Bisschop Ophoviusstraat (Tilburg)
| Stadsdeel: | Oud Noord |
|---|---|
| Wijknaam: | Hoefstraat |
| Datum besluit: | B & W 29 augustus 1929 |
| Jaar: | 1929 |
Vanaf de Bisschop Masiusstraat in zuidoostelijke richting tot de Groeseindstraat, tegenover de Kardinaal van Enckevoirtstraat.
Herkomst
Michael Ophovius werd geboren te 's-Hertogenbosch
in 1570. Hij was afkomstig uit een welgestelde weversfamilie;
bezocht de Latijnse school in zijn woonplaats en trad in 1585 in de
orde van de Dominicanen te Antwerpen. Hij werd naar Leuven gezonden
om daar wijsbegeerte te onderwijzen; trok naar Bologna om daar
theologie te gaan studeren en behaalde zijn licentiaat en in 1600
zijn doctorstitel te Leuven. In 1611 werd Ophovius provinciaal van
de dominicanen en in 1615 prefect van de dominicaanse missie voor
de Verenigde Provinciën. In 1623 werd hij door de protestanten
gevangen genomen en na achttien maanden gevangenschap in de
Gevangenpoort te 's-Gravenhage uitgewisseld tegen in Duinkerken
gevangen gehouden Nederlanders. Hij werd door de landvoogdes
Isabella voorgedragen tot zesde bisschop van 's-Hertogenbosch. Op 2
juli 1626 werd hij door paus Urbanus VIII als zodanig benoemd en op
17 september van dat jaar volgde zijn wijding tot bisschop in de
kathedraal van Antwerpen. Bij de belegering van 's-Hertogenbosch en
de capitulatie in 1629, onderhandelde hij met Frederik-Hendrik
vanuit kasteel Nieuw-Herlaer te St.Michielsgestel. Na de overgave
uit 's-Hertogenbosch verbannen, ging hij op het kasteel van Geldrop
wonen. In 1637 vertrok hij naar Lier waar hij, in het klooster van
de Dominicanen, dat hij zelf gesticht had, op 4 november 1637
overleed. Hij werd begraven in de St. Pauluskerk te Antwerpen. Zijn
grote vriend Peter Paul Rubens schilderde niet alleen enkele
portretten van hem, maar ontwierp ook zijn praalgraf. Ophovius
scheef een belangrijk dagboek, bijgehouden tijdens het beleg van
's-Hertogenbosch, een Tractatus de Blasphemia (Antwerpen
1603) en een Apologie van het katholieke geloof.
Bron: Ronald Peeters, De straten van
Tilburg (1987).