Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Bombardement Oud-Noord, 21 februari 1945

Bombardement Oud-Noord
Afbeelding gewenst
Soort gebeurtenis Bombardement
Datum 21-02-1945
Plaats Tilburg
Straat * Hoefakkerstraat
* Schaepmanplein
* Dr. Mollerstraat
* Wilhelminapark
* Kuiperstraat
* Coeck van
Aelststraat
* Cornelis de Vriendtstraat
* Vredeman de Vriesstraat
Doden 18
Gewonden 19


Achtergrond, 21 februari 1945

Van het voorjaar van 1944 tot mei 1945 zijn de geallieerden druk bezig West-Europa van de Duitsers te bevrijden. De luchtmacht van de Britten (Royal Airforce - RAF), en de luchtmacht van de Verenigde staten (USAAF) voeren in de bezette landen luchtaanvallen uit op vooral militaire doelen. Daarmee ondersteunen zij hun grondoperaties. In Nederland worden hun luchtaanvallen in deze periode frequenter en intensiever. In augustus en september 1944 voeren de geallieerden zware bombardementen uit op militaire vliegvelden die worden gebruikt door de Duitsers, om deze uit te schakelen. Een daarvan is vliegveld Gilze-Rijen. Twee belangrijke luchtoffensieven zijn in september en oktober 1944 onderdeel van de operatie Market Garden en de Slag om de Schelde. Market Garden is met name bedoeld om de bruggen in handen te krijgen over de Maas, Waal en Rijn en zo een opmars naar Duitsland mogelijk te maken (het plan mislukt). Tijdens de Slag om de Schelde wordt het Scheldegebied bevrijd om de haven van Antwerpen bereikbaar te maken voor geallieerde schepen. Verder zijn de bombardementen gericht op doelwitten in Duitsland, zoals de industrie in het Ruhrgebied. Daarvoor vliegen talrijke vliegtuigen over Nederland. De Duitse Luftwaffe heeft dan overigens allang zijn overwicht verloren, maar is nog niet uitgeschakeld. Zo vallen Duitse jachtvliegtuigen op 1 januari 1945 vliegveld Gilze-Rijen en andere vliegvelden in Noord-Brabant aan, die inmiddels door de RAF worden gebruikt. Ook de Duitse grondtroepen zijn nog niet verslagen.[1]

Vanaf 14 oktober 1944 ligt Tilburg in de vuurlinie van Duitse en geallieerde troepen. Op vrijdag 27 oktober 1944 trekt een Schotse brigade de stad in en wordt Tilburg bevrijd. ’s Middags rond twee uur komen de eerste tanks van het 2e Britse leger de stad in. Burgemeester van de Mortel, in zijn ambt hersteld, spreekt vanaf het stadhuisbordes een enthousiaste menigte toe. Echter, het gevaar is niet weg. Tilburg krijgt nog maandenlang te maken met oorlogsgeweld. De inwoners worden geconfronteerd met inslagen van vliegtuigbommen en van V-1’s (vliegende bommen) die op weg zijn naar Antwerpen, granaatinslagen van luchtafweergeschut, beschietingen door veldartillerie en -op 2 november 1944 in de Stationsstraat- met de ontploffing van een tijdbom. Duitse vliegtuigen verschijnen weer. Zij voeren op 29 december 1944 een luchtaanval uit op het kantoor van de geallieerden en op 1, 12 en 13 januari 1945 op vliegveld Gilze-Rijen. De Tilburgse bevolking is bang. Bij het oorlogsgeweld vallen slachtoffers. Zo veroorzaakt op 17 januari 1945 een granaatinslag voor de kerk in de Hasseltstraat vijftien doden en vijftien zwaargewonden.[2]

Bombardement op Oud-Noord

Op woensdag 21 februari 1945, even na half 12 in de ochtend, wordt oud-Noord van Tilburg getroffen door ca. 30 lichte brisantbommen (bommen met een explosiewerking van luchtdruk en scherven). Deze zijn uitgeworpen door een of meer Duitse vliegtuigen. Het bombardement duurt enkele minuten. Omdat er die ochtend een zware mist hangt boven Tilburg ziet niemand het vliegtuig (of vliegtuigen) aankomen. In eerste instantie is bij de Tilburgse Luchtbeschermingsdienst (L.B.D.) ook niet bekend dat de gehoorde lichte explosies van een bombardement afkomstig zijn. (De L.B.D. is in 1939 opgericht om met alarmering en andere maatregelen burgers te beschermen tegen luchtaanvallen.) In het dienstjournaal van de L.B.D. van 21 februari staat daarover om 11:55 uur vermeld: “Ord. v. Leest deelt mede dat in de Kuiperstr. iets is voorgevallen. Wat het is, is niet bekend, er worden dooden en gewonden vervoerd”. De inslagen volgen, zo vermeldt het rapport van de L.B.D., ongeveer een rechte lijn van oost naar west over het noordelijk stadsdeel. Het grootste deel van de bommen komt neer in straten en op open terrein, een ander deel komt terecht op huizen.[3]

