Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Brand, natuurgebied

Na de laatste ijstijd (ongeveer 10.000 jaar geleden) ontwikkelde zich in den Brand in de komvormige laagte, een laagveenmoeras. Rond het jaar twaalfhonderd veranderde het gebied door menselijk ingrijpen. Men groef het veen af. Op de scheidingen tussen de afgravingen legde men kades aan. Door het inklinken van het resterende veen stegen de kades als het ware op uit het landschap. Deze paden worden aangeduid als “stegen” zoals de Aschotse steeg en de Brandse steeg.

Brand, natuurgebied
Grote kom 2.JPG
De Grote Kom.


Brand, natuurgebied
1 boomkikker.jpg
De boomkikker zit zich op te warmen op een braamblad.


Brand, natuurgebied
Inktviszwam, bol ernaast is het beginstadium.JPG
De inktviszwam. Het "pingpongballetje" rechts is het beginstadium.

Het gedroogde veen werd gebruikt om te stoken. De naam den Brand verwijst daar ook naar. In de 13e eeuw startte de boshoeve-ontginning. Initiatief-nemers waren de hertogen van Brabant. In 1232 schonken ze aan de abdij van Tongerlo land om te ontginnen. Later zijn nog enkele schenkingen meer gedaan aan anderen. In de 19e eeuw zijn in den Brand delen van het bos op rabatten gezet, lange stroken opgehoogd met grond afkomstig van de naastgelegen gegraven greppels. De rabatten zijn beplant met zwarte els, populier en zelfs fijnspar.

Vanaf 1900 is steeds meer bos gekapt en omgevormd tot weiland. Het bosareaal is sinds die tijd gehalveerd. Den Brand is vrij rijk aan voedingsstoffen. Een voedselrijk gebied is over het algemeen qua planten soortenarm. Eén plantensoort ziet dan meestal kans om alle andere te overheersen. Den Brand is als geheel niet excessief bemest met stikstof en fosfaten. De tegendruk van het locale grondwater zorgt ervoor dat water uit stedelijk gebied en agrarische bedrijven geen grote schade aanricht. Door een vrij hoog kalkgehalte worden fosfaten gebonden waardoor geen verzuring optreedt. Hierdoor is het aantal planten van de soorten van het rijkere milieu soms indrukwekkend zoals de bosanemoon en het speenkruid.


De verschillen in waterhuishouding leveren wel de basis voor veel variatie. Hierdoor vooral is den Brand rijk aan plantensoorten. De helft van de 1020 verschillende plantensoorten in Brabant is er te vinden waaronder verschillende zeldzame, zoals gulden boterbloem, bosklaverzuring, ruige veldbies, boskortsteel en bospaardestaart. Kenmerkend voor het moeras in den Brand zijn: waterdrieblad, moerasviool, moerasvaren en grote boterbloem. In de nabijheid van de Drunense duinen vinden we zandblauwtje en aan de rand van het moeras gagel. Bijzonder is ook de zoete kers die aan bosranden staat en vroeg in het voorjaar bloeit.


De flora van den Brand blijkt in meerdere opzichten van betekenis te zijn. In den Brand komen 460 soorten paddestoelen voor waarvan er maar liefst 64 soorten als zeldzaam te boek staan. Een van de meest bekende paddestoelen is natuurlijk de rode paddestoel met witte stippen; de vliegezwam. Die heeft een symbiose met de berk of grove den en soms met de eik of beuk. Je zult deze paddestoelen daarom altijd aantreffen in de omgeving van deze bomen en dus ook in den Brand. Een heel bijzondere paddestoel is de inktviszwam. Uit een bolvormig “duivelsei” komen vier tot zes op een inktvis lijkende armen te voorschijn. Deze armen zijn prachtig bloedrood, met daarop olijfgroene slijmerige vlekken. Deze zwam verspreidt een aasgeur waar insecten op af komen.


In 1990 deed de Insectenwerkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging uit Tilburg een groot onderzoek naar de insecten in den Brand. In een periode van acht maanden ving men 300.000 insecten. Die zijn allemaal onderzocht, wat een geweldig groot karwei was. De conclusie van dat onderzoek was dat den Brand zeer rijk is aan insecten (wat iedere Udenhouter al wel wist). Er zijn ruim 2000 soorten aangetroffen waaronder een aantal dat uniek is voor de Nederlandse fauna. Men telde bijvoorbeeld 53 soorten rouwmuggen waarvan 42 soorten die nooit eerder in Nederland waren waargenomen.


Door de gevarieerdheid van de structuur is het gebied uitstekend geschikt voor amfibieën. Er komen dan ook vele soorten voor en in grote aantallen. Maar liefst vijf soorten komen voor in den Brand die zeldzaam zijn in Nederland. De kamsalamander, de boomkikker en de kleine groene kikker (poelkikker) komen in den Brand min of meer algemeen voor, terwijl die in Nederland (zeer) zeldzaam zijn.


In den Brand vonden onderzoekers 73 soorten broedvogels. Bijna de helft van deze soorten behoren tot de weinig algemene Nederlandse broedvogels. Er komen zes soorten broedvogels voor die op de lijst van bedreigde en kwetsbare vogelsoorten staan. De vogelsoorten voor ouder bos zijn vooruitgegaan zoals holenduif, zwarte specht, kleine bonte specht, boomklever en appelvink.