Het is nu bijna onvoorstelbaar dat er anno 1934 in Tilburg zo’n 360 landbouwers en veehouders actief waren. Zelfs in 1958 waren dat er volgens het Tilburgs adresboek nog ruim driehonderd. Deze gegevens zeggen veel over de agrarische oorsprong van de stad en de ruimte die er nog lange tijd was om te kunnen ‘boeren’. Maar geleidelijk werden de agrarische nederzettingen opgenomen in de alsmaar groeiende stedelijke bebouwing. Door de aanleg van de naoorlogse uitbreidingswijken verdwenen ook vele boerderijen in het buitengebied. Er zijn slechts enkele oude boerderijgebouwen bewaard gebleven, zoals aan de Oude Hilvarenbeekseweg, de Hoevenseweg, de Reitse Hoevenstraat (
Tongerlose Hoef), de Trouwlaan, in
Moerenburg en in de Sint Josephstraat. Vele boeren hadden destijds nevenactiviteiten, zoals de handel in steenkolen of als voerman. In sommige gevallen werd dit de hoofdactiviteit, met als sprekend voorbeeld de firma
Wed. J. van Casteren & Zonen.