De Luchtbeschermingsdienst rapporteert aanvankelijk elf doden door het bombardement, negentien zwaargewonden en 100 lichtgewonden. De gegevens verschillen weleens tussen rapportages. Later blijkt bijvoorbeeld dat het aantal doden hoger is. Het boek Het leven gebroken van De Beer en Kobes vermeldt zeventien dodelijke slachtoffers. Uiteindelijk hebben achttien inwoners van Tilburg de dood gevonden. Onder de slachtoffers zijn ook evacués en kinderen. Een aantal van deze kinderen speelt op het moment van het bombardement op een speelveldje met Engelse militairen. De Engelse autoriteiten hebben nooit bekend gemaakt of en hoeveel Engelse slachtoffers er zijn gevallen. Er is ook flinke materiële schade: tien huizen zijn licht beschadigd en 100 panden hebben glasschade. Militaire ziekenauto’s vervoeren een aantal zwaargewonde personen naar het militair ziekenhuis op Elzenstraat 14a. Andere zwaargewonden gaan naar het St. Elisabeth Ziekenhuis op Jan van Beverwijckstraat 2a. Personeel van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten krijgt opdracht ’s nachts toezicht te houden in het gebied van het bombardement om diefstal te voorkomen.[4]

Verslag bombardement Wilhelminapark.jpg
Verslag Engelsen bombardement Wilhelminapark.jpg

De bommen zijn gevallen in het Wilhelminapark en straten in de omgeving: Kuiperstraat, Hoefakkerstraat, Dr. Mollerstraat, Coeck van Aelststraat, Cornelis de Vriendtstraat en Vredeman de Vriesstraat. Het is niet helder of ook op het Schaepmanplein bommen zijn terechtgekomen; zekerheidshalve is dit plein toegevoegd. Voor elk van deze locaties staat hieronder informatie uit de rapportages van de Luchtbeschermingsdienst. Uit de rapportages wordt niet duidelijk waar alle slachtoffers precies zijn gevallen. We hebben ervoor gekozen per locatie de aantallen doden en gewonden te vermelden onder de bewoners van die locatie.[5] Samen met de getuigenissen van ooggetuigen geeft dit een indruk van hoezeer bepaalde plaatsen door het oorlogsgeweld zijn getroffen. Waar mogelijk hebben we de materiële schade vermeld.[6]

Kuiperstraat

Kort na het bombardement wordt de Kuiperstraat het centrum van de hulpverlening. De L.B.D. heeft daar de beschikking over een blokorganisatie, zij het met een beperkt aantal manschappen. Een ploeg van de geneeskundige dienst met zijn Lincoln-ziekenauto en een ploeg van de opruim- en hersteldienst worden naar de Kuiperstraat gestuurd. Een gasploeg van het Gasfabriek moet de hoofdleiding in de woning Kuiperstraat 26 afsluiten. Twee bewoners van de Kuiperstraat overlijden als gevolg van het bombardement, drie raken licht gewond.[7]

Hoefakkerstraat

Om 11:30 uur is bij de keuken van de woning op Hoefakkerstraat 45 een inslag. Er zijn geen slachtoffers, de schade is licht.[8]

Dr. Mollerstraat

Om 12:04 uur en vervolgens om 13:00 uur wordt bij de L.B.D. een inslag gemeld voor de woning op Dr. Mollerstraat 8. Vijftien woningen hebben glasschade. Eén bewoner van de Dr. Mollerstraat wordt zwaar gewond, een andere overlijdt.[9]

Wilhelminapark

Voor het pand Wilhelminapark 47 komt om 11:35 uur een blindganger neer op het fietspad – een brisantbom. De blindganger, die een gevaar vormt voor het drukke verkeer, wordt door Engelse soldaten verwijderd. Om 13:05 uur wordt een inslag gemeld bij het kindertehuis 'St. Josefhuis St. Anna' op Wilhelminapark 56 (‘tehuis voor de verlaten kinderen’, ook wel aangeduid als 'tehuis voor ontwrichte kinderen'; later hernoemd tot Maria Gorettihuis). Om 13:46 uur wordt een inslag gerapporteerd voor de wollenstoffenfabriek Gebr. Janssen (Wilhelminapark 1). Om 16:25 uur wordt doorgegeven dat in de wollenstoffenfabriek van Thomas de Beer (Wilhelminapark 5), grenzend aan wollenstoffenfabriek Pessers-v. Zuijlen (Kuiperstraat 5), drie treffers zijn aangetroffen. Een bewoner van het Wilhelminapark raakt bij het bombardement lichtgewond en er is veel materiële schade.[10]

