de Wiki Midden-Brabant en we streven er naar van ieder een levensbeschrijving en foto op te nemen.

Helaas hebben we van sommigen maar beperkte of soms helemaal geen informatie. We hebben jouw hulp nodig deze levensverhalen vast te leggen door ontbrekende informatie aan te vullen met verhalen of foto’s. We ontvangen je reactie graag via info@regionaalarchieftilburg.nl o.v.v. Wiki Oorlogsslachtoffers.

Achtergrond

David Lloyd George Brown wordt geboren op 16 oktober 1922 in Leamington, Ontario. David het enigst kind van John George Brown (geb. 3 juni 1891, overl. 1968) en Hazel Elizabeth Kemp (geb. 1892, overl. 8 februari 1961). Het gezin verhuist, als David nog erg jong is, naar de Verenigde Staten, waar hij tussen 1929 en 1937 in Findlay, Ohio naar de Intermediate School gaat. Tussen 1937 en 1941 gaat hij naar de Western High School in Detroit in de staat Michigan. Wanneer David ongeveer 17 jaar is verhuist het gezin weer terug naar Canada, waar ze in Amherstburg gaan wonen. Amherstburg is een grensplaatsje vlakbij de Amerikaanse stad Detroit, waar David studeert. In zijn vrije tijd doet David aan zwemmen en atletiek.

David trouwt op 12 oktober 1942 met de Engelse Marigold (Mary) Arkless Curtis (geb. 1923, overl 3 augustus 1963) in Upton on Severn. Op 28 augustus 1943, een maand na de dood van David, wordt hun zoon Eric L. Brown geboren. Na de dood van David verhuist Marigold naar Canada en gaat bij de ouders van David wonen. In 1945 hertrouwt Marigold met Joseph Roswell Toffelmire.

Diensttijd

David meldt zich op 20 juli 1941 aan bij de R.C.A.F. omdat hij zogezegd: zijn plicht wil doen en hij nog te jong is om bij het leger te dienen . Tijdens zijn keuring op 13 oktober 1941komt er naar voren dat hij misschien wel geschikt is om als piloot of navigator te worden opgeleid. [1] Na aanvankelijk eerst als piloot te worden opgeleid, wordt al vroeg tijdens zijn training opgemerkt dat hij uiteindelijk niet geschikt is om deze verantwoordelijkheid te dragen. Bij de No. 21 E.F.T.S. [2] wordt zijn opleiding afgebroken en rapporteert de officier: Deze vlieger is nogal onvolwassen. Hij heeft geen zelfvertrouwen en straalt een slecht beoordelingsvermogen uit. Er kan niet in grote mate op worden vertrouwd. David wordt hierop doorgestuurd naar een opleiding tot boordschutter. Net voordat hij in konvooi naar Engeland vertrekt wordt hij bevorderd tot Sergeant.

David is vermist
Brown 3.jpeg
Een krantenartikel over de vermissing van David.

Bron: www.findagrave.com

Engeland

Vanuit Halifax vertrekt David naar Engeland waar hij op 13 mei 1942 aankomt waar hij zijn opleiding tot airgunner vervolgt bij de No. 3 A.G.S.[3] Hierna wordt David op 4 augustus overgeplaatst naar het No. 22 O.T.U. en maakt hij kennis met een aantal van zijn toekomstige bemanningsleden.[4] Via deze unit komt de bemanning op 20 februari 1943 bij het No. 1659 Heavy Conversion Unit, waar met viermotorige Halifax-bommenwerpers wordt geoefend alvorens zijn bemanning operationeel worden bij een gevechtseenheid. Inmiddels is David op 12 oktober getrouwd met Marigold, de dag daarop wordt hij bevorderd tot Flight Sergeant.

No. 408 Squadron

Op 13 maart 1943 wordt David met zijn bemanning overgeplaatst naar het No. 408 Squadron (bijnaam Goose-squadron), een van origine een Canadese eenheid, met als basis Leeming.[5] Piloot Alan Osborne Smuck maakt zijn eerste bombardementsvlucht mee wanneer hij als 2e piloot meevliegt met de bemanning van de Halifax DT713, die in de nacht van 26 op 27 maart samen met een grote bommenwerpergroep een bombardement uitvoert bij Duisberg. Dit is meteen zijn vuurdoop, want ze worden onder vuur genomen door het afweergeschut nabij het doelwit. Hierbij raakt de staartschutter gewond en het vliegtuig beschadigd. Iets na middernacht weten ze toch veilig weer op de basis te landen. De eerste vlucht boven vijandelijk gebied van de gehele bemanning van David vindt plaats op 2 april. Twee vliegtuigen van het 408 squadron nemen deel aan de aanval op St. Nazaire. In totaal neemt David deel aan 17 missies. Een missie wordt voortijdig afgebroken vanwege motorproblemen. In de nacht van 16 op 17 april is er een grote aanval op de Skoda fabrieken in Pilsen, waarbij het voor de bemanning van de Halifax van David bijna fataal afloopt. Boven Saarbrücken wordt het vliegtuig rond 00:20 geraakt door het luchtafweergeschut waarbij het ontsnappingsluik vlakbij de piloot eraf wordt geschoten. Boven het doelgebied vliegt de astrodome (plexiglas koepeltje boven op de Halifax) er af. Op de terugweg ten noorden van Nürnberg volgt er een aanval van een Junkers JU.88. De nachtjager wordt als eerste door de piloot opgemerkt, komend in een tegenovergestelde richting. Hij waarschuwt de staartschutter David en gaat meteen over in een ontwijkende corckscrew-manoeuvre. David geeft een vuurstoot van ongeveer 100 kogels met zijn 4 machinegeweren, waarna de nachtjager de aanval afbreekt en wegduikt in de nacht. De bemanning weet veilig om 07:00 vliegbasis Leeming te bereiken.[6]

