Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.

Bokkenstal Udenhout

Tussen burgemeester van Udenhout Joseph van Iersel (tweede helft 19e eeuw) en de kasteelheren boterde het niet zo best. De burgemeester bewoonde het pand op de hoek van de Schoorstraat en de Groenstraat. Vanaf dat huis liep een brede dreef naar het kasteel, evenwijdig aan de Schoorstraat. In de volksmond was dit Lemierkesdreef. De dreef was eigendom van de kasteelheer en lag langs de akkers van de burgemeester. Toen de kasteelheer en de burgemeester onenigheid kregen over de jacht bouwde de kasteelheer aan het begin van Lemierkesdreef net voorbij de burgemeesterswoning een hevig stinkende bokkenstal. De mensen uit Udenhout konden hier gratis hun geit bij de bok laten verblijven. Dit moet omstreeks 1890 hebben plaatsgevonden.

In 1958 is een versje opgetekend uit de mond van Tineske Ven, dat nog herinnert aan deze bokkenstal: Met de oude bok is burgemeester Van Iersel bedoeld. Met de jonge bok zijn zoon “Gouden Willem”.


Komt burgers, zendt uw geiten
Den ouden bok staat klaar.
De jonge is niet minder.
‘t is een rood exemplaar.


Iemand schreef bij deze gelegenheid een bokkenlied:

-1-

Een bord is hier gehangen, wat is er toch te doen,
Daarop staan nette bokjes in zwart en rood fatsoen,
Wat moet er toch gebeuren of is er iets geweest?
De burg die is jarig, het is hier bokkenfeest.

-2-

Gij lieden van het Winkel, die naar het fabriek gaat
Kom even doorgeloopen en kijk eens wat hier staat,
Gij ziet daar op twee pooten ‘t gemeentevarken staan
Kies gerust de kortste wegen, het zal u laten gaan.

-3-

Teken hier eens even, ik wou uw land begaan,
Ge hoeft het niet te lezen, ge kunt op mijn woorden aan;
Ik zal u niet bedriegen met vijf en twintig jaar.
Als ik jachtrecht heb voor twintig, dan ben ik ook weer klaar.

-4-

Verhuur ik mijne gronden, dan geef ik flinke maat;
Als er 2 hont op de vijf mankeren, hoe vindt ge dat dit staat.
Ik ben ook nog lang niet gierig, ik deel 100 gulden uit,
Het waren rotten patatten, maar anders geen roode duit.

-5-

Hoe is het met de tienden, deed ik niet mijn plicht;
Ik heb weer heel net werk in deze zaak verricht.
Ge kunt op mij vertrouwen, ziet maar dees feiten aan
De gemeente die gaat boven, mijn belang komt achteraan.


Zie ook