Coeck van Aelststraat

Vier bewoners van de Coeck van Aelststraat overlijden door het bombardement, een bewoner wordt zwaar verwond en een heeft lichte verwondingen. De Coeck van Aelststraat was een doodlopende zijstraat van de Kuiperstraat en bestaat niet meer. Ter plaatse is nu een doorgang naar de Dudokhof.[11]

Cornelis de Vriendtstraat

Een van de bewoners van de Cornelis de Vriendtstraat overlijdt door het bombardement.[12]

Vredeman de Vriesstraat

Vier bewoners van de Vredeman de Vriesstraat overlijden als gevolg van het bombardement en twee worden zwaar verwond.[13]

Schaepmanplein

Een van de bewoners van het Schaepmanplein raakt licht gewond, niemand die op het plein woont komt om. Wel haalt de geneeskundige dienst om 12:25 uur met een auto een dode op van het Schaepmanplein. Het Schaepmanplein heet nu Horversplein.[14]

Ooggetuigen

Miet Schijns vermeldt in haar dagboek dat er 10 dodelijke slachtoffers zouden zijn onder militairen. Zij beschrijft op 21 februari 1945 in haar dagboek hoe zij de aanval heeft beleefd:[15]

"Vandaag hebben we de oorlogsellende weer eens van dichtbij meegemaakt. ’t Was goed half twaalf, mistig weer met laag hangende wolken, toen ik een vliegtuig hoorde overkomen en vlak daarop een heftig gedonder, alsof ’t huis inviel, een paar seconden stil, dan weer een heidens lawaai. Zo gauw het stil was liep ik eerst langs achter naar buiten, maar daar zag ik niets, wel hoorde ik gillen en kermen. Toen naar de straat, hier voor de deur stond een man, die z’n jas kapot geschoten was, maar hij was blijkbaar niet gewond en ging verder. Een eindje verder bij Noudje Eras [16] lag een stervende vrouw en aan de overkant een gewonde man, die nog overeind probeerde te komen maar niet kon, nog een man met een bloedend hoofd en dan kinderen die gillend en schreiend wegvluchten. Ik ben er direkt naar toe gegaan of ik soms helpen kon, maar er waren heel vlug soldaten met brancards (een post van ’t Rode Kruis ligt bij de Verlaten Kinderen) en de Pastoor bediende nog de stervende vrouw. En dan lag het er weer vol puin en glas. Dat vliegtuig had een raketbom uitgeworpen en een 20 tal splinterbommetjes waren hier neergekomen. In de Coeck v Aalst, de Cornelis de Vriendt en de Vredeman de Vriesstraat was de ellende nog veel groter. Vandaar kwam dat gekerm en gegil, daar zijn ook de bommen op straat waar heel veel militairen aan hun wagens bezig waren en in de huizen gevallen en ontploft. In het geheel zijn er 12 dode burgers en 10 militairen en heel veel gewonden. ’t Verkeer werd hier stilgelegd en alleen de ambulances reden de een na de ander volgeladen weg.(…)"

"Hier tegenover ’t sigarenwinkeltje ligt, dik onder de zandzakken nog een onontplofte bom, een tegenover Janssen v Baal ontplofte en maakte slachtoffers. Bij v Gestel de electricien kregen ze er een door ’t huis die veel schade deed maar onontploft op de plaats neerkwam. Een kwam er terecht achter de tuin van de Beer en een in de fabriek van Pessers van Zuijlen en de rest in die drie zijstraten. Een verdwaalde kwam neer in de Schaepmanstraat waar ook twee slachtoffers zijn."

Twee andere ooggetuigen vertellen in februari 2020 hun verhaal in het Brabants Dagblad. Eén van hen vertelt over de drie (in plaats van twee) jonge slachtoffers op het Schaepmanplein. De drie waren vriendjes die daar aan het voetballen waren. Het artikel vertelt dat vermoedelijk tientallen geallieerde voertuigen doelwit waren van de aanval en eveneens vermoedelijk, dat de Duitsers werden ingeseind door iemand die zich in de Goirkestraat in een kelder ophield.[17]

Op 21-02-1945 om 12.10 uur, wordt deze notitie gemaakt in dagrapport 52, van de gemeentepolitie in Tilburg.

Begrafenis

Het dagboek van Miet Schijns vermeldt dat de slachtoffers op 26 februari 1945 werden begraven. De dag daarvoor was de avondwake, waarover Schijns vermeldt: "Ik was om 6 uur gaan bidden voor de slachtoffers van de oorlogsramp van Woensdag, een hele rij kisten stond voor in de kerk opgebaard. ’t Was drukker in de kerk dan ’s morgens in de Missen. Gisteren was er Engelenmis voor een kindje van 3 en een van 5 jaar."[18]

Betrokken personen

Globale vliegrichting van de Duitse bommenwerper.