Logo 408 squadron

14 juli 1943

In de nacht van 13 op 14 juli 1943 vindt er een grote geallieerde aanval op Aken plaats. Het 408 squadron neemt met elf toestellen deel aan deze aanval. De Halifax DT769 stijgt om 00:08 uur op van de Engelse basis Leeming in het graafschap Yorkshire. Bommenrichter Flying Officer F.W.Bilson is deze vlucht vervangen door Sergeant Bryce Domigan. Op de terugweg wordt de Halifax DT769 aangevallen door een Duitse nachtjager, wat fataal zal blijken te zijn. In de samenvatting van het 408 squadron van die nacht wordt vermeld dat het vliegtuig rond 05:30 uur terug zou moeten zijn op de basis en vermoedelijk vermist is.

Om 02.36 uur meldt de Luchtbeschermingsdienst van Tilburg ‘luchtgevaar’. Meerdere groepen vijandelijke vliegtuigen gaan van west naar oost en van oost naar west. Er wordt zwaar luchtafweer geconstateerd. Twee vliegtuigen vallen brandend neer in noordelijke positie, richting Waalwijk-Drunen, vermoedelijk als gevolg van een luchtgevecht. Er blijken twee vliegtuigen te zijn neergestort: Eén ten noorden van Waalwijk en één tussen Waalwijk en Drunen. Dit laatste toestel behoort tot het 408. Royal Canadian Air Force en was ingedeeld bij No.6 Group Bomber Command.

Om 02.45 uur is het hoofd van de Luchtbeschermingsdienst te Drunen aanwezig op de plek van de ramp. De machine brandt nog, zodat hij het vliegtuig niet kan identificeren. Er rest hem niets anders dan de Rijksinspectie voor de Bescherming van de Bevolking in Den Haag, de Ortskommandantur te Tilburg en de Polizei-Offizier in Vught op de hoogte te stellen.

In de vroege ochtend betreedt men – nu in gezelschap van een marechaussee – opnieuw de plaats van de crash. Het toestel is geheel versplinterd. In de nabijheid liggen enkele zwaar verminkte lichamen. Identificatie is niet meer mogelijk. De 15e juli vindt men op één van de lichamen het registratieplaatje van George Brown. Het lichaam van Brown wordt afzonderlijk gekist, de overblijfselen van de overige, niet-geïdentificeerde, bemanningsleden worden in één kist geborgen. De Ortskommandantur laat de lichamen overbrengen naar Tilburg. Behalve Robert Barneveld kwamen bij de crash ook John Foggon, Douglas George McKay, Alan Osborn Smuck en David Lloyd George Brown om het leven. Brown werd later herbegraven op het Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom.[7]

Het graf van David Lloyd George Brown op het Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom.
Brown 4.jpg
Bron: www.veterans.gc.ca

foto: Marg Liessens

Twee bemanningsleden overleven de crash; Bryce Domigan en B. Kelly. Domigan weet krijgsgevangenschap te voorkomen. Met behulp van het verzet lukt het hem onder te duiken. Op 10 september 1943 wordt hij gearresteerd in het Franse plaatsje Saint-Jean-de-Luz, vlakbij de Spaanse grens. Domigan komt terecht in het Duitse krijgsgevangenkamp Stalag 357 en overleeft de oorlog.

Gebeurtenis

Vliegtuigcrash Drunen, Fellenoord.

Graf

David Lloyd George Brown is begraven op de Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom, vak 5, rij G, graf 8. Grafschrift: I HAVE LOST MY LIFE BUT FOUND GOD. WE DIE SO THAT WE MIGHT LIVE. En hij wordt herdacht op het Bomber Command Memorial Wall in Alberta.

Externe links

Literatuur

Pouwels, Pouwel, Vliegtuigcrashes 1940-1945 in Midden-Brabant (Nieuwkuijk 2018)

Noten

  1. Library and Archives Canada: Brown, George Lloyd George. Reference RG 24Volume 24937, Item ID number: 4210
  2. Elementary Flying Training School
  3. Air Gunner School.
  4. Toekomstige bommenwerperbemanningen werden voor tien weken geplaatst bij een Bomber Command Operational Training Unit (OTU). Hier was de training serieuzer en het vliegen veel gevaarlijker dan voorheen, tot op zekere hoogte vanwege de gevaarlijke mix van beginnende bemanningen en oude vliegtuigen die eerder operationeel hadden gevlogen. Bemanningsleden zouden leren operationeel te vliegen op een echt gevechtsvliegtuig. Ongeveer 10% van de verliezen van Bomber Command vond plaats tijdens training.
  5. Archief The National Archives: Summary of events No. 408 squadron R.C.A.F. Air 27/1797/5 t/m 14
  6. Archief The National Archives: H.Q. No. 6 (R.C.A.F.) Group: summary of encounters with enemy aircraft, Apr.- June, Aug.- Nov., 1943 & Feb.- Apr. 1944/Name: Brown Rank: Sergeant Squadron: 408. Air 50/299/26 Archief The Nationa Archives: No. 408 (Royal Canadian Air Force) Squadron/Name: Brown Rank: Sergeant Squadron: 408 Other Dates of Combat: 16... Air 50/249/75
  7. Bron: G. Kobes, De Tilburgse Koerier, 12 oktober 1989.