Tijdens en na het bombardement op Oud Noord zijn de volgende achttien personen omgekomen. Dertien van hen zijn 15 jaar of jonger.

Bronnen

Dit is een selectie van de gebruikte bronnen. In de voetnoten staan alle gebruikte bronnen.

Literatuur

Dit is een selectie van de gebruikte literatuur. In de voetnoten staat alle gebruikte literatuur.

  • Ad de Beer, Zomaar een stad, Tilburg 1940-1945, Tilburg, Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburgse historische reeks 3 1994.
  • Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4, Tilburg 2002.
  • J.A.C. van Esch, A finger in the pie? De Nederlandse regering in ballingschap en geallieerde luchtaanvallen op Nederland in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, UvA 2014.

Externe link

Noten

  1. J.A.C. van Esch, A finger in the pie? De Nederlandse regering in ballingschap en geallieerde luchtaanvallen op Nederland in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, UvA 2014; https://www.oorlogsbronnen.nl/thema/Operatie%20Market-Garden; https://www.tracesofwar.nl/articles/582/Slag-om-de-Schelde.htm; Elisabeth van Blankenstein, Defensie-en-oorlogsschade in kaart gebracht (1939-1945), Zeist 2006.
  2. https://www.tijdmachinetilburg.nl/; https://wikimiddenbrabant.nl/Beschieting_Tilburg,_oktober_1944#Vrijdag_27_oktober_1944; Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnrs. 234 en 235; Regionaal Archief Tilburg 484, invnr. 4252 Documentatie over de oorlogsjaren in Tilburg 1944-1949; Regionaal Archief Tilburg 565 Collectie documentatie Tilburg 1940-1945; Ad de Beer, Zomaar een stad, Tilburg 1940-1945, Tilburg, Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburgse historische reeks 3, 1994; https://www.vergeltungswaffen.nl/v1.html; Elisabeth van Blankenstein, Defensie-en-oorlogsschade in kaart gebracht (1939-1945), Zeist 2006; REASeuro, Historisch Vooronderzoek, NGE-Risicokaart gemeente Gilze en Rijen, Riel 2013.
  3. Ad de Beer, Zomaar een stad, Tilburg 1940-1945, Tilburg, Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburgse historische reeks 3, 1994; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 Tilburg 2002; https://www.oorlogsbronnen.nl/bronnen?term=luchtbeschermingsdienst; Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227 en 235; Bombs Away, Projectgebonden Risico Analyse Conventionele Explosieven Sluiscomplex Driel, Utrecht, Bombs Away BV, 2016.
  4. Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 Tilburg 2002; Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227 en 235.
  5. Dit kan bijdragen aan verschillen met cijfers uit andere bronnen.
  6. Ad de Beer, Zomaar een stad, Tilburg 1940-1945, Tilburg, Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed, Tilburgse historische reeks 3, 1994; Ad de Beer en Gerrit Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenissen van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting van Nederland om het leven kwamen, Tilburgse Bronnenreeks 4 Tilburg 2002; Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227 en 235.
  7. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227 en 235. Nota Bene: Het is niet uitgesloten dat het aantal (licht)gewonde bewoners van de genoemde locaties een onderschatting is van het werkelijke aantal.
  8. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227.
  9. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227. Nota Bene: de politie meldt drie gewonden (zie afbeelding); daar kunnen personen bij zitten die niet in deze straat wonen.
  10. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227 en 235; https://www.wierookwijwaterenworstenbrood.nl/ontdekken/verhalen/st-jozefhuis-maria-goretti-in-tilburg.
  11. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227.
  12. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227.
  13. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227.
  14. Regionaal Archief Tilburg 30 Plaatsingslijst van het archief van de Luchtbeschermingsdienst van de Gemeente Tilburg, 1936–1946, invnr. 227 en 235.
  15. Regionaal Archief Tilburg 323 Inventaris van het archief van de dames A.M.J. en M.F.L.J. Schijns, 1915 – 1948, invnr. 21. De dagboeknotities van Miet Schijns komen grotendeels overeen met de informatie van de L.B.D. en vullen die aan.
  16. Arnoldus Quirinus Maria Eras, Wilhelminapark 31.
  17. Regionaal Archief Tilburg 29 Gemeentepolitie te Tilburg, 1844-1947 (1950), invnr. 562.
  18. Regionaal Archief Tilburg 323 Inventaris van het archief van de dames A.M.J. en M.F.L.J. Schijns, 1915 – 1948, invnr. 